15.8.05

Verleidingen

‘Vijf procent van politici is corrupt’, kopte NRC zaterdag. Een misleidende kop, want het cijfer is een ‘subjectieve en intuïtieve’ schatting van ondervraagde topambtenaren. Het grappige is, dat zij denken dat het percentage corrupte ambtenaren veel lager is. Nou, dat weet ik nog niet zo zeker, maar goed…
Bij het woord corruptie denk ik al gauw aan smeergeld betalen aan een wethouder om iets voor elkaar te krijgen, of aan het aanbieden van een geheel verzorgde avond in een dure nachtclub, of aan eten op kosten van een aannemer in een gerenommeerd restaurant. Alles om in het gevlei te komen van de bestuurders van wie je als ondernemer afhankelijk bent om iets voor elkaar te krijgen.
Stel dat die vijf procent zou kloppen, één op de twintig dus. In de Ouderkerkse gemeenteraad zitten 13 raadsleden, twee wethouders en een burgemeester. Zestien in totaal: een kans van 80 procent dat ten minste één van hen corrupt is. De mannen van de SGP die tegenover mij zitten? Nee, te principieel. De CDA’ers daarnaast? Hun partijgenoten in Limburg misschien, maar niet Hans en Remko. De twee van de ChristenUnie ook niet, die zijn te netjes. Van de VVD’ers mag je een innige band met het bedrijfsleven verwachten, maar corrupt? De burgemeester is van de PvdA. Dat zegt niet alles, maar de kans dat hij kreukbaar is acht ik klein. Dat geldt ook voor mijn fractiegenoten.
Blijf ik zelf over. Ben ik corrupt? Latent misschien. Je wordt pas corrupt als zich de gelegenheid voordoet. Een beetje tot mijn spijt moet ik bekennen dat ik nooit een aanbod heb gehad om eens uitgebreid te gaan dineren op kosten van de plaatselijke aannemer. Een cadeaubon van Yab Yum heb ik ook nooit in de bus gevonden. Presentjes van het bedrijfsleven? Niet in het brave Ouderkerk. Dus ik kan met de hand op mijn hart verkondigen dat ik vooralsnog niet corrupt ben, al was het maar omdat ik niet word blootgesteld aan een verleiding.
Geen corruptie in Ouderkerk dus, maar toch moeten we als bestuurders hier ook blijven knokken voor een goede reputatie. Amsterdamse bonnetjesaffaires, raadsleden die zichzelf verrijken met geld dat voor de fractie was bedoeld, het straalt ook op ons af. Het raadslidmaatschap wordt synoniem aan een graaicultuur. Dat moeten we niet hebben.
Gelukkig zullen Amsterdamse toestanden zich in Ouderkerk niet voordoen. Want Ouderkerk is zo ongeveer de enige gemeente die het geld, dat eigenlijk is bestemd voor de fracties, in de algemene gemeentelijke kas stort. Zelfs die verleiding, die toch zo legaal als wat zou zijn, wordt mij niet gegund.

Geen opmerkingen: