25.4.06

Koninginnedag

Schotland.
Volgens het standaardwerk De geslachten Mudde en Mudden liggen daar mijn roots. Op het kerkhof van het gehucht Saline liggen, in een 16de-eeuwse graftombe, de beenderen van mijn voorvader Robert Mudie en boven de ingang van een kerk in Edinburgh is het wapen van ene Thomas Mudie te vinden. De naam Mudie of Moody is afgeleid van Harald MacMudah, een oude Noorse graaf die in de mannelijke lijn afstamt van het Schotse koningshuis en in vrouwelijke lijn van de koning van Noorwegen. Alleen kan die adellijke achtergrond niet bewezen worden, helaas.
Anyway, in de loop van de eeuwen waaierden de Mudies uit over de wereld en gingen zich Moody of Muddie noemen (Japan, VS, Australië), Moodie (Zuid-Afrika), Mutig (Duitsland) en Mudde (Nederland).
Waarom schrijf ik dit? Omdat ik me sinds een paar dagen noodgedwongen moet verdiepen in de geschiedenis en cultuur van Schotland, want dat is het thema van de Gouderakse koninginnedagviering. Nu weet ik me sinds jaar en dag te onttrekken aan de spelletjes op 30 april, getraumatiseerd als ik ben door het zaklopen en koekhappen uit mijn lagere-schooltijd. Vanaf het moment dat ik niet meer spelletjesplichtig was, huldig ik het principe dat er ook publiek moet zijn en dat ik me dáár graag voor leen. Niets leuker dan met een biertje in de hand rondlopen op het Johan Brouckplein en met enig leedvermaak kijken naar mijn dorpsgenoten die over zeepbanen glibberen of elkaar met strobalen van een houten paard proberen te slaan.
Zo had ik me het ook dit jaar voorgesteld.
Tot ik werd gebeld door een vriendin: ‘Ik heb je een uurtje nodig’, zei ze. ‘Nu meteen?’ vroeg ik. De nood kan maar hoog zijn. ‘Nee, op koninginnedag. Voor een quiz over Schotland.’ Mijn makke is, dat ik moeilijk ‘nee’ kan zeggen. Zeker niet nadat ze mij plechtig beloofde dat ik geen kilt aan hoef. En dus moet ik zaterdag tussen het bier door vragen over Schotland beantwoorden. Wat je allemaal niet doet voor je dorp.
Als ik Schotland hoor, denk ik direct aan die hilarische scène uit de comedy-serie Blackadder, waarin Blackadder zijn Schotse neef MacAdder ontmoet.
Blackadder: "And how stands that mighty army, the Clan MacAdder?"
MacAdder: "They're both well."
Blackadder: "I've always thought Jamie and Angus were such fine boys."
MacAdder: "Angus is a girl."
Maar verder? Ik weet dat er een mysterieus monster in Schotland rond zwemt, dat ze er whisky maken, met palen werpen en een slechte keuken hebben. En dat het er altijd regent en waait. Of ik met die kennis ver kom in de quiz? Ik betwijfel het. Maar goed dat mijn voorvader Robert het niet kan zien. Zijn beenderen zouden in de tombe rammelen van schaamte.

22.4.06

Ambtenaren

Mijn partijgenoot Hans Wiegant in Schoonhoven zal zich met zijn uitlatingen in Het Kontakt niet geliefd hebben gemaakt bij de ambtenaren in de Zilverstad. Het moet maar eens uit zijn met de Russisch aandoende bureaucratie, de ambtenaren moeten klantvriendelijker worden. ‘De wekker gaat voor de duttende ambtenaar’ was de kop boven het artikel. De inkt was nog niet droog, of er kwam al een reactie van Hans’ SGP-collega Pieter Neven. Die vond het ‘schandalig’ dat de ambtenaren te kijk waren gezet.
Ik ken Hans Wiegant als iemand die voor zijn mening uitkomt, maar dat doorgaans heel genuanceerd doet. Wat hij precies heeft gezegd, weet ik niet. Wat ik wél weet, is dat kritiek van raadsleden op ambtenaren hoogst ongebruikelijk is. In de Ouderkerkse raad kan ik me één voorval herinneren en dat werd door de toenmalige burgemeester direct afgestraft. Als een raadslid kritiek heeft, dan moet hij of zij het college daarop aanspreken, zei de burgemeester. Het college is verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid en dus voor het functioneren van de ambtenaren. Ambtenaren kunnen zich niet verdedigen, het college wel.
Daar ben ik het mee eens. Het past raadsleden niet in het openbaar te mopperen over ambtenaren, wel over wethouders en burgemeesters – als daar aanleiding toe is.
Om zijn betoog te illustreren noemde Hans Wiegant een voorval van een Schoonhovens echtpaar dat op 24 december, vlak voor ze op wintersport zouden gaan, een paspoort wilde laten verlengen. Beide echtelieden dachten van elkaar dat ze naar het stadhuis zouden gaan, met als gevolg dat niemand ging. Consternatie onder de kerstboom. Hans belde (kerstavond!) een ambtenaar en vroeg hem of er nog iets kon worden geregeld. Dat kon, zei de ambtenaar, maar dit was wel een typisch geval van eens maar nooit weer. Een toonbeeld van Schoonhovense klantonvriendelijkheid, vindt Hans.
Pardon? Dat echtpaar was te laat, bovendien maakten zij onderling geen goede afspraken over wie naar het stadhuis gaan. En dan wordt een ambtenaar die op kerstavond zijn kalkoen en wijn laat staan om te helpen, klantonvriendelijk genoemd? Een lintje zou de man moeten krijgen! Of in ieder geval een periodiekje erbij.
Ik heb zelf iets soortgelijks meegemaakt. Op zondagavond stonden we klaar om ’s nachts naar een camping bij Bordeaux te rijden. Vlak voor we weg reden kwam ik erachter dat mijn paspoort verlopen was (het was nog in de tijd dat je je moest legitimeren om in het buitenland geld op te nemen). Ik belde de ambtenaar thuis, met duizend excuses natuurlijk. ‘Kom morgenochtend maar vroeg naar het gemeentehuis, dan kijken we wat we kunnen doen', zei hij. Ik kon de volgende ochtend om acht uur weg rijden, mét een geldig paspoort. Tien uur later dan gepland, maar dat was mijn eigen schuld. Had ik maar beter moeten opletten. Dankzij die ambtenaar bleef het tijdverlies nog binnen de perken.
Hulde aan de ambtenaar dus. En dat op de gemeente Ouderkerk best nog het een en ander is aan te merken als het gaat over klantvriendelijkheid en communicatie, ligt aan het college.

20.4.06

Jammer

Jan Beugelaar stopt met bloggen. Dat is jammer. Hij was het eerste raadslid in de Krimpenerwaard dat zich met een weblog presenteerde en hij was voor mij de aanleiding ook met dit medium te starten. In de loop van de tijd inspireerden we elkaar, af en toe reageerde ik op hem en hij op mij. Dat heeft, zo lijkt het nu, zelfs verregaande consequenties gehad. Volgens de Schoonhovense SGP-fractievoorzitter Pieter Neven zette Jan zich zó af tegen de SGP, dat het voor die partij reden was om af te zien van deelname in het nieuwe college van B en W. Neven doelt daarmee op een paar zinnen waarmee Jan reageerde op mijn stukje over de benoeming van SGP-burgemeesters. Indirect ben ík er dus de oorzaak van, dat de SGP in Schoonhoven buiten de boot valt. Waar een stukje op het internet al niet toe kan leiden.
Jan wordt wethouder, gefeliciteerd. Dat hij daardoor ook stopt met zijn weblog vind ik jammer. En onnodig. Er zijn veel bloggende wethouders, maar hij stopt omdat hij de imact ervan nog niet kan overzien. Tja, die kan inderdaad groot zijn, zoals we net constateerden. Gelukkig houdt hij de mogelijkheid open om straks, als hij is ingewerkt, opnieuw in de openbaarheid te treden. Even geduld dus nog.

3.4.06

1981

Ik houd niet van reünies. Maar zaterdag ben ik toch naar de reünie van mijn eindexamenklas van 1981 gegaan. Een kwart eeuw geleden… Om met Nescio te spreken: jongens waren we toen nog, maar aardige jongens.
Aardig waren ze nog steeds, die jongens uit de zesde van het atheneum. De meisjes ook trouwens. En mooi, mooier misschien nog dan toen ze 18 of 19 waren.
De conciërge van toen kende ooit iedereen bij naam. Zijn geheugen werkte niet helemaal perfect meer: ‘Leo, de schaatser?’ Ik moest hem teleurstellen, Leo Visser was van een paar jaar later. Kennelijk had ik geen indruk gemaakt, terwijl ik toch langer dan gemiddeld op die school had rondgelopen. Maar toen hij mijn achternaam hoorde, veerde hij op en vertelde dat hij een volkstuin aan de Gouderakse Tiendweg had, waar het bedrijventerrein bij de randweg moet komen. ‘Dat bedrijventerrein, dat komt er toch niet hè?’ Ik doe mijn best voor de man bij wie ik me destijds altijd moest melden als ik te laat was, maar die ook vaak een oogje toekneep als ik iets deed wat niet mocht. De ene hand wast de andere.
De generatie van de jaren zestig staat bekend als de verloren generatie, te laat geboren voor de mooie baantjes die worden bezet door de oudere provo’s en te vroeg om nog te kunnen profiteren van de IT-revolutie. Toch zijn we redelijk goed terechtgekomen, die klas van 1981, als ik de verhalen zo aanhoorde.
Althans, wat ik ervan kon verstaan. Want de muziek was hard en de drank vloeide rijkelijk, een dodelijke combinatie voor het voeren van een goed gesprek. Dat komt misschien nog. Want wat ik 25 jaar geleden niet durfde, deed ik nu wel. ‘Mag ik je bellen?’ vroeg ik. ‘Ja, leuk!’ zei ze. En ze lachte. Mooier nog dan toen.
Reünies zijn wél leuk.

2.4.06

Geschiedvervalsing

Geschiedvervalsing, het gebeurt vaak. Als iemand maar vaak en hard roept dat iets een feit is, hecht dit zich vast in het collectief geheugen – ook al klopt er niets van. En probeer dan nog maar eens gehoor te vinden voor de werkelijke feiten.
Voorbeeld 1. Sinds het kabinet-Den Uyl papegaait iedereen elkaar na, dat linkse kabinetten potverteren en de economie aan de rand van de afgrond brengen. In Netwerk werd vanavond weer eens herhaald dat het een mythe is, dat het juist de kabinetten ná Den Uyl met Van Agt, Wiegel en Lubbers waren die verantwoordelijk waren voor de grootste collectieve uitgaven.
Voorbeeld 2. Van een andere orde, maar toch: steeds vaker zie ik de Hollandsche IJssel in papieren langskomen zonder ch, dus als Hollandse IJssel. Ik ben aan de oever van de rivier opgegroeid en weet niet beter, dan dat die ch er altijd heeft gestaan. Maar kennelijk heeft iemand ooit bedacht dat het best iets moderner mag. Op Wikipedia, de encyclopedie die door gebruikers van het internet wordt samengesteld, word je van Hollandsche IJssel al doorverwezen naar Hollandse IJssel. Zo wordt de echte naam naar de vergetelheid gedrukt. Zelfs op een van mijn favoriete sites over de Krimpenerwaard wordt gesproken over Hollandse. Maar ja, de maker daarvan komt uit Vlist, dus ik kan hem dat niet echt kwalijk nemen.
Zelfs de gezaghebbende organisaties bieden geen uitkomst. Op de site van de Deltawerken wordt gesproken over Hollandse IJssel, op die van het ministerie van Verkeer en Waterstaat worden beide varianten door elkaar gebruikt. Het project Hollandsche IJssel houdt gelukkig consequent vast aan de originele spelling, mét ch, evenals de gemeente Ouderkerk en voor zover ik kan nagaan het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. Laten we nou met z’n allen afspreken dat we vasthouden aan de originele naam, misschien kunnen we dan nog voorkomen dat ook dit straks verkeerd in de geschiedenisboekjes komt te staan.
Voorbeeld 3. Bij de besprekingen over een nieuwe coalitie heeft de PvdA ingezet op de vorming van één gemeente Krimpenerwaard in 2010. Steeds als dat ter sprake kwam, was ChristenUnie-voorman Floor Brouwer er als de kippen bij om erop te wijzen dat ‘we’ (hij bedoelt: de gemeenteraad) in april 2005 iets anders hadden afgesproken, namelijk dat we zouden instemmen met een ondoorzichtige en ondemocratische KrimpenerwaardRaad en een extra bestuurslaag. Dat zegt hij zó vaak, dat de indruk ontstaat dat de PvdA op het ene moment A heeft gezegd, en vervolgens B doet en daarmee dus onbetrouwbaar is.
De waarheid is, dat de PvdA op 14 april 2005 weliswaar met het voorstel instemde, maar met een nadrukkelijke stemverklaring dat het een ‘intentie’ betrof die ‘op ieder moment kan komen te vervallen’. Letterlijk zei ik toen namens de PvdA: ‘In het najaar volgt een nieuw keuzemoment en vervolgens weer in 2008. De KrimpenerwaardRaad en het K5-bestuur zijn extra bestuurslagen die het bestuur verder van de burger bevreemden en alleen al daarom een zeer tijdelijk karakter kunnen hebben.’
Dat is toch echt iets heel anders dan de ChristenUnie ons in de mond wil leggen. Teruglezend kan ik me nog volledig in deze formulering vinden.