29.11.04

Polsbandje

Balkenende draagt ’m al, en met hem nog veel andere meer of minder bekende Nederlanders. De premier heeft ze ook uitgedeeld in de ministerraad. Oranje polsbandjes, een signaal aan de buitenwereld dat we ‘respect’ voor elkaar moeten hebben.
Ik vind het nogal mallotige symboliek. Hoe je je tegenover anderen gedraagt dwing je niet af met een lullig polsbandje (en nog oranje ook!), dat zit gewoon in je. Of niet. Respect, om dat modieuze woord nog maar eens te gebruiken, heeft ook te maken met doen wat je zegt. Beloften nakomen. Dat belooft nog wat met deze regering, met al die polsbandjes.
Dichter bij huis kan ook het Ouderkerkse college van B en W wel zo’n polsbandje gebruiken. Want dit college doet ook niet altijd wat het zegt. Welke coalitie er straks ook komt, de inzet van het beleid zal moeten zijn dat het college weer respect moet verwerven – bij de bevolking, maar zeker ook bij de raad.
Voorbeeld. Tot twee keer toe, de eerste keer al tijdens het vorige regime van burgemeester Hermans, heb ik namens de PvdA gevraagd te onderzoeken of de politie met mobiele spreekuurlocaties kan gaan werken in de verschillende dorpen van de Krimpenerwaard. Een omgebouwd bestelbusje, met een computerverbinding met het politiebureau in Schoonhoven, dat flexibel kan worden ingezet. Inspelend op de actualiteit (als er ergens sprake is geweest van overlast, ga je er de volgende dag met je mobiele kantoor even langs om de mensen de kans te geven hun hart te luchten en eventueel aangifte te doen), en inzetbaar op verschillende plaatsen (op de markt, bij de school, zodat mensen er sneller gebruik van kunnen maken). Dat willen we toch, de politie dichter bij de mensen brengen? Wij vonden het in ieder geval een interessante gedachte, en de burgemeesters Hermans en Oosters ook. Zeiden ze. Ze zouden het zéker gaan inbrengen in de discussie over de huisvesting van de politie. Beloofden ze.
Maar wat lees ik nu in de Goudsche Courant? Over het idee is nóóit gesproken, zegt een politiewoordvoerder. Pardon, twee burgemeesters hadden het toch belóófd? Als je burgemeesters, symbool voor het openbaar bestuur, al niet meer kan vertrouwen, wie dan wel?

19.11.04

Groot of klein

De Groningse bestuurskundige Michiel Herweijer brak deze week een lans voor kleine gemeenten. Herweijer, specialist gemeentelijke herindelingen, vindt dat het groter maken van gemeenten de bestuursproblemen niet oplost. Een grotere gemeente laat zich moeilijker besturen en dat heeft, zegt hij, onder meer te maken met de betrokkenheid van de burger. Die voelt de afstand tot de politiek toenemen wanneer de gemeente uit haar krachten groeit. Met als gevolg dat de bereidheid om zich in te zetten voor het dorp afneemt. Hetzelfde geldt voor de raadsleden. In een grote gemeente zijn goede raadsleden moeilijker te vinden dan in een kleine, omdat mensen het raadswerk doen vanuit een zeker idealisme en betrokkenheid met hun omgeving.
Stel dat er één gemeente Krimpenerwaard komt, zou ik daarvoor in de gemeenteraad willen zitten? Ik weet het niet. Zeker niet, wanneer in die raad vooral wordt gesproken over organisatorische problemen in het ambtelijk apparaat. En die kans is wel groot in een grote gemeente. Kijk wat er nu al gebeurt: in de Ouderkerkse raad zijn we meer tijd aan het kibbelen over de ‘cultuur’ van de gemeente en de samenwerking met andere gemeenten, dan aan de zaken die er echt toe doen: de inrichting van de openbare ruimte, het aanpakken van vernielingen en hondenpoep, het openhouden en verbeteren van de voorzieningen voor jong en oud. In het burgeronderzoek zeiden de Ouderkerkers het ook: de gemeentebestuurders houden zich met de verkeerde problemen bezig.
Dus dan maar geen gemeente Krimpenerwaard? Waarom niet, als die zich maar bezighoudt met de grotere zaken waarvoor onze inwoners toch geen interesse hebben. Zij willen niet weten hoe de brandweer is georganiseerd, als ze er maar op kunnen rekenen dat er in geval van nood snel een auto ter plaatse is. Zij willen niet weten of de sociale dienst in Nederlek of in Schoonhoven is gehuisvest, als ze in het eigen dorp maar bij een loket terecht kunnen. Dáár gaat het om: het bestuur en de dienstverlening moeten terug naar de burger. Als dat nou de inzet van de discussie wordt de komende maanden, dan zijn we op de goede weg.

9.11.04

Verenigt u!

Gisteravond ledenvergadering van de PvdA gehad. Een paar nieuwe gezichten, dat is mooi. De politiek leeft weer een beetje en zo hoort het natuurlijk ook. Onze eigen leden kennen we, maar we willen graag ook dat anderen die meestal progressief stemmen met ons meedenken over hoe het verder moet met Ouderkerk. Mensen die landelijk of provinciaal GroenLinks of SP stemmen, of – vooruit dan maar – D66. Lokaal hebben zij geen platform, de PvdA stelt dat van haar daarvoor open. Het gaat hier niet over defensieuitgaven, de hoogte van de ontwikkelingshulp, het financieringstekort of andere onderwerpen waar de linkse kerk op landelijk niveau nogal eens verdeeld over denkt. In Ouderkerk moeten we elkaar kunnen vinden op basale onderwerpen als het belang van goed onderwijs, investeren in jongeren, seniorenbeleid, natuur- en milieubeleid en het betrekken van mensen bij het bestuur. Progressief Ouderkerk, verenigt u! zou ik haast zeggen.
De hoofdmoot van de besprekingen vormden natuurlijk de politieke crisis waar Ouderkerk onder gebukt gaat en de inhoud van onze algemene beschouwingen. Intensief gediscussieerd over de bestuurlijke toekomst van Ouderkerk en de Krimpenerwaard, de rol van dorpsraden en de kracht én onmacht van het samenwerkingsmodel. Volgende week komen de PvdA-afdelingen uit de Krimpenerwaard bijeen om ook over dit onderwerp te praten. Het wordt tijd dat we eens echt gaan kiezen voor een richting en niet rond de hete brij blijven draaien.Andere onderwerpen waren (uiteraard) het multifunctioneel gebouw in Gouderak en de Zuidwestelijke Randweg. De PvdA mag wat die ZWR betreft geen Don Quichotte worden die een hopeloze en eenzame strijd blijft voeren, was de algemene conclusie. Hopeloze strijd, daar is er helaas al genoeg van. Het bomenbeleid, bijvoorbeeld. Twee jaar geleden al beloofde het college voor iedere boom die wordt gekapt, ten minste één gelijkwaardige boom terug te planten. Daar komt in de praktijk dus niets van terecht. Het is niet de eerste keer dat dit college een duidelijke uitspraak van de raad naast zich neerlegt. Een college in een nieuwe samenstelling zal dit echt beter moeten doen. Puntje voor onderhandelingstafel!

5.11.04

Huismus

Terwijl ik dit stukje tik zie ik in de tuin een grote zwarte merel. Vaak strijkt er ook een groep staartmezen neer. Andere regelmatige gasten zijn de kool- en pimpelmezen, roodborstjes en lijsters. Een enkele keer heb ik geluk en zie ik de felblauwe ijsvogel even op een tak boven de sloot rusten. Vooral in de zomer zweven er nogal eens buizerds boven mijn hoofd en ’s nachts hoor ik af en toe de roep van de uil. Pas zag ik een grote zilverreiger, trots en ontzettend wit stond hij aan de slootkant. De natuur binnen handbereik. Trouw klop ik iedere dag het tafelkleed uit, in de ijdele hoop dat ik iets kan bijdragen aan het behoud van de huismus. De huismus en zijn neefje de ringmus staan sinds vandaag op de Rode Lijst van bedreigde vogelsoorten. Een trieste ontwikkeling.
Kan de gemeente iets doen aan het behoud van onze inheemse vogelsoorten? Volgens mij wel. Bij nieuwbouw en verbouw van huizen kunnen eisen worden gesteld aan het soort dakbedekking. Er moet meer ruimte komen onder de dakpannen, zodat de mus er weer ongestoord kan broeden. En in het groenbeleid kan de gemeente rekening houden met nestelmogelijkheden voor de ringmus. In NRC Handelsblad las ik dat een van de oorzaken van de achteruitgang van de ringmus was, het verdwijnen van houtwallen op het platteland. Nou, daar kan met wat goede wil best wat aan gedaan worden, denk ik. Bijvoorbeeld door meer planten te introduceren die met hun geur vogels lokken.
Een paar jaar geleden sprak ik met Manuel Kneepkens van de Stadspartij in Rotterdam over het Rotterdamse bomenbeleid. Hij wil dat in dat beleid veel meer rekening wordt gehouden met ‘vogelvriendelijke’ bomen. Platanen, bijvoorbeeld, zijn schitterende bomen maar je zult er geen vogel in zien, omdat ze geen schors hebben waar allerlei kleine beestjes in zitten, lekkernijen voor de vogel. Ik wil dat pleidooi wel overnemen. Vogels horen bij ons. Als ik ’s in de ochtendschemering op de bus sta te wachten is soms het enige wat ik hoor het geluid van ontwakende vogels. Kleine momenten van puur geluk zijn dat, die ik niet wil missen. Evenmin als de huismus. De ooievaar is van de Rode Lijst zijn afgevoerd. Dat is mooi, maar die vrolijkt mijn tuin niet op.De moraal: we moeten allemaal ons tafelkleed weer buiten uitkloppen, net als we vroeger deden. Weg met de kruimeldief! En de nieuwe woningen in Geer en Zijde en de Sportlaan, daar moeten musvriendelijke dakpannen op komen. Evenals op het nieuwe multifunctionele gebouw in Gouderak.

4.11.04

Vrije val

En alsof het allemaal nog niet erg genoeg was, verloor Ajax gisteravond ook nog.
De vrije val van ‘mijn’ Ajax valt samen met de teloorgang van onze verzorgingsstaat. Vandaag bezocht ik een congres van mijn werkgever met het thema ‘De brug tussen zorg en bijstand’. Over de zorg die gemeenten hebben voor mensen in de bijstand, die weer aan het werk moeten worden geholpen, en over de gevolgen van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Uitgangspunt daarbij is, dat mensen zelf verantwoordelijk worden voor het organiseren van de zorg en hulp die zij nodig hebben. ‘Die wet wordt een nationale ramp’, zei de directeur van de Rotterdamse verslavingszorg, en hij voorzag over tien jaar een parlementaire enquête over de vraag, hoe we het ooit zo ver konden laten komen. Ik denk dat hij gelijk krijgt, want er verschijnen steeds meer rapporten waaruit blijkt, dat de mensen die hulp en zorg nodig hebben nou net de groepen zijn, die dat níet kunnen organiseren. Omdat zij ongeschoold zijn, of ongezond, of slechts een beperkt sociaal netwerk hebben en niet weten tot wie ze zich moeten wenden. Het kabinet legt dit probleem bij de gemeenten neer. Terecht dat die daar niks voor voelen, zolang er geen geld bij wordt geleverd om dat goed uit te voeren.
Een andere spreker was de vice-voorzitter van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling. Zij lichtte vast een tipje van de sluier op van een rapport, dat over twee weken verschijnt. Ook zij was helder: ‘De verzorgingsstaat wordt om zeep geholpen’. Niet de onbetaalbaarheid van de verzorgingsstaat is het probleem, zoals het kabinet ons wil doen geloven, maar het onvermogen om op te komen voor de mensen die het het hardst nodig hebben. De arrangementen van de verzorgingsstaat zijn te duur geworden. Ooit is de verzorgingsstaat uitgevonden om te zorgen voor de mensen die hulp en zorg niet kunnen betalen. Maar sluipenderwijs zijn de voorzieningen uitgegroeid tot een stelsel waar iedereen recht op heeft, ook degenen die het best zelf kunnen betalen. Wat doet het kabinet nu, nu het stelsel te duur wordt? Het voert een generieke korting door, of verhoogt de eigen bijdrage. En door zo’n generieke korting hebben de groepen die het echt nodig hebben, niet meer genoeg aan wat rest aan voorzieningen. WAO’ers worden gekort op hun uitkering, omdat anderen en ten onrechte gebruik van maken. En straks wordt ook nog het persoonsgebonden budget, het budget waar mensen die zorg, hulp of begeleiding behoeven recht op hebben, ‘generiek’ gekort, verwachtte spreekster, zonder dat wordt gekeken naar wie zo’n PGB écht nodig heeft. De rekening wordt zo gelegd bij degenen die toch al in een kwetsbare positie verkeren.
Dat is wel een erg wrange invulling van het profijtbeginsel.

3.11.04

Nieuws

Het heeft wat losgemaakt, mijn pleidooi voor een aangepast ambtsgebed. Een flink stuk op de voorpagina van de Goudsche Courant, veel mondelinge. Misschien moet ik er toch maar een serieus voorstel van gaan maken.
Bij de coalitieonderhandelingen misschien? Want ineens ligt de zaak weer open, nu het CDA vandaag bekendmaakte niet verder te willen met alleen de SGP en de ChristenUnie. Zo’n coalitie is niet breed genoeg, vindt het CDA. En gelijk hebben ze. Dat betekent, dat we nu alle kanten op kunnen. Morgenavond praten de vijf fractievoorzitters en de burgemeester over de vraag: hoe nu verder? Wordt vervolgd, dus.
(Overigens, ik had beloofd nog wat meer te vertellen over de inhoud van het gesprek dat ik eerder had met de drie christelijke partijen. Kortheidshalve verwijs ik daarvoor naar deze toelichting, waarin de PvdA aangeeft waarom ze níet meedoet in zo’n C3/PvdA coalitie. Meer informatie staat ook op www.ouderkerk.pvda.nl.)
Natuurlijk zijn deze ontwikkelingen spannend en belangrijk, maar ze vallen in het niet bij die twee andere zaken die vandaag het nieuws hebben gedomineerd: de moord op Theo van Gogh en de overwinning van George W. Bush. Wat een rotdag, en wat een rotkrant is de Telegraaf toch met die foto van het lichaam van Van Gogh. Ik weet het, nieuws is nieuws, en als ik hoofdredacteur van de Telegraaf was zou ik die foto ook afdrukken, maar niet zo groot en zeker niet op de voorpagina. Leuk voor de kinderen die ’s morgens de krant oprapen van de deurmat. En leuk voor de familie en vrienden van het slachtoffer, die net als ik op straat met dit beeld worden geconfronteerd. Ik wist het altijd al, die krant deugt niet. Vandaag is dat weer eens bevestigd.