5.11.04

Huismus

Terwijl ik dit stukje tik zie ik in de tuin een grote zwarte merel. Vaak strijkt er ook een groep staartmezen neer. Andere regelmatige gasten zijn de kool- en pimpelmezen, roodborstjes en lijsters. Een enkele keer heb ik geluk en zie ik de felblauwe ijsvogel even op een tak boven de sloot rusten. Vooral in de zomer zweven er nogal eens buizerds boven mijn hoofd en ’s nachts hoor ik af en toe de roep van de uil. Pas zag ik een grote zilverreiger, trots en ontzettend wit stond hij aan de slootkant. De natuur binnen handbereik. Trouw klop ik iedere dag het tafelkleed uit, in de ijdele hoop dat ik iets kan bijdragen aan het behoud van de huismus. De huismus en zijn neefje de ringmus staan sinds vandaag op de Rode Lijst van bedreigde vogelsoorten. Een trieste ontwikkeling.
Kan de gemeente iets doen aan het behoud van onze inheemse vogelsoorten? Volgens mij wel. Bij nieuwbouw en verbouw van huizen kunnen eisen worden gesteld aan het soort dakbedekking. Er moet meer ruimte komen onder de dakpannen, zodat de mus er weer ongestoord kan broeden. En in het groenbeleid kan de gemeente rekening houden met nestelmogelijkheden voor de ringmus. In NRC Handelsblad las ik dat een van de oorzaken van de achteruitgang van de ringmus was, het verdwijnen van houtwallen op het platteland. Nou, daar kan met wat goede wil best wat aan gedaan worden, denk ik. Bijvoorbeeld door meer planten te introduceren die met hun geur vogels lokken.
Een paar jaar geleden sprak ik met Manuel Kneepkens van de Stadspartij in Rotterdam over het Rotterdamse bomenbeleid. Hij wil dat in dat beleid veel meer rekening wordt gehouden met ‘vogelvriendelijke’ bomen. Platanen, bijvoorbeeld, zijn schitterende bomen maar je zult er geen vogel in zien, omdat ze geen schors hebben waar allerlei kleine beestjes in zitten, lekkernijen voor de vogel. Ik wil dat pleidooi wel overnemen. Vogels horen bij ons. Als ik ’s in de ochtendschemering op de bus sta te wachten is soms het enige wat ik hoor het geluid van ontwakende vogels. Kleine momenten van puur geluk zijn dat, die ik niet wil missen. Evenmin als de huismus. De ooievaar is van de Rode Lijst zijn afgevoerd. Dat is mooi, maar die vrolijkt mijn tuin niet op.De moraal: we moeten allemaal ons tafelkleed weer buiten uitkloppen, net als we vroeger deden. Weg met de kruimeldief! En de nieuwe woningen in Geer en Zijde en de Sportlaan, daar moeten musvriendelijke dakpannen op komen. Evenals op het nieuwe multifunctionele gebouw in Gouderak.

Geen opmerkingen: