16.3.09

Pi-pelen

Wat 1 mei is voor socialisten en 11 september voor terroristen, is 14 maart voor wiskundigen. Een bijzondere dag.
Zaterdag was het weer pi-dag. In de Angelsaksische notatie wordt 14 maart geschreven als 3/14 en dat is het getal pi ongeveer: 3,14 en dan nog een heleboel cijfers achter de komma. Nerds over de hele wereld trekken die dag een pi-shirt aan en eten apple pie.
Grappig genoeg is 14 maart ook de geboortedag van Albert Einstein, maar dat terzijde.
Ik heb er niets mee, met pi, behalve dat ik het ooit op de middelbare school moest leren als handigheidje om de omtrek of de oppervlakte van een cirkel te kunnen berekenen. Later nooit meer iets mee gedaan natuurlijk.
Wethouder Ria Boere speelt nog wel graag met cirkels.
Ruim zes jaar geleden alweer besloot de gemeenteraad dat bij nieuwbouwprojecten 3 procent van de ruimte moet worden gereserveerd voor speelruimte. Omdat kinderen moeten kunnen bewegen om op te groeien tot gezonde mensen, en omdat kinderen belangrijker zijn dan het blik van geparkeerde auto's.
Maar het college heeft daar niet zo’n boodschap aan. Bij de ontwikkeling van Parkzicht werd speelruimte elders gevonden door met een passer de cirkel rond de locatie wat groter te maken en zie: toen werd die norm ineens gehaald. Toenmalig wethouder Leo Barth speelde ook al graag met wiskunde. Later, bij de plannen met de Zellingwijk, was de norm ‘vergeten’ en moest de projectontwikkelaar terug naar de tekentafel; bij de IJsbaanlocatie werd die er met kunst- en vliegwerk op het laatste moment ingefietst – overigens ook pas na aandringen van de raad.
Het college heeft zes jaar de tijd gehad om de motie te internaliseren, zou je zeggen - maar niets is minder waar.
Nu ligt er het voorstel voor de locatie Goudriaan. Wéér is bij de uitwerking van de plannen geen rekening gehouden met de uitspraak van de raad en wéér probeert het college daar een creatieve draai aan te geven. Want wat schrijft de wethouder? ‘Het college heeft indertijd bij de aanvaarding van de motie gesteld dat bij ontwikkelingsgebieden altijd een straal van 250 meter gehanteerd moet worden.’
Heb ik iets gemist? Ik kan me zo’n uitspraak niet herinneren. Als die ooit is gedaan, dan zou ik daar zeker tegen geprotesteerd hebben. Ik weet niet beter of het college heeft gezegd de motie van de raad over te nemen. En in die motie wordt met geen woord over een ‘straal’ gerept.
Ik kan dat weten, want ik heb die motie destijds zelf opgesteld. En zoals gezegd: ik heb na de middelbare school nooit meer iets met cirkels, stralen en pi gedaan.
Vandaar dat ik de wethouder heb gevraagd: toon maar eens aan dat het college inderdaad zes jaar geleden dat voorbehoud heeft gemaakt, en dat de raad daarmee akkoord is gegaan.
Als zij dat niet kan, dan is er maar één conclusie mogelijk. Dan wordt de raad gepi-peld. Speelruimte is belangrijk, maar met een raadsuitspraak speel je geen spelletjes.

10.3.09

Symboliek

Ter herinnering aan het begin van de Tibetaanse opstand tegen China, vijftig jaar geleden, wappert vandaag aan acht Nederlandse gemeentehuizen de Tibetaanse vlag. Niet in Ouderkerk.
Jammer, het is een mooie vlag.
Ouderkerk is niet zo van het vlaggen. Ouderkerk is helemaal niet zo van de symbolische acties. Ik heb het opgegeven daar vragen over te stellen. Straatspeeldag, boomplantdag – ik heb in het verleden vaak gevraagd of we daar als gemeente ook eens bij stil konden staan, maar tevergeefs. Het werd niet belangrijk gevonden en ik begon mezelf een beetje belachelijk te maken door er steeds op terug te komen. Dus ben ik daar maar mee gestopt.
Natuurlijk, vlaggen voor Tibet is niet meer dan symboliek, zeker als Ouderkerk het doet. Ouderkerk is Amsterdam niet. Maar is dat zo erg? Is het dan niet belangrijk om als overheid, die staat voor universele waarden als vrijheid, democratie en mensenrechten, een duurzame wereld, uiting te geven aan je betrokkenheid bij een onderdrukt volk, bij het klimaatprobleem, bij kinderrechten? Als de overheid dat niet doet, wie dan wel?
Ik pleit voor meer symboliek. Een overheid, ook een gemeente, stáát voor iets en mag dat gerust laten zien. Móet dat laten zien.
Aan een gemeentehuis zouden altijd vlaggen moeten hangen, zoals dat in heel veel Europese landen gebruikelijk is. Daar hangen de nationale en de Europese vlag gebroederlijk naast elkaar. Voor het uithangen van de Nederlandse vlag bestaan overdreven strenge instructies waaraan gemeenten zich moeten houden. Die vlag mag maar op een beperkt aantal dagen per jaar worden gebruikt. Belachelijk natuurlijk, maar we hebben er mee te maken.
Die instructies gelden niet voor de gemeente- en Europese vlag. Niets belet de gemeente om die twee permanent van de gevel van het gemeentehuis te laten wapperen. Doen, dus.
Niet alleen zendt de gemeente daarmee een boodschap uit, het is ook een fraai gezicht.
Daar kan helemaal niets op tegen zijn.