20.12.04

Grontmij

Citaat uit de Goudsche Courant: ‘Het onderzoek dat de gemeente Gouda door de Grontmij liet uitvoeren naar de natuurwaarden in het gebied waar Westergouwe komt, is op punten onjuist en onvolledig. Daarom mag de rapportage niet worden gebruikt voor de milieu-effectrapportage die Gouda voor het plangebied moet maken. Dit stelt de Moordrechtse Milieuvereniging de Zuidplaspolder (MMVZ).’
De geschiedenis herhaalt zich. In mei 2003 veegde de onafhankelijke Commissie voor de Milieueffectrapportage (MER), een club van zeer geleerde deskundigen, een MER van diezelfde Grontmij van tafel. Dat betrof het onderzoek naar de gevolgen voor natuur en milieu van de aanleg van een zuidwestelijke randweg bij Gouda. Die MER was óók geschreven in opdracht van, vooral, de gemeente Gouda.
De kritiek van de MMVZ is niet mals: er is te veel gebruik gemaakt van onderzoek door anderen, er wordt geen informatie over de gebruikte onderzoeksmethoden gegeven, bepaalde resultaten zijn twijfelachtig en sommige zaken zijn helemaal niet onderzocht. Het klinkt ontzettend herkenbaar. Op de MER voor de ZWR had de Commissie ook het nodige aan te merken. Een greep: de Grontmij had moeten kijken naar de knelpunten met natuur, landschap en leefbaarheid en vanuit die knelpunten moeten zoeken naa oplossingen. Had ze niet gedaan. Ook had de Grontmij autonome ontwikkelingen niet consequent meegenomen, waardoor de verschillende alternatieven onvergelijkbaar werden. Verder had de Grontmij onvoldoende laten meewegen dat de Veerstalblokboezem een kerngebied in de ecologische hoofdstructuur is (toch een behoorlijk essentieel gegeven lijkt mij), en ten slotte rommelde de Grontmij maar wat aan met het geven van scores aan de verschillende alternatieven.
Een organisatie die zo’n wanproduct heeft geleverd, laat je bij een volgend groot project toch niet weer een MER opstellen? Wat heeft Gouda bezield?
Nu ligt er voor de ZWR een ‘aanvullende MER’ - zo heet het officieel als de Commissie een MER niet heeft goedgekeurd. De werkelijkheid is dat de Gronmij van de MER haar huiswerk helemaal moest overdoen en dan is het bijna aandoenlijk om te zien hoe de Grontmij deze vernedering in de aanvullende rapportage goedpraat en de geschiedenis vervalst: de aanvulling was nodig, schrijft de Grontmij, in verband met de relatief lange tijdsspanne waarin ook nieuwe normen van kracht waren geworden. ‘Aanvulling moest zich richten op een actualisatie van verouderde gegevens, een aanvulling van ontbrekende gegevens en het benoemen van haalbare alternatieven in zowel maatschappelijke als financiële zin’. En dan gaat de Grontmij verder: ‘Om een zelfstandig leesbaar en overzichtelijk document te krijgen is er voor gekozen een nieuw integraal MER op te stellen.’
Dank je de koekoek, alsof het een genereus gebaar van de Grontmij is. Ze móest dit doen, omdat de vorige MER niet deugde. En of de aanvulling wel deugt, valt nog te bezien. Van de Grontmij kan je alles verwachten, maar niet direct dat ze een deugelijk product aflevert.

14.12.04

Vertrouwen

Hoe vertel ik het de 1.033 Ouderkerkers die in 2002 een stem op de PvdA uitbrachten, en al die anderen die dit misschien in 2006 weer gaan doen? Hoe leg je uit dat de PvdA, hún PvdA, met de drie christelijke partijen in één college gaat zitten? Met die vraag heb ik, heeft de fractie de afgelopen dagen flink geworsteld. Het ís ook geen gemakkelijke boodschap. Tweeënhalf jaar lang hebben we als enige partij oppositie gevoerd tegen een college dat voor driekwart uit dezelfde partijen bestond als waar we nu mee gaan samenwerken. En daarbij flink kritiek geleverd. Op de neerbuigende houding van het college ten opzichte van het hoogste orgaan van de gemeente, de raad. Op het niet nakomen van toezeggingen. Op de armzalige manier van communiceren met de bevolking. Op van alles en nog wat. Verschillende keren gingen we naar de raad met een motie van wantrouwen in de achterzak – en toch gaan we nu samenwerken met de partijen waar we nog maar kort geleden zo’n moeite mee hadden.
In haar laatste nieuwsbrief geeft de fractie een toelichting op dit besluit. We hadden ook flinke eisen gesteld aan deelname aan een college: natuurlijk moest de PvdA als grootste partij een wethouder leveren, dat stond bij voorbaat vast. En er moest een garantie zijn dat Gouderak zijn multifunctioneel gebouw kreeg. Bovendien wilden we ons het recht voorbehouden, op onderdelen van het beleid die voor de PvdA van wezenlijk belang zijn, een eigen koers te blijven varen. En, dat was misschien nog wel het belangrijkste: het vertrouwen van de inwoners van Ouderkerk in het gemeentebestuur moet worden hersteld. Want dat dat onder het vriespunt was gedaald bleek wel uit het burgertevredenheidsonderzoek. Onvoorstelbaar eigenlijk onder een college, dat zichzelf het motto ‘Het vertrouwen waarmaken’ had meegegeven.
Niets is zo funest voor de toekomst van een gemeente als het wegdrijven van haar inwoners van het bestuur. Ouderkerk staat het komend jaar voor moeilijke besluiten die raken aan de kern van de gemeente: de bestuurlijke toekomst (zelfstandig of toch maar in één Krimpenerwaardgemeente), ruimtelijke ingrepen (woningbouw en de ontwikkeling van een bedrijventerrein, de realisering van een multifunctioneel gebouw, de aanleg van een nieuwe begraafplaats - zie ook deze PowerPoint-presentatie! - , een dorpsvisie voor Gouderak, de ontwikkeling van het havenfront in Ouderkerk aan den IJssel, de Zellingwijk niet te vergeten) en een fikse bezuinigingsslag. Besluiten die je niet kunt nemen zonder draagvlak in de gemeenschap, en daar zijn wethouders voor nodig die het vertrouwen van de Ouderkerkers hebben. Ik ben ervan overtuigd dat Leen van Winden zo’n wethouder zal zijn.
De PvdA zou de PvdA niet zijn wanneer ze, daar uitdrukkelijk om gevraagd door de andere partijen, niet haar bestuurlijke verantwoordelijkheid had genomen en in de oppositie was blijven zitten. Dat was de gemakkelijkste weg geweest, maar de PvdA staat er niet om bekend daar altijd voor te kiezen. We gaan die uitdaging, om dat geschonden vertrouwen te herstellen, dus aan. Zónder concessies te doen aan onze uitgangspunten, maar mét goede afspraken met de andere collegepartijen dat het besturen vanaf nu echt anders moet. Open, eerlijk en met een luisterend oor voor wat er leeft in de gemeenschap.De fractievoorzitter van de VVD noemde het in de Goudsche Courant ‘onbegrijpelijk’ dat de PvdA tot dit besluit was gekomen. Ik zou het onbegrijpelijk hebben gevonden als de PvdA zich niet verantwoordelijk had gevoeld voor het bestuur van de gemeente.

6.12.04

Polsbandje (3)

Nog één keer dan, de kwestie van de mobiele spreekuurlocaties. Vandaag reageerde de betrokken Goudsche Courant-journalist op mijn vorige stukje. Hij mailde mij het volgende: Leo, nadat ik enkele weken terug tijdens een commissie Ouderkerk jouw vragen had genoteerd over een mobiel spreekuur, heb ik die vragen later eens telefonisch voorgelegd aan de politie. Een woordvoerder meldde mij, nadat deze de betrokken mensen binnen de politie had gesproken, dat het onderwerp mobiele spreekuren niet ter sprake is geweest. en dus in de Krimpenerwaard niet van toepassing is. Ook optie 1 kan wat mij betreft dus vervallen.
Dat laat aan duidelijkheid niets te wensen over en eerlijk gezegd had ik, gezien de stelligheid van het citaat, ook niets anders verwacht. Om dan maar te variëren op de vraag die ik in het eerste stukje opwierp: als je een politiewoordvoerder al niet meer kan geloven, wie dan wel?

1.12.04

Polsbandje (2)

Eergisteren schreef ik dat twee achtereenvolgende burgemeesters hun toezegging aan de gemeenteraad, om met de politie te spreken over het idee van mobiele spreekuurlocaties, niet waren nagekomen. Ik baseerde me daarbij op een krantenstukje waarin een woordvoerder van de politie werd geciteerd: ‘Volgens een woordvoerder van de politie is dat nooit onderwerp van gesprek geweest. Toen duidelijk werd dat het politiebureau in Ouderkerk aan den IJssel zou worden opgeheven, is alleen gezocht naar andere, vaste onderkomens.’ Ik sloot mijn stukje af met de vraag: als je burgemeesters al niet meer kan vertrouwen, wie dan wel?
Gisteren zei burgemeester Hans Oosters tijdens een openbare commissievergadering, dat hij het idee wél had besproken met de politie. Maar dat het, op grond van ervaringen met zo’n project in Zeeland, vanwege de kosten niet verder is uitgewerkt.
Op hoge toon werd ik daarop door de fractievoorzitter van de ChristenUnie voor mijn weblogstukje ter verantwoording geroepen. Hoe haalde ik het in mijn hoofd om de burgemeester onbetrouwbaar te noemen? Had ik niet eerst even de feiten kunnen checken? En ik moest mijn excuses aanbieden, in de vergadering én op mijn weblog.
Ik ben soms blij met mijn collega-raadslid, omdat hij als geen ander de voortgang der zaken bewaakt en alles nauwgezet bijhoudt. Ik kan bij wijze van spreken blindvaren op zijn archief. Dat is prettig voor iemand die meer van de grote lijnen is. Maar ik heb er moeite mee als hij zich ook opwerpt als het moreel kompas van de gemeenteraad. Of en wanneer er excuses moeten worden gemaakt, bepaal ik zelf wel. Liefst in samenspraak met degene die het betreft. Of nadat ik daar door een rechter toe word gedwongen. Maar niet omdat een ander raadslid dat van mij eist.
Even terug naar de zaak. Er zijn drie mogelijkheden: de journalist van de krant heeft de politiewoordvoerder verkeerd geciteerd, de politiewoordvoerder heeft zomaar iets gezegd zonder kennis van zaken, of de burgemeester probeert achteraf iets goed te praten en sprak gisteravond niet de waarheid. Laat ik gelijk maar zeggen dat ik die laatste mogelijkheid uitsluit. Ik ken Hans Oosters al wat langer dan vandaag en als ik één bestuurder op zijn woord vertrouw, dan is hij het wel. Waarbij de suggestie van onbetrouwbaarheid wat mij betreft is rechtgezet. Als mijn slotzin van eergisteren die indruk heeft gewekt, dan is dat niet terecht. Zijn dit excuses? Ik denk dat het voor de burgemeester voldoende is en zo niet, dan hoor ik dat graag. Van hemzelf.