14.12.05

Stijf en truttig

Twee maanden geleden schreef ik op deze plek over de Belgische vice-premier Freya Van den Bossche. Een vrouw naar mijn hart, bekende ik toen. Ik vind haar steeds leuker worden. In het kerstnummer van Vrij Nederland dat binnenkort verschijnt, haalt ze flink uit naar haar Nederlandse collega’s. Stijf, truttig en kleinburgerlijk, noemt zij onze ministers. ‘Is Balkenende 49? Zou je niet zeggen. Die droeg op zijn negentiende waarschijnlijk al zo’n gestreept pak.’ En over Donner: ‘Jezus, wat kijkt hij plechtig uit zijn ogen. Is hij van adel?’
Heerlijk, dat onverbloemde taalgebruik. En ze heeft nog gelijk ook natuurlijk.
En hoe reageren onze ministers? Kleinzielig. Een Belgenmop, noemde Gerrit Zalm het. En Hans Hoogervorst (u weet wel, die minister die dat kotsgebaar maakte toen Wouter Bos in de Tweede Kamer aan het woord was) deed net alsof hij nog nooit van de jonge Belgische vice-premier had gehoord. Een beginnersfout, noemde hij haar uitspraken. Moet hij zeggen, wie maakt er nou de echte fouten?
Een tijdje geleden ruilden de Nieuwerkerkse burgemeester André Bonthuis en zijn collega van het Duitse Bückeburg, Edeltraut Müller, een weekje van positie. Hij ging naar Duitsland, zij kwam naar Nederland. Het zou een goed idee zijn om dat op kabinetsniveau ook eens te doen. Laat Freya de ramen maar eens open zetten om een frisse wind door de Trêveszaal te laten waaien. Zij is minister van begroting, dus ze kan Zalm vervangen. Dan mag ze de Belgische premier Guy Verhofstadt meenemen, zodat Balkenende de Belgen wat normen en waarden kan bijbrengen. De Belgen mogen dan hier blijven tot het kabinet-Bos aantreedt. Dat zal vast een stuk minder stijf en truttig zijn.