Afgelopen voorjaar werd ik, als ik mijn zondagse rondje via Schaapjeszijde door de Krimpenerwaard rende, een paar keer aangevallen door een kievit die laag over mijn hoofd scheerde, waarschijnlijk omdat ik iets te dicht in de buurt van haar eieren kwam. Eerder in het voorjaar ging ik regelmatig met mijn dochter en een verrekijker naar een weiland in Achterbroek. Wij wisten dat daar een buizerdpaar nestelde en hoopten een glimp van de net uit het ei gekropen jongen te kunnen opvangen. Wat is gelukt, en het schepte gelijk een band. Het feest was dan ook groot toen we weken later vader, moeder en de drie kinderen buizerd boven ons huis zagen zweven, alsof ze ons kwamen laten zien hoe goed ze al konden vliegen.
’s Nachts hoor ik regelmatig de uil in de Stolwijkseboezem en sinds een paar jaar laat iedere winter de ijsvogel zijn prachtige kleuren zien in mijn achtertuin. Vorige week was ’ie er weer, voor het eerst dit jaar.
Voor vogelliefhebbers is de Krimpenerwaard een paradijs. En nu hebben we een nieuw exemplaar: de papegaai. Het zijn er inmiddels al zo veel, dat we bijna van een inheemse soort kunnen spreken.
Een aantal papegaaien kwam vorige week aan het woord in de nieuwsbrief van de Rabobank, in Gouderak huis-aan-huis verspreid. De redactie van de nieuwsbrief vroeg tien Gouderakse winkeliers naar hun toekomstverwachting van het dorp. Drie van hen noemden het Veenweidepact en het mogelijk niet doorgaan van het bedrijventerrein Veerstalblok ‘bedreigend’. Als dat doorgaat, wordt groeien onmogelijk, zei de een. Dat gaat klanten kosten, zei de ander. En de derde papegaaide: ‘Dat scheelt toch weer klanten voor de winkels hier.’
Geen woord over de ambitie van het dorp om te groeien naar drieduizend inwoners. Slechts een enkeling noemde de nieuwbouw van de Zellingwijk als een mooie kans, en dan nog zuinigjes: ‘Alle beetjes helpen.’ Niemand sprak over de mogelijkheden die het vrijkomen van de locaties biedt als straks het multifunctioneel gebouw er staat.
Ik neem het de winkeliers niet kwalijk. Zij herhalen slechts wat mijn collega-raadsleden al een tijdje roepen en van raadsleden mag je verwachten, dat ze een redelijk waarheidsgetrouw beeld van de werkelijkheid neerzetten.
Echter niet in dit geval. Mijn collega’s van het CDA, de VVD, de SGP en de ChristenUnie zijn, zonder hun argumenten ook maar enigszins te onderbouwen, erin geslaagd om hun onzinnige fictie van een stervend dorp als gevolg van het Veenweidepact en het niet doorgaan van Veerstalblok in het dorp te laten indalen. Politiek is oorlog, en we weten allemaal dat in een oorlog de waarheid het eerste slachtoffer is. Of geef ik ze nu te veel eer, en hebben zij op hun beurt de ondernemerslobby nagepraat? Dan zijn er nog veel meer papegaaien dan ik vreesde.
Papegaaien, het zijn net eksters. Ze zijn prachtig om te zien, maar ze maken veel herrie en gaan na een tijdje irriteren.
Leo Mudde was tot 2010 gemeenteraadslid voor de PvdA in Ouderkerk. Nu is hij voorzitter van de afdeling PvdA Krimpenerwaard. Voor de PvdA Zuid-Holland staat hij op de kandidatenlijst voor de Provinciale Statenverkiezingen van 18 maart 2015. Hier geeft hij op persoonlijke titel commentaar op plaatselijke ontwikkelingen en reflecties op de landelijke politiek.
18.12.07
11.12.07
Getrennt
De K5-gemeenten zijn vanuit verschillende posities aan de samenwerking begonnen. Sommige waren sterk, met veel ambtenaren en veel geld op de bank. Andere startten het avontuur met een rood banksaldo en een minimale capaciteit. De ene had een sterke burgemeester, met een heldere visie op de toekomst, bij de andere wisselden de burgemeesters elkaar in hoog tempo af en was van bestuurlijke continuïteit nauwelijks sprake. Toch begonnen zij een aantal jaren geleden allemaal aan het K5-avontuur. Samen. Om efficiencyvoordelen te halen, maar ook om te laten zien dat samenwerken kán en dat een gemeentelijke herindeling, die als een zwaard van Damocles boven de waard hangt, niet nodig is.
Getrennt marschieren, vereint schlagen.
Vorig jaar werd de Krimpenerwaardraad opgericht, met als doel inderdaad samen die slag te maken. Veel mooie woorden werden eraan gewijd, maar in de praktijk blijken de plaatselijke belangen erg vaak te prevaleren boven het gezamenlijk belang. Van vereint schlagen is nog nauwelijks sprake, na iedere vergadering lijken de gemeenten weer een stukje verder van elkaar verwijderd.
Vanavond staat een nieuwe lakmoesproef op de agenda. De raad moet besluiten over de verdeelsleutel: hoeveel moet iedere gemeente betalen aan de uitvoering van collectief afgesproken beleid? Wat zou logischer zijn om daarvoor één heldere maatstaf af te spreken? Het aantal inwoners bijvoorbeeld: kleine gemeenten betalen naar verhouding minder dan grote. Of de uitkering uit het Gemeentefonds die gemeenten ontvangen van het Rijk; daarmee wordt al rekening gehouden met verschillen tussen gemeenten, dus die discussie hoeft dan in de K5 niet opnieuw plaats te vinden.
Maar de logica ligt niet in de mond van de K5-raadsleden bestorven. Vanavond zal wéér blijken dat het plaatselijk belang zwaarder weegt dan het collectief belang. Getrennt marschieren, dat kunnen we als de beste. Maar in plaats van aan het front bij elkaar te komen, solidair te zijn, lopen we steeds verder van elkaar weg. De tegenstander lacht zich rot; we maken het de provincie wel erg makkelijk om volgend jaar, na de evaluatie van de samenwerking, te zeggen: ‘Die K5 van jullie lijkt nergens op, we maken er één gemeente van.’
Mij hoor je dan niet klagen. Maar al die mensen die zo hoog opgeven van zelfstandige gemeenten moeten zich bedenken, dat ze dat dan voor een belangrijk deel zichzelf kunnen verwijten.
Getrennt marschieren, vereint schlagen.
Vorig jaar werd de Krimpenerwaardraad opgericht, met als doel inderdaad samen die slag te maken. Veel mooie woorden werden eraan gewijd, maar in de praktijk blijken de plaatselijke belangen erg vaak te prevaleren boven het gezamenlijk belang. Van vereint schlagen is nog nauwelijks sprake, na iedere vergadering lijken de gemeenten weer een stukje verder van elkaar verwijderd.
Vanavond staat een nieuwe lakmoesproef op de agenda. De raad moet besluiten over de verdeelsleutel: hoeveel moet iedere gemeente betalen aan de uitvoering van collectief afgesproken beleid? Wat zou logischer zijn om daarvoor één heldere maatstaf af te spreken? Het aantal inwoners bijvoorbeeld: kleine gemeenten betalen naar verhouding minder dan grote. Of de uitkering uit het Gemeentefonds die gemeenten ontvangen van het Rijk; daarmee wordt al rekening gehouden met verschillen tussen gemeenten, dus die discussie hoeft dan in de K5 niet opnieuw plaats te vinden.
Maar de logica ligt niet in de mond van de K5-raadsleden bestorven. Vanavond zal wéér blijken dat het plaatselijk belang zwaarder weegt dan het collectief belang. Getrennt marschieren, dat kunnen we als de beste. Maar in plaats van aan het front bij elkaar te komen, solidair te zijn, lopen we steeds verder van elkaar weg. De tegenstander lacht zich rot; we maken het de provincie wel erg makkelijk om volgend jaar, na de evaluatie van de samenwerking, te zeggen: ‘Die K5 van jullie lijkt nergens op, we maken er één gemeente van.’
Mij hoor je dan niet klagen. Maar al die mensen die zo hoog opgeven van zelfstandige gemeenten moeten zich bedenken, dat ze dat dan voor een belangrijk deel zichzelf kunnen verwijten.
10.12.07
Eend
In de Volkskrant van vandaag staat een mooie archieffoto van prins Willem-Alexander, vier jaar oud, die door zijn ouders naar school wordt gebracht. Zijn eerste schooldag was in 1973 landelijk nieuws, evenals nu de eerste schooldag van Alex’ dochter Amalia. Royalty blijft scoren.
Lief jongetje trouwens, onze kroonprins. Toen hij nog klein was.
Het zal ongeveer 1982 zijn geweest toen ik hem ontmoette in de tuin van paleis Huis ten Bosch. Ik zat in dienst en was belast met de postbezorging van het Koninklijk Huis. Mooie baan, met een stapel enveloppen rijden van paleis Noordeinde naar Huis ten Bosch, door naar Soestdijk en Lage Vuursche en weer terug. Op Soestdijk adviseerde ik prinses Juliana over het motief van een nieuw behang en bij Huis ten Bosch kwam ik dus Alex tegen, die mij met Haagse tongval aansprak: ‘Hé soldaat, zit er wat voor mèh bèh?’
Ik heb hem alleen maar strak aangekeken. Brutale vlegel, hij had op z’n minst ‘meneer’ kunnen zeggen.
Het is tussen mij en het koningshuis nooit meer helemaal goedgekomen.
Maar het gaat mij nu niet om Alex, maar om die foto uit 1973.
In het centrum van de foto natuurlijk het kleine blonde prinsje, geflankeerd door zijn trotse ouders. Op de achtergrond, waar ze horen, twee mannen in pak. Zij houden de koninklijke familie goed in de gaten. Veiligheidsagenten natuurlijk. Wat mij intrigeert zijn niet de mensen, maar de auto die half verborgen achter prins Claus staat. Alleen de rode motorkap is zichtbaar en die laat weinig te raden over: het is een 2CV, een Lelijke Eend. Het lijkt alsof het de auto is waarmee de familie het ritje heeft gemaakt van Drakestein naar de lagere school in Baarn.
Zou het? Zou Alex echt zo ‘gewoon’ zijn opgevoed dat ze bij hem thuis een Eend hadden? Als dat zo is, dan hebben smaak en budget van Beatrix in de loop der tijd wel een evolutie doorgemaakt. Het wagenpark in de koninklijke stallen bestaat nu vooral uit grote Volvo’s van het type S80.
Van Eend naar Volvo, mijn droom.
Het laatste deel van die droom is werkelijkheid geworden. Ik rijd een dieselslurpende Volvo, oud genoeg om niet voor de montage van een roetfilter in aanmerking te komen. Dus zit ik nu in de rare spagaat waarin ik aan de ene kant in de gemeenteraad een actief klimaatbeleid van de gemeente bepleit, en aan de andere kant dat doel met mijn Volvo bij voorbaat frustreer. Goed, ik gebruik ’m selectief en we hebben samen, mijn vrouw en ik, maar één auto – dus veel meer dan de gemiddelde Ouderkerker zullen we niet vervuilen, maar toch moet ik bij iedere koude start weer even slikken als ik de straat hul in een enorme rookwolk.
Het eerste deel van mijn droom is nooit uitgekomen. Mijn eerste auto was een Toyota 1000. Daarna volgden nog een trits Toyota’s en Volkswagens en ten slotte de Volvo. Maar god, wat had ik graag een Eend gehad. Met open dak naar Parijs en verder, veel leeftijdgenoten van mij hebben het gedaan. Ik niet, en dat spijt me nog steeds. Al het geëxperimenteer met drank, drugs (nou ja, een enkel blowtje) en seks ten spijt, heb ik het idee dat ik zonder Eend in de jaren zeventig niet voluit heb geleefd. Daarom koester ik nog steeds de stille wens om ooit nog eens een Eend te kopen. Geen oude, want zelf sleutelen is niets voor mij. Gelukkig lijkt Citroën het voorbeeld van Volkswagen en de Kever te volgen en werkt het bedrijf aan een nieuwe 2CV, die wellicht in 2009 op de markt komt.
Ruil ik dan de Volvo in? Natuurlijk niet, dat doet Beatrix toch ook niet? Wie eenmaal een Volvo heeft gehad, wil nooit meer iets anders.
Wordt het toch die tweede auto. En heb ik straks weer iets uit te leggen.
Lief jongetje trouwens, onze kroonprins. Toen hij nog klein was.
Het zal ongeveer 1982 zijn geweest toen ik hem ontmoette in de tuin van paleis Huis ten Bosch. Ik zat in dienst en was belast met de postbezorging van het Koninklijk Huis. Mooie baan, met een stapel enveloppen rijden van paleis Noordeinde naar Huis ten Bosch, door naar Soestdijk en Lage Vuursche en weer terug. Op Soestdijk adviseerde ik prinses Juliana over het motief van een nieuw behang en bij Huis ten Bosch kwam ik dus Alex tegen, die mij met Haagse tongval aansprak: ‘Hé soldaat, zit er wat voor mèh bèh?’
Ik heb hem alleen maar strak aangekeken. Brutale vlegel, hij had op z’n minst ‘meneer’ kunnen zeggen.
Het is tussen mij en het koningshuis nooit meer helemaal goedgekomen.
Maar het gaat mij nu niet om Alex, maar om die foto uit 1973.
In het centrum van de foto natuurlijk het kleine blonde prinsje, geflankeerd door zijn trotse ouders. Op de achtergrond, waar ze horen, twee mannen in pak. Zij houden de koninklijke familie goed in de gaten. Veiligheidsagenten natuurlijk. Wat mij intrigeert zijn niet de mensen, maar de auto die half verborgen achter prins Claus staat. Alleen de rode motorkap is zichtbaar en die laat weinig te raden over: het is een 2CV, een Lelijke Eend. Het lijkt alsof het de auto is waarmee de familie het ritje heeft gemaakt van Drakestein naar de lagere school in Baarn.
Zou het? Zou Alex echt zo ‘gewoon’ zijn opgevoed dat ze bij hem thuis een Eend hadden? Als dat zo is, dan hebben smaak en budget van Beatrix in de loop der tijd wel een evolutie doorgemaakt. Het wagenpark in de koninklijke stallen bestaat nu vooral uit grote Volvo’s van het type S80.
Van Eend naar Volvo, mijn droom.
Het laatste deel van die droom is werkelijkheid geworden. Ik rijd een dieselslurpende Volvo, oud genoeg om niet voor de montage van een roetfilter in aanmerking te komen. Dus zit ik nu in de rare spagaat waarin ik aan de ene kant in de gemeenteraad een actief klimaatbeleid van de gemeente bepleit, en aan de andere kant dat doel met mijn Volvo bij voorbaat frustreer. Goed, ik gebruik ’m selectief en we hebben samen, mijn vrouw en ik, maar één auto – dus veel meer dan de gemiddelde Ouderkerker zullen we niet vervuilen, maar toch moet ik bij iedere koude start weer even slikken als ik de straat hul in een enorme rookwolk.
Het eerste deel van mijn droom is nooit uitgekomen. Mijn eerste auto was een Toyota 1000. Daarna volgden nog een trits Toyota’s en Volkswagens en ten slotte de Volvo. Maar god, wat had ik graag een Eend gehad. Met open dak naar Parijs en verder, veel leeftijdgenoten van mij hebben het gedaan. Ik niet, en dat spijt me nog steeds. Al het geëxperimenteer met drank, drugs (nou ja, een enkel blowtje) en seks ten spijt, heb ik het idee dat ik zonder Eend in de jaren zeventig niet voluit heb geleefd. Daarom koester ik nog steeds de stille wens om ooit nog eens een Eend te kopen. Geen oude, want zelf sleutelen is niets voor mij. Gelukkig lijkt Citroën het voorbeeld van Volkswagen en de Kever te volgen en werkt het bedrijf aan een nieuwe 2CV, die wellicht in 2009 op de markt komt.
Ruil ik dan de Volvo in? Natuurlijk niet, dat doet Beatrix toch ook niet? Wie eenmaal een Volvo heeft gehad, wil nooit meer iets anders.
Wordt het toch die tweede auto. En heb ik straks weer iets uit te leggen.
5.12.07
Zak
Als je op 5 december een blog schrijft, moet het toch een beetje over Sinterklaas gaan. Zoals je op 1 mei, 16 november en 1 december over de dag van respectievelijk arbeid, tolerantie en aids moet schrijven, maar dat zijn nou net de dagen waarop in huize-Mudde verjaardagen worden gevierd en van een blog komt dan niet zo veel.
Maar vandaag is de dag van Sinterklaas.
De tijd van vol verwachting kloppende kinderhartjes zijn we al jaren voorbij, dus wat kan ik nou over Sinterklaas schrijven, anders dan dat ik tot gisteravond laat heb zitten worstelen met de computer om er nog enigszins leesbare gedichten uit te persen? Mij schiet eigenlijk alleen een voorval van een paar weken geleden te binnen. Mijn zoon was toevallig in Moordrecht toen daar de Sint bij de veerstoep werd ingehaald door de plaatselijke jeugd. Verbijsterd constateerde hij, dat de Pieten het strooigoed in zakjes hadden verpakt en die uitdeelden, omdat de gemeente het strooien had verboden. Kinderen zouden zomaar ziek kunnen worden als ze van de straat eten.
Het moet niet veel gekker worden.
Verpakt strooigoed, het is een contradictio in terminis. Strooigoed moet je met een ferme zwaai over straat strooien, daarom heet het zo. Van dat beetje straatvuil wordt een kind echt niet ziek. We gaan wel erg ver in de bescherming van onze kinderen.
Goed, dat was een week of twee geleden.
Gisteren kwam het AD met een surprise: een interview met Bart van Gulick. Hij is directeur van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Krimpenerwaard. Wat zegt Van Gulick? ‘Het bedrijfsterrein Veerstalblok gaat er gewoon komen’.
Dat mag meneer Van Gulick helemaal niet zeggen. Althans, niet als directeur van de ROM-K. Of dat terrein er komt of niet, is een politieke keuze. Van Gulick is geen politicus, hij is niet door de bevolking gekozen vanwege zijn mening - nee: hij is door de politiek aangesteld om beleid uit te voeren. En dat beleid houdt vooralsnog in, dat het bedrijventerrein er niet komt. Strooigoed moet je strooien, politieke uitspraken zijn het domein van politici.
Het is niet de eerste keer dat Van Gulick op de stoel van de politiek gaat zitten. Dat deed hij ook al in Het Kontakt, in augustus. En nog eerder moest hij de website van de ROM-K aanpassen omdat hij daar op had laten zetten dat het bedrijventerrein er kwam, lang vóór de Ouderkerkse gemeenteraad zich daarover had uitgesproken.
Wie wijst deze man zijn plaats? Gebeurt het vanavond misschien, als de Sint bij hem langs komt: ‘Zo Bart, wat lees ik nou over jou in mijn boek? Dat is niet zo fraai hè? Kom jij maar eens even bij Sinterklaas.’
Dat wordt de zak, een enkele reis Spanje. Groot land. Ruimte genoeg voor heel veel Veerstalblokken.
Maar vandaag is de dag van Sinterklaas.
De tijd van vol verwachting kloppende kinderhartjes zijn we al jaren voorbij, dus wat kan ik nou over Sinterklaas schrijven, anders dan dat ik tot gisteravond laat heb zitten worstelen met de computer om er nog enigszins leesbare gedichten uit te persen? Mij schiet eigenlijk alleen een voorval van een paar weken geleden te binnen. Mijn zoon was toevallig in Moordrecht toen daar de Sint bij de veerstoep werd ingehaald door de plaatselijke jeugd. Verbijsterd constateerde hij, dat de Pieten het strooigoed in zakjes hadden verpakt en die uitdeelden, omdat de gemeente het strooien had verboden. Kinderen zouden zomaar ziek kunnen worden als ze van de straat eten.
Het moet niet veel gekker worden.
Verpakt strooigoed, het is een contradictio in terminis. Strooigoed moet je met een ferme zwaai over straat strooien, daarom heet het zo. Van dat beetje straatvuil wordt een kind echt niet ziek. We gaan wel erg ver in de bescherming van onze kinderen.
Goed, dat was een week of twee geleden.
Gisteren kwam het AD met een surprise: een interview met Bart van Gulick. Hij is directeur van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Krimpenerwaard. Wat zegt Van Gulick? ‘Het bedrijfsterrein Veerstalblok gaat er gewoon komen’.
Dat mag meneer Van Gulick helemaal niet zeggen. Althans, niet als directeur van de ROM-K. Of dat terrein er komt of niet, is een politieke keuze. Van Gulick is geen politicus, hij is niet door de bevolking gekozen vanwege zijn mening - nee: hij is door de politiek aangesteld om beleid uit te voeren. En dat beleid houdt vooralsnog in, dat het bedrijventerrein er niet komt. Strooigoed moet je strooien, politieke uitspraken zijn het domein van politici.
Het is niet de eerste keer dat Van Gulick op de stoel van de politiek gaat zitten. Dat deed hij ook al in Het Kontakt, in augustus. En nog eerder moest hij de website van de ROM-K aanpassen omdat hij daar op had laten zetten dat het bedrijventerrein er kwam, lang vóór de Ouderkerkse gemeenteraad zich daarover had uitgesproken.
Wie wijst deze man zijn plaats? Gebeurt het vanavond misschien, als de Sint bij hem langs komt: ‘Zo Bart, wat lees ik nou over jou in mijn boek? Dat is niet zo fraai hè? Kom jij maar eens even bij Sinterklaas.’
Dat wordt de zak, een enkele reis Spanje. Groot land. Ruimte genoeg voor heel veel Veerstalblokken.
26.11.07
Open brief
Aan:
Peter van Heemst,
Fractievoorzitter PvdA Rotterdam
Beste Peter,
In de Volkskrant van vanmorgen las ik je pleidooi voor een hogere vergoeding voor raadsleden. ‘Onze gemeenteraadsleden worden uitgewoond’, stond erboven. Het werk in de gemeenteraad is veel zwaarder en ingewikkelder dan het werk in de Tweede Kamer, schreef je. Jij kunt het weten, je bent lid geweest van de Kamer.
Je schreef ook: ‘De gemeenten en de gemeenteraadsleden zien hun werk gigantisch groeien. Dat goed, want we zitten er, veel meer dan de Kamerleden, bovenop. Maar dan moet er ook de erkenning zijn dat deze functie om een stevige vergoeding en een solide rechtspositie vraagt. We krijgen nu ongeveer eenvijfde van wat Kamerleden verdienen! Een wanverhouding dus.’
Ik kan de grote lijn van je pleidooi onderstrepen. En ik ben blij dat jij, als prominent PvdA’er en fractievoorzitter in een grote gemeente, de gêne om voor je eigen portemonnee te pleiten van je af hebt geworpen. Ik heb het op mijn bescheiden schaal op deze plek ook al eens gedaan, maar het blijft ongemakkelijk, hardop zeggen dat je eigenlijk recht hebt op meer geld.
Maar eenvijfde van wat Kamerleden verdienen? Was het maar waar! Ja, in Rotterdam misschien, waar raadsleden een vergoeding van bijna tweeduizend euro per maand krijgen (exclusief de onkostenvergoeding). Maar hoe kleiner de gemeente, hoe lager de vergoeding. Is het in een middelgrote stad als Gouda nog 1150 euro, in Ouderkerk is het niet meer dan 246 euro. Dat is, om jouw vergelijking door te trekken, nog minder dan eenvijfentwintigste van een Kamerlid. Of: ongeveer eenvijfde van wat jij en je collega-raadsleden in Rotterdam verdienen.
Over wanverhoudingen gesproken.
Rechtvaardigt het verschil in gemeentegrootte deze verschillen? Is het werk van een raadslid in Rotterdam of Gouda zoveel zwaarder of moeilijker dan in Ouderkerk? Dat waag ik te betwijfelen. Ik ken de dikte van de enveloppen niet die jij in Rotterdam op de mat vindt, maar ik ken wel de omvang van jouw fractie: 18 mensen. Vele handen maken licht werk: wat een verschil met een fractie van vier, zoals die van mij – en dan zijn wij nog de grootste in Ouderkerk! Goed, jullie hebben in Rotterdam problemen die wij niet kennen. Maar net als jij hebben ook wij ons moeten verdiepen in grote dossiers als de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Wet werk en bijstand. Als je met z’n vieren bent, is het werk wat lastiger te verdelen dan met z’n achttienen.
Daar komt bij, dat jij een griffie van 24 mensen tot je beschikking hebt die je ondersteunt en adviseert. Wij hebben in Ouderkerk één griffier en een griffiemedewerker, samen goed voor ongeveer één voltijdsfunctie. Dat we vijf keer zo weinig verdienen als jij, is één ding. Dat we vierentwintig keer zo weinig ondersteuning hebben, is verbijsterend.
Wat ik zeggen wil: ik vind het hartstikke goed dat je de aandacht vestigt op een serieus probleem. Het was echter beter geweest als je even van je grootstedelijke Olympus was afgedaald en ook was ingegaan op de problemen van raadsleden in kleine gemeenten. Of we hadden het stuk samen kunnen schrijven. Dat is niet gebeurd, maar misschien wil jij in je lobby bij je oud-collega’s in de Tweede Kamer ook even de ondermaatse beloning van raadsleden in kleine gemeenten meenemen? Alvast bedankt.
Met vriendelijke groet,
Leo Mudde, je collega in Ouderkerk
Peter van Heemst,
Fractievoorzitter PvdA Rotterdam
Beste Peter,
In de Volkskrant van vanmorgen las ik je pleidooi voor een hogere vergoeding voor raadsleden. ‘Onze gemeenteraadsleden worden uitgewoond’, stond erboven. Het werk in de gemeenteraad is veel zwaarder en ingewikkelder dan het werk in de Tweede Kamer, schreef je. Jij kunt het weten, je bent lid geweest van de Kamer.
Je schreef ook: ‘De gemeenten en de gemeenteraadsleden zien hun werk gigantisch groeien. Dat goed, want we zitten er, veel meer dan de Kamerleden, bovenop. Maar dan moet er ook de erkenning zijn dat deze functie om een stevige vergoeding en een solide rechtspositie vraagt. We krijgen nu ongeveer eenvijfde van wat Kamerleden verdienen! Een wanverhouding dus.’
Ik kan de grote lijn van je pleidooi onderstrepen. En ik ben blij dat jij, als prominent PvdA’er en fractievoorzitter in een grote gemeente, de gêne om voor je eigen portemonnee te pleiten van je af hebt geworpen. Ik heb het op mijn bescheiden schaal op deze plek ook al eens gedaan, maar het blijft ongemakkelijk, hardop zeggen dat je eigenlijk recht hebt op meer geld.
Maar eenvijfde van wat Kamerleden verdienen? Was het maar waar! Ja, in Rotterdam misschien, waar raadsleden een vergoeding van bijna tweeduizend euro per maand krijgen (exclusief de onkostenvergoeding). Maar hoe kleiner de gemeente, hoe lager de vergoeding. Is het in een middelgrote stad als Gouda nog 1150 euro, in Ouderkerk is het niet meer dan 246 euro. Dat is, om jouw vergelijking door te trekken, nog minder dan eenvijfentwintigste van een Kamerlid. Of: ongeveer eenvijfde van wat jij en je collega-raadsleden in Rotterdam verdienen.
Over wanverhoudingen gesproken.
Rechtvaardigt het verschil in gemeentegrootte deze verschillen? Is het werk van een raadslid in Rotterdam of Gouda zoveel zwaarder of moeilijker dan in Ouderkerk? Dat waag ik te betwijfelen. Ik ken de dikte van de enveloppen niet die jij in Rotterdam op de mat vindt, maar ik ken wel de omvang van jouw fractie: 18 mensen. Vele handen maken licht werk: wat een verschil met een fractie van vier, zoals die van mij – en dan zijn wij nog de grootste in Ouderkerk! Goed, jullie hebben in Rotterdam problemen die wij niet kennen. Maar net als jij hebben ook wij ons moeten verdiepen in grote dossiers als de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Wet werk en bijstand. Als je met z’n vieren bent, is het werk wat lastiger te verdelen dan met z’n achttienen.
Daar komt bij, dat jij een griffie van 24 mensen tot je beschikking hebt die je ondersteunt en adviseert. Wij hebben in Ouderkerk één griffier en een griffiemedewerker, samen goed voor ongeveer één voltijdsfunctie. Dat we vijf keer zo weinig verdienen als jij, is één ding. Dat we vierentwintig keer zo weinig ondersteuning hebben, is verbijsterend.
Wat ik zeggen wil: ik vind het hartstikke goed dat je de aandacht vestigt op een serieus probleem. Het was echter beter geweest als je even van je grootstedelijke Olympus was afgedaald en ook was ingegaan op de problemen van raadsleden in kleine gemeenten. Of we hadden het stuk samen kunnen schrijven. Dat is niet gebeurd, maar misschien wil jij in je lobby bij je oud-collega’s in de Tweede Kamer ook even de ondermaatse beloning van raadsleden in kleine gemeenten meenemen? Alvast bedankt.
Met vriendelijke groet,
Leo Mudde, je collega in Ouderkerk
25.9.07
Rouvoet
Liliane wie…?
’t Blijft een verrassende partij, die PvdA.
Door alle commotie rond de strijd om het voorzitterschap zou je bijna vergeten, dat het congres op 6 oktober een compleet nieuw bestuur moet kiezen. Op de voordracht staat op de tweede plaats, achter Liliane Ploumen, de Tilburgse wethouder Jan Hamming. Een van de vertrouwelingen en adviseurs van Wouter Bos. Als het congres de voordracht overneemt, maakt dat de positie van Wouter weer een stukje sterker. Een man uit het lokaal bestuur, iemand die met z’n poten in de gemeentelijke modder staat. Geen verkeerde keus, lijkt mij. Het maakt het verlies van Jan Pronk iets draaglijker.
Goed. Van de Amsterdamse grachtengordel waar het partijbureau is gehuisvest is het een kleine stap naar het Binnenhof, waar het kabinet vorige week zijn eerste begroting presenteerde. Met genoegen las ik het programma van minister André Rouvoet (Jeugd en Gezin). Van de ChristenUnie, maar hij zegt zinnige dingen. Hij wil, wat de PvdA in Ouderkerk al heel lang bepleit. Zo moeten in 2011 alle gemeenten de inspraak van jongeren hebben georganiseerd. In Ouderkerk starten we de discussie over jeugdraden in 2008, zo staat in het collegeprogramma. De druk die Rouvoet nu op de ketel zet, is in ons voordeel.
En dan: de beruchte 3%-norm. Al een paar jaar geleden besloot de Ouderkerkse gemeenteraad dat bij nieuwe (bouw)plannen, ten minste drie procent van de ruimte moet worden gereserveerd voor spel- en speelruimte. Tot nu toe wekken achtereenvolgende colleges niet de indruk deze wens van de raad van harte uit te willen voeren. Ook het huidige college doet daar schimmig over; in de plannen met de IJsbaanlocatie in Ouderkerk aan den IJssel wordt wat gegoocheld met parkeerplaatsen en vissteigers, maar een duidelijk antwoord op de vraag of er voldoende speelruimte is, blijft uit.
Rouvoet wil deze norm nu als landelijke richtlijn gaan invoeren en hij gaat de gemeenten de komende jaren ‘monitoren’ of zij zich daaraan houden. Dus eigenlijk is het kiezen of delen voor het Ouderkerkse college: of het doet vanaf nu wat de raad ooit heeft bepaald, of het wordt straks door de minister op de vingers getikt. Lijkt mij geen moeilijke keuze.
’t Blijft een verrassende partij, die PvdA.
Door alle commotie rond de strijd om het voorzitterschap zou je bijna vergeten, dat het congres op 6 oktober een compleet nieuw bestuur moet kiezen. Op de voordracht staat op de tweede plaats, achter Liliane Ploumen, de Tilburgse wethouder Jan Hamming. Een van de vertrouwelingen en adviseurs van Wouter Bos. Als het congres de voordracht overneemt, maakt dat de positie van Wouter weer een stukje sterker. Een man uit het lokaal bestuur, iemand die met z’n poten in de gemeentelijke modder staat. Geen verkeerde keus, lijkt mij. Het maakt het verlies van Jan Pronk iets draaglijker.
Goed. Van de Amsterdamse grachtengordel waar het partijbureau is gehuisvest is het een kleine stap naar het Binnenhof, waar het kabinet vorige week zijn eerste begroting presenteerde. Met genoegen las ik het programma van minister André Rouvoet (Jeugd en Gezin). Van de ChristenUnie, maar hij zegt zinnige dingen. Hij wil, wat de PvdA in Ouderkerk al heel lang bepleit. Zo moeten in 2011 alle gemeenten de inspraak van jongeren hebben georganiseerd. In Ouderkerk starten we de discussie over jeugdraden in 2008, zo staat in het collegeprogramma. De druk die Rouvoet nu op de ketel zet, is in ons voordeel.
En dan: de beruchte 3%-norm. Al een paar jaar geleden besloot de Ouderkerkse gemeenteraad dat bij nieuwe (bouw)plannen, ten minste drie procent van de ruimte moet worden gereserveerd voor spel- en speelruimte. Tot nu toe wekken achtereenvolgende colleges niet de indruk deze wens van de raad van harte uit te willen voeren. Ook het huidige college doet daar schimmig over; in de plannen met de IJsbaanlocatie in Ouderkerk aan den IJssel wordt wat gegoocheld met parkeerplaatsen en vissteigers, maar een duidelijk antwoord op de vraag of er voldoende speelruimte is, blijft uit.
Rouvoet wil deze norm nu als landelijke richtlijn gaan invoeren en hij gaat de gemeenten de komende jaren ‘monitoren’ of zij zich daaraan houden. Dus eigenlijk is het kiezen of delen voor het Ouderkerkse college: of het doet vanaf nu wat de raad ooit heeft bepaald, of het wordt straks door de minister op de vingers getikt. Lijkt mij geen moeilijke keuze.
19.9.07
Humor
Ik kan niet ontkennen dat ik met enig genoegen de ruzie in de VVD heb gevolgd, de afgelopen dagen. Dat we in de PvdA vaak ruziënd over straat rollen, is bekend. Wij kunnen dat niet zo goed, de schijn ophouden van een goede sfeer maar elkaar ondertussen de deur uitvechten. In andere partijen botert het natuurlijk ook niet altijd (zie de SP!), maar zij houden de deuren en luiken nog gesloten. Dan is het goed om te merken dat die keurige VVD’ers er ook wat van kunnen.
Verrassend overigens, dat de mastodonten in die partij nog zo veel invloed hebben. Het congres werd gedomineerd door fossiele liberalen als Wiegel, Korthals Altes, Vonhoff en Bolkestein. Mensen die er allang niet meer toe doen in de wereld, maar kennelijk nog wel in de partij. Goed, wij krijgen straks Jan Pronk als voorzitter (waar ook het nodige gedonder over is, zoals het hoort), ook niet een van de jongsten maar in ieder geval wel iemand die altijd actief is gebleven.
VVD’ers, het blijven aparte mensen. Toen net bekend was dat Rita Verdonk uit de fracie was gezet, vroeg een journalist aan een keurige dame uit Wassenaar wat ze daar nou van vond. Haar reactie: ‘Uitzetten? Zoiets doe je niet!’
Had Verdonk dat maar gezegd toen ze nog minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie was.
Ja, er schuilt wel humor achter de stropdassen en parelkettinkjes. Vandaag stal Mark Rutte de show in de Tweede Kamer toen hij oud-PvdA-leider Joop den Uyl citeerde, die tot zijn dood volhield dat ‘dat tweede kabinet-Den Uyl er toch komt’. Nóóit had Rutte daar in geloofd, tot het kabinet gisteren zijn begroting presenteerde: ‘Dat tweede kabinet-Den Uyl is er nu toch gekomen en het zit dáár’, riep hij en wees met zijn vinger naar het vak-K waar Bos en Balkenende geamuseerd luisterden.
Een links kabinet, straks een linkse partijvoorzitter uit dat tijdperk-Den Uyl. De jaren zeventig keren terug. De geest van Wim Kok, die ooit de PvdA ontdeed van haar ideologische veren, is terug in de fles. Godzijdank. De politiek wordt weer leuk.
Vrijdag een barbecue met de gemeenteraad en de ambtenaren. Ik verheug me erop. Ben benieuwd of de VVD’ers dan ook zo grappig zijn.
Verrassend overigens, dat de mastodonten in die partij nog zo veel invloed hebben. Het congres werd gedomineerd door fossiele liberalen als Wiegel, Korthals Altes, Vonhoff en Bolkestein. Mensen die er allang niet meer toe doen in de wereld, maar kennelijk nog wel in de partij. Goed, wij krijgen straks Jan Pronk als voorzitter (waar ook het nodige gedonder over is, zoals het hoort), ook niet een van de jongsten maar in ieder geval wel iemand die altijd actief is gebleven.
VVD’ers, het blijven aparte mensen. Toen net bekend was dat Rita Verdonk uit de fracie was gezet, vroeg een journalist aan een keurige dame uit Wassenaar wat ze daar nou van vond. Haar reactie: ‘Uitzetten? Zoiets doe je niet!’
Had Verdonk dat maar gezegd toen ze nog minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie was.
Ja, er schuilt wel humor achter de stropdassen en parelkettinkjes. Vandaag stal Mark Rutte de show in de Tweede Kamer toen hij oud-PvdA-leider Joop den Uyl citeerde, die tot zijn dood volhield dat ‘dat tweede kabinet-Den Uyl er toch komt’. Nóóit had Rutte daar in geloofd, tot het kabinet gisteren zijn begroting presenteerde: ‘Dat tweede kabinet-Den Uyl is er nu toch gekomen en het zit dáár’, riep hij en wees met zijn vinger naar het vak-K waar Bos en Balkenende geamuseerd luisterden.
Een links kabinet, straks een linkse partijvoorzitter uit dat tijdperk-Den Uyl. De jaren zeventig keren terug. De geest van Wim Kok, die ooit de PvdA ontdeed van haar ideologische veren, is terug in de fles. Godzijdank. De politiek wordt weer leuk.
Vrijdag een barbecue met de gemeenteraad en de ambtenaren. Ik verheug me erop. Ben benieuwd of de VVD’ers dan ook zo grappig zijn.
30.7.07
Trein
Ik laat mij met twee dingen moeiteloos verleiden. Het tweede is lekker eten.
Mijn dag kon niet meer stuk toen ik vorige week dinsdag, halverwege de middag, een mail kreeg met daarin een voorstel voor het menu van die avond. Spaghetti met Italiaanse roomsaus, met ricotta, mascarpone, gorgonzola, witte wijn en champignons.
Watertandend stapte ik een paar uur later op Den Haag Centraal in de trein. Normaal zit ik halverwege, maar de trein was nu korter dan anders dus ik vond een plaats voorin. Ik bladerde wat door een krant, maar was met mijn gedachten al bij de spaghetti en bij de viognier die ik uit het rek zou halen. Geen beeld is mooier dan dat van een gekoelde, in condensdruppels gehulde fles witte wijn.
Iets voor Zoetermeer werd het beeld verstoord door een telefoontje. Iemand van de gemeente. Het gesprek duurde tot Zevenhuizen. Toen was er de klap.
Omdat ik voorin zat, voelde ik iets hard onder de bodem van de trein bonken. Ik keek, de telefoon nog aan mijn oor, naar buiten en zag stukjes materie voorbij vliegen. Het kon hout zijn, of ijzer, of steen – het ging te snel om dat te kunnen bepalen. Vervolgens het schrapend geluid van ijzer op ijzer, de machinist remde uit alle macht. Knarsend kwam de trein tot stilstand. Rechts weiland, links de A12. Dan de stem van de conducteur door de intercom. ‘U zult wel gemerkt hebben, dat iemand het nodig vond voor onze trein te springen.’
Mijn maag draaide om. Even geen Italiaanse roomsaus en wijn. Die stukjes materie die ik voorbij had zien komen, zou dat een hagel van lichaamsdelen zijn geweest? Ik wist het niet, weet het nóg niet, maar wat kon het anders zijn? Het beeld zou mij de volgende dagen en nachten blijven achtervolgen.
Later hoorde ik van iemand die dezelfde trein zat, dat het geen springer was maar iemand die dacht nog net voor de aanstormende intercity te kunnen oversteken. Had hij gehoord, maar hij wist het ook niet zeker.
Wat wel zeker is, is dat het ruim drie uur duurde voor ik thuis was. We werden na lang wachten opgehaald door een lege trein die ons vanuit Gouda tegemoet kwam. Een soort reddingsoperatie voor gestrande treinreizigers. Voor de springer kwam redding te laat. De conducteur meldde het nog, zo’n anderhalf uur na de klap: ‘Helaas is de persoon overleden’. Ten overvloede.
’t Is gek, maar de spaghetti en de viognier smaakten mij uiteindelijk nog goed. Maar nog steeds, een week later, zie ik die stukjes regelmatig voorbij komen, nog hoor ik de klap en het gebonk onder de trein.
Vanavond komt er een documentaire op tv over zelfmoordenaars en hun nabestaanden. NRC citeert er uit. De moeder van een jonge vrouw die voor de trein sprong, komt aan het woord. Ze haalt het laatste telefoongesprek met haar dochter aan: ‘Ik zei tegen haar “Tot ziens meisje”. En zij zei: “Dag mams.’”
Dat stukje papier, dat ik een politieagent naast de trein zag oprapen, was dat een fragment van een afscheidsbrief? Zou de persoon die voor mijn trein sprong ook nog ‘dag mams’ of ‘dag schat’ hebben gezegd?
Vragen, vragen… Ik weet nog niet of ik ga kijken vanavond.
PS Ik heb de gemeentelijke samenwerking in de Krimpenerwaard wel eens vergeleken met een voortdenderende trein met als eindbestemming die ene, gefuseerde gemeente. Er zijn collega-raadsleden die voor die trein willen springen om ’m tot stoppen te dwingen. Mijn advies: doe het niet.
Mijn dag kon niet meer stuk toen ik vorige week dinsdag, halverwege de middag, een mail kreeg met daarin een voorstel voor het menu van die avond. Spaghetti met Italiaanse roomsaus, met ricotta, mascarpone, gorgonzola, witte wijn en champignons.
Watertandend stapte ik een paar uur later op Den Haag Centraal in de trein. Normaal zit ik halverwege, maar de trein was nu korter dan anders dus ik vond een plaats voorin. Ik bladerde wat door een krant, maar was met mijn gedachten al bij de spaghetti en bij de viognier die ik uit het rek zou halen. Geen beeld is mooier dan dat van een gekoelde, in condensdruppels gehulde fles witte wijn.
Iets voor Zoetermeer werd het beeld verstoord door een telefoontje. Iemand van de gemeente. Het gesprek duurde tot Zevenhuizen. Toen was er de klap.
Omdat ik voorin zat, voelde ik iets hard onder de bodem van de trein bonken. Ik keek, de telefoon nog aan mijn oor, naar buiten en zag stukjes materie voorbij vliegen. Het kon hout zijn, of ijzer, of steen – het ging te snel om dat te kunnen bepalen. Vervolgens het schrapend geluid van ijzer op ijzer, de machinist remde uit alle macht. Knarsend kwam de trein tot stilstand. Rechts weiland, links de A12. Dan de stem van de conducteur door de intercom. ‘U zult wel gemerkt hebben, dat iemand het nodig vond voor onze trein te springen.’
Mijn maag draaide om. Even geen Italiaanse roomsaus en wijn. Die stukjes materie die ik voorbij had zien komen, zou dat een hagel van lichaamsdelen zijn geweest? Ik wist het niet, weet het nóg niet, maar wat kon het anders zijn? Het beeld zou mij de volgende dagen en nachten blijven achtervolgen.
Later hoorde ik van iemand die dezelfde trein zat, dat het geen springer was maar iemand die dacht nog net voor de aanstormende intercity te kunnen oversteken. Had hij gehoord, maar hij wist het ook niet zeker.
Wat wel zeker is, is dat het ruim drie uur duurde voor ik thuis was. We werden na lang wachten opgehaald door een lege trein die ons vanuit Gouda tegemoet kwam. Een soort reddingsoperatie voor gestrande treinreizigers. Voor de springer kwam redding te laat. De conducteur meldde het nog, zo’n anderhalf uur na de klap: ‘Helaas is de persoon overleden’. Ten overvloede.
’t Is gek, maar de spaghetti en de viognier smaakten mij uiteindelijk nog goed. Maar nog steeds, een week later, zie ik die stukjes regelmatig voorbij komen, nog hoor ik de klap en het gebonk onder de trein.
Vanavond komt er een documentaire op tv over zelfmoordenaars en hun nabestaanden. NRC citeert er uit. De moeder van een jonge vrouw die voor de trein sprong, komt aan het woord. Ze haalt het laatste telefoongesprek met haar dochter aan: ‘Ik zei tegen haar “Tot ziens meisje”. En zij zei: “Dag mams.’”
Dat stukje papier, dat ik een politieagent naast de trein zag oprapen, was dat een fragment van een afscheidsbrief? Zou de persoon die voor mijn trein sprong ook nog ‘dag mams’ of ‘dag schat’ hebben gezegd?
Vragen, vragen… Ik weet nog niet of ik ga kijken vanavond.
PS Ik heb de gemeentelijke samenwerking in de Krimpenerwaard wel eens vergeleken met een voortdenderende trein met als eindbestemming die ene, gefuseerde gemeente. Er zijn collega-raadsleden die voor die trein willen springen om ’m tot stoppen te dwingen. Mijn advies: doe het niet.
6.7.07
Bas
Gistermiddag was de afscheidsreceptie van Bas Noorlander. Hij vertrok als wethouder van Vlist en was, als ik dat mag afleiden uit de druk bezochte bijeenkomst in De Stolp in Stolwijk, een geliefd bestuurder. Een sociaal-democraat van het zuiverste soort ook, die het linkse geluid altijd combineert met een grote glimlach en innemende pretoogjes. Bas kan het wethouderschap niet meer combineren met zijn werk. Jammer. Vlist en de PvdA in de Krimpenerwaard zullen dze markante partijgenoot missen.
Op zo’n receptie kom je veel mensen tegen. PvdA’ers uit diverse gemeenten feliciteerden mij met het besluit van Gedeputeerde Staten, om het bedrijventerrein Veerstalblok te schrappen uit de plannen met de Krimpenerwaard.
Tja, of dat nou de verdienste van de Ouderkerkse PvdA is…
Maar zonder te willen vervallen in triomfalisme: ik ben natuurlijk wel tevreden over het GS-besluit. Het is een logisch besluit, dat rechtstreeks voortvloeit uit het Rijks- en provinciaal beleid. Het provinciebestuur heeft gedaan waarvoor het is aangesteld, namelijk voorkomen dat een lokaal beleid indruist tegen een hoger, provinciaal beleid: het tegengaan van verrommeling van het landschap, behoud van de open ruimte en het zoeken naar regionale opvang van bedrijven. In zo’n beleid past een bedrijventerrein à la Veerstalblok niet.
Ik word graag gefeliciteerd als de PvdA een succesje boekt, maar in dit geval zouden GS ook zonder de lobby van de Ouderkerkse fractie dit besluit hebben genomen.
Denk ik, anders zou de provincie geen knip voor haar neus waard zijn.
Hoe nu verder? In de eerste plaats moet worden gezocht naar een goede oplossing voor de ondernemers die moeten wijken voor de aanleg van de Zuidwestelijke Randweg. Tegelijkertijd moeten we een visie ontwikkelen op de bestaande bedrijventerreinen: hoe kunnen we die opnieuw inrichten, hoe veel ruimte kunnen we daar creëren om nieuwe bedrijven aan te trekken? Liefst bedrijven met veel werknemers per oppervlakte, want dat is goed voor de werkgelegenheid.
En ten slotte moeten we aantonen dat natuur en landschap óók een waarde hebben. Het Beraad Stadsrand Gouda à Krimpenerwaard staat te popelen om de groene buffer bij Gouda een mooie invulling te geven. Het gebied heeft fantastische mogelijkheden, las ik gisteren in een langskomende e-mail. Ik ben het daarmee eens. Die kansen moeten we benutten. De tijd is er rijp voor.
Op zo’n receptie kom je veel mensen tegen. PvdA’ers uit diverse gemeenten feliciteerden mij met het besluit van Gedeputeerde Staten, om het bedrijventerrein Veerstalblok te schrappen uit de plannen met de Krimpenerwaard.
Tja, of dat nou de verdienste van de Ouderkerkse PvdA is…
Maar zonder te willen vervallen in triomfalisme: ik ben natuurlijk wel tevreden over het GS-besluit. Het is een logisch besluit, dat rechtstreeks voortvloeit uit het Rijks- en provinciaal beleid. Het provinciebestuur heeft gedaan waarvoor het is aangesteld, namelijk voorkomen dat een lokaal beleid indruist tegen een hoger, provinciaal beleid: het tegengaan van verrommeling van het landschap, behoud van de open ruimte en het zoeken naar regionale opvang van bedrijven. In zo’n beleid past een bedrijventerrein à la Veerstalblok niet.
Ik word graag gefeliciteerd als de PvdA een succesje boekt, maar in dit geval zouden GS ook zonder de lobby van de Ouderkerkse fractie dit besluit hebben genomen.
Denk ik, anders zou de provincie geen knip voor haar neus waard zijn.
Hoe nu verder? In de eerste plaats moet worden gezocht naar een goede oplossing voor de ondernemers die moeten wijken voor de aanleg van de Zuidwestelijke Randweg. Tegelijkertijd moeten we een visie ontwikkelen op de bestaande bedrijventerreinen: hoe kunnen we die opnieuw inrichten, hoe veel ruimte kunnen we daar creëren om nieuwe bedrijven aan te trekken? Liefst bedrijven met veel werknemers per oppervlakte, want dat is goed voor de werkgelegenheid.
En ten slotte moeten we aantonen dat natuur en landschap óók een waarde hebben. Het Beraad Stadsrand Gouda à Krimpenerwaard staat te popelen om de groene buffer bij Gouda een mooie invulling te geven. Het gebied heeft fantastische mogelijkheden, las ik gisteren in een langskomende e-mail. Ik ben het daarmee eens. Die kansen moeten we benutten. De tijd is er rijp voor.
22.6.07
Geschiedenis
Ik had het natuurlijk veel eerder moeten doen, bij het archief van de gemeente het verslag opvragen van de gemeenteraadsvergadering van 19 september 1994. De extra, in grote haast bijeengeroepen vergadering waarin over het veelbesproken convenant met Gouda over de Zuidwestelijke Randweg moest worden besloten. Met als enige voorbereiding een besloten vergadering van de commissie VROM, vijf dagen eerder – waarvan, opmerkelijk, in het gemeentearchief géén verslag van terug te vinden is.
Nu weet ik wat ik twee weken terug, toen we in de raad over het bedrijventerrein Veerstalblok spraken, niet (meer) wist. Dat het convenant helemaal geen Afspraak met een grote A was, zoals CDA, SGP, VVD en ChristenUnie tot vervelens toe herhaalden. Het was een Intentieverklaring, niets meer en niets minder. Dat kon de ChristenUnie niet weten, want de conceptie van die partij had in 1994 nog niet eens plaatsgevonden. Maar de andere wel. En de PvdA ook.
Laat ik even afdalen in de geschiedenis. Niet om achteraf mijn gelijk te halen – ik hoor Arie Burger zijn pen al weer slijpen – maar omdat ik het belangrijk vind om toch nog de status van het convenant aan de vergetelheid te ontrukken.
Uit de notulen:
De heer Van Dam (PvdA): ‘Het is een goede zaak om het woord convenant nog eens nader te preciseren; uit het begeleidend schrijven van het college blijkt duidelijk, dat beide partijen de intentie hebben om er met elkaar uit te komen. Met andere woorden, we spreken over een stuk wat een aanzet is tot iets of niets. Terecht merkt u (het college, lm) dat een en ander voorlopig is vastgesteld.’
Iets verderop: ‘Schoorvoetend hebben wij ingestemd met het convenant, misschien juist wel omdat we spreken over een convenant en niet meer dan dat.’
De heer Van Erk (CDA): ‘De raad neemt een inspanningsverplichting op zich en geen resultaatverplichting. Wij behouden ons het recht voor om af te haken als ondanks alle inspanningen ons geen acceptabel plan wordt voorgelegd.’
De heer Timmermans (VVD): ‘Ik krijg de indruk dat de aanwezigen op de tribune het idee hebben dat er vanavond van alles en nog wat besloten wordt. Niets is minder waar. Het gaat alleen om het uitspreken van een intentieverklaring.’
En wat zegt de verantwoordelijk wethouder, de heer P. Stam van de SGP? ‘Het voorliggende convenant moet als niet meer en niet minder worden beschouwd als een intentieverklaring.’
En ten slotte de voorzitter, burgemeester Bakkers. Hij ‘beklemtoont nogmaals dat het er vanavond om gaat een intentieverklaring af te geven.’
Vervolgens wordt besloten conform het voorstel van het college. Hoe het daarna ging, weten we.
Een intentieverklaring is volgens Van Dale een ‘verklaring waarin afspraken omtrent een later te sluiten overeenkomst worden vastgelegd.’ Die overeenkomst, die is er bij mijn weten nooit gekomen. (Of die moet ook in beslotenheid zijn getekend, je weet het nooit in toenmalig Ouderkerk.) En als er geen overeenkomst is, is er ook niets om je aan gebonden te voelen.
Soms is het goed om even uit te zoeken waar we precies in de gemeenteraad over praten. In dit geval had het in ieder geval een ander licht op het onderwerp geworpen. Dan hadden de partijen die het convenant nu presenteerden als een keiharde overeenkomst, twee weken geleden in ieder geval meer moeite moeten doen om uit te leggen waarom ze niet van de tekst konden of wilden afwijken.
Overigens heb ik niet de illusie dat de uitkomst dan een andere zou zijn geweest. Daarvoor waren de stellingen al te zeer betrokken.
Nu weet ik wat ik twee weken terug, toen we in de raad over het bedrijventerrein Veerstalblok spraken, niet (meer) wist. Dat het convenant helemaal geen Afspraak met een grote A was, zoals CDA, SGP, VVD en ChristenUnie tot vervelens toe herhaalden. Het was een Intentieverklaring, niets meer en niets minder. Dat kon de ChristenUnie niet weten, want de conceptie van die partij had in 1994 nog niet eens plaatsgevonden. Maar de andere wel. En de PvdA ook.
Laat ik even afdalen in de geschiedenis. Niet om achteraf mijn gelijk te halen – ik hoor Arie Burger zijn pen al weer slijpen – maar omdat ik het belangrijk vind om toch nog de status van het convenant aan de vergetelheid te ontrukken.
Uit de notulen:
De heer Van Dam (PvdA): ‘Het is een goede zaak om het woord convenant nog eens nader te preciseren; uit het begeleidend schrijven van het college blijkt duidelijk, dat beide partijen de intentie hebben om er met elkaar uit te komen. Met andere woorden, we spreken over een stuk wat een aanzet is tot iets of niets. Terecht merkt u (het college, lm) dat een en ander voorlopig is vastgesteld.’
Iets verderop: ‘Schoorvoetend hebben wij ingestemd met het convenant, misschien juist wel omdat we spreken over een convenant en niet meer dan dat.’
De heer Van Erk (CDA): ‘De raad neemt een inspanningsverplichting op zich en geen resultaatverplichting. Wij behouden ons het recht voor om af te haken als ondanks alle inspanningen ons geen acceptabel plan wordt voorgelegd.’
De heer Timmermans (VVD): ‘Ik krijg de indruk dat de aanwezigen op de tribune het idee hebben dat er vanavond van alles en nog wat besloten wordt. Niets is minder waar. Het gaat alleen om het uitspreken van een intentieverklaring.’
En wat zegt de verantwoordelijk wethouder, de heer P. Stam van de SGP? ‘Het voorliggende convenant moet als niet meer en niet minder worden beschouwd als een intentieverklaring.’
En ten slotte de voorzitter, burgemeester Bakkers. Hij ‘beklemtoont nogmaals dat het er vanavond om gaat een intentieverklaring af te geven.’
Vervolgens wordt besloten conform het voorstel van het college. Hoe het daarna ging, weten we.
Een intentieverklaring is volgens Van Dale een ‘verklaring waarin afspraken omtrent een later te sluiten overeenkomst worden vastgelegd.’ Die overeenkomst, die is er bij mijn weten nooit gekomen. (Of die moet ook in beslotenheid zijn getekend, je weet het nooit in toenmalig Ouderkerk.) En als er geen overeenkomst is, is er ook niets om je aan gebonden te voelen.
Soms is het goed om even uit te zoeken waar we precies in de gemeenteraad over praten. In dit geval had het in ieder geval een ander licht op het onderwerp geworpen. Dan hadden de partijen die het convenant nu presenteerden als een keiharde overeenkomst, twee weken geleden in ieder geval meer moeite moeten doen om uit te leggen waarom ze niet van de tekst konden of wilden afwijken.
Overigens heb ik niet de illusie dat de uitkomst dan een andere zou zijn geweest. Daarvoor waren de stellingen al te zeer betrokken.
14.6.07
Censuur?
Mooi is dat. Zet ik in mijn vorige stukje bij wijze van service een link naar het stukje van Arie Burger, zodat de lezer kan zien waar ik precies op reageer, en dan haalt de ChristenUnie het van de site. Zit ik met een dode link. Omdat er binnen de partij discussie is ontstaan of dat soort stukjes wel op de website horen, begrijp ik van de CU-webmaster. Als ik de ChristenUnie ongevraagd mag adviseren: als die stukjes de mening van de partij of de fractie verkondigen, dan wel. Als het de particuliere mening van een fractielid is, dan niet. Die moet dan maar een eigen blog beginnen waar hij kan schrijven wat hij wil. Kom op Arie, join the club!
(Update 15 juni: Há, toch nog ergens het stukje van Arie gevonden!)
(Update 15 juni: Há, toch nog ergens het stukje van Arie gevonden!)
12.6.07
Onzin
Open brief aan Arie Burger van de ChristenUnie-fractie
Beste Arie,
Ik heb me geregistreerd bij de ChristenUnie om op jouw stukjes op jullie website te kunnen reageren, maar om de een of andere reden is jullie site nog niet zo ver ontwikkeld want het lukt niet. Typisch: iets beloven en het vervolgens niet waarmaken. Jammer, want ik had het graag in het openbaar gedaan op de plaats waar het hoort, maar nu dan maar even langs deze weg in de hoop dat je in het vervolg wat zorgvuldiger bent in je schrijfsels over de PvdA.
Wat mij dwars zit over je stukje dat de PvdA ten onrechte claimt als enige op te komen voor de belangen van natuur en landschap, heb ik je op de braderie laten weten en gelukkig zag je toen de redelijkheid van mijn argument in (dat een belangenafweging in het openbaar dient plaats te vinden, wat de PvdA wel doet en de ChristenUnie niet). Het zou je sieren als je dat ook op je website erkent of in ieder geval melding maakt van ons gesprekje op de braderie.
Maar nu even over je column van gisteren: wat een onzin om te beweren dat wij niet democratisch bezig zijn. Natuurlijk leggen wij ons neer bij een uitspraak van de gemeenteraad. Maar dat laat onverlet dat er nog een (ook democratisch gekozen!) overheid is die toevallig iets te zeggen heeft over zoiets als de aanleg van bedrijventerreinen. Wat een onzin ook, om te suggereren dat wij ‘iets anders verzinnen’ omdat we in de raad onze zin niet hebben gekregen. Dat ik ergens op hoop en vertrouw is iets anders dan dat ik iets ‘verzin’. De provincie heeft een eigen verantwoordelijkheid, daar kan en wil de Ouderkerkse PvdA niet in treden. Die verantwoordelijkheid is ook om besluiten van gemeenteraden tegen het licht te houden om te kijken of ze passen binnen het provinciaal beleid. Als een democratisch genomen gemeenteraadsbesluit niet past in het beleid van een democratisch gekozen provincie, dan hoeft een provincie zo’n besluit niet te accepteren. Daar is een provincie onder meer voor uitgevonden, het is een legitiem correctiemechanisme voor ondoordachte gemeenteraadsbesluiten. Zoals ze ook door de gemeenteraad reeds afgehamerde gemeentebegrotingen alsnog kan afkeuren.
Zo werkt het nu eenmaal. Dat heb ik noch de PvdA ‘verzonnen’. Dat was het idee van ene Thorbecke.
Vr groet,
Leo Mudde
Beste Arie,
Ik heb me geregistreerd bij de ChristenUnie om op jouw stukjes op jullie website te kunnen reageren, maar om de een of andere reden is jullie site nog niet zo ver ontwikkeld want het lukt niet. Typisch: iets beloven en het vervolgens niet waarmaken. Jammer, want ik had het graag in het openbaar gedaan op de plaats waar het hoort, maar nu dan maar even langs deze weg in de hoop dat je in het vervolg wat zorgvuldiger bent in je schrijfsels over de PvdA.
Wat mij dwars zit over je stukje dat de PvdA ten onrechte claimt als enige op te komen voor de belangen van natuur en landschap, heb ik je op de braderie laten weten en gelukkig zag je toen de redelijkheid van mijn argument in (dat een belangenafweging in het openbaar dient plaats te vinden, wat de PvdA wel doet en de ChristenUnie niet). Het zou je sieren als je dat ook op je website erkent of in ieder geval melding maakt van ons gesprekje op de braderie.
Maar nu even over je column van gisteren: wat een onzin om te beweren dat wij niet democratisch bezig zijn. Natuurlijk leggen wij ons neer bij een uitspraak van de gemeenteraad. Maar dat laat onverlet dat er nog een (ook democratisch gekozen!) overheid is die toevallig iets te zeggen heeft over zoiets als de aanleg van bedrijventerreinen. Wat een onzin ook, om te suggereren dat wij ‘iets anders verzinnen’ omdat we in de raad onze zin niet hebben gekregen. Dat ik ergens op hoop en vertrouw is iets anders dan dat ik iets ‘verzin’. De provincie heeft een eigen verantwoordelijkheid, daar kan en wil de Ouderkerkse PvdA niet in treden. Die verantwoordelijkheid is ook om besluiten van gemeenteraden tegen het licht te houden om te kijken of ze passen binnen het provinciaal beleid. Als een democratisch genomen gemeenteraadsbesluit niet past in het beleid van een democratisch gekozen provincie, dan hoeft een provincie zo’n besluit niet te accepteren. Daar is een provincie onder meer voor uitgevonden, het is een legitiem correctiemechanisme voor ondoordachte gemeenteraadsbesluiten. Zoals ze ook door de gemeenteraad reeds afgehamerde gemeentebegrotingen alsnog kan afkeuren.
Zo werkt het nu eenmaal. Dat heb ik noch de PvdA ‘verzonnen’. Dat was het idee van ene Thorbecke.
Vr groet,
Leo Mudde
31.5.07
Vertrouwelijk
Toen ik nog journalist bij het Rotterdamse universiteitsblad Quod Novum was, kieperden mijn collega’s en ik regelmatig de vuilnisbak van het College van Bestuur leeg en pluisden de buit in de redactieruimte grondig na, op zoek naar smeuïge nieuwtjes en vertrouwelijke stukken. Dus dat die actie van NOVA en de vuilcontainer van de koningin bijzonder was, nee. En laten we eerlijk zijn, zó uniek en vertrouwelijk en schokkend was de inhoud van de gescheurde en bevlekte papiertjes nou ook weer niet.
De laatste tijd is er nogal wat te doen over vertrouwelijkheid. In Waddinxveen klagen de oppositiepartijen dat het college te veel zaken het stempel ‘vertrouwelijk’ geeft. De raad kan daardoor geen goede besluiten nemen. En in Tilburg liet de ex-chauffeur van Pim Fortuyn, gemeenteraadslid Hans Smolders, vertrouwelijke informatie lekken omdat ook hij van mening is dat het college te veel onder de pet houdt. Met als gevolg dat de raad nu bijna helemaal geen informatie meer krijgt.
Ook in Ouderkerk worden raadsleden vertrouwelijk geïnformeerd. Te vaak, vind ik. Zo is een paar weken geleden in een besloten deel van de commissie VROM een bouwplan gepresenteerd. Het college denkt, op basis van wat commissieleden bij die gelegenheid hebben gezegd, met het plan op de ingeslagen weg door te kunnen gaan. Maar zo werkt het niet. Raadsleden die niet in VROM zitten, hebben het plan nooit gezien. Dan moet het college niet raar opkijken als de raad straks moeilijk gaat doen. Veel beter was het geweest het plan in een gewone openbare vergadering te presenteren.
Net als die schets van de toekomst van het dorp Gouderak, die onlangs in een besloten deel van – alweer – die commissie VROM werd gepresenteerd. Het gekke was, dat daar de leden van de Stuurgroep Dorpsvisie Gouderak wél bij aanwezig mochten zijn. Zij hebben niet, zoals raadsleden, een soort van geheimhoudingsplicht, dus het zou mij niet verbazen als dat ‘vertrouwelijke’ plan in Gouderak al lang en breed op straat ligt.
Ik zal het ze niet kwalijk nemen.
Anderhalf jaar geleden deed de gemeenteraad onderzoek naar de gang van zaken rond de ‘Drie Locaties’ in Ouderkerk aan den IJssel. In het eindrapport staat de zin: ‘Het informeren en horen van de commissie VROM is niet hetzelfde als het informeren of horen van de gemeenteraad. De commissie is geen democratisch gekozen afvaardiging van de bevolking.’ Ook toen al was het college van mening dat de raad geïnformeerd was, op basis van bijvoorbeeld een presentatie in een besloten commissievergadering. Die fout dreigt het college nu weer te begaan.
Op mijn bureau liggen nog een paar rapporten waar het stempel ‘vertrouwelijk’ op staat. Iemand zei eens: als je wilt dat iets uitlekt, moet je er ‘geheim’ op zetten. Jammer dat er in Ouderkerk geen cultuur van lekken bestaat, en dat de professionele journalistiek zich nagenoeg geheel uit de Krimpenerwaard heeft teruggetrokken sinds het opgaan van de Goudsche Courant en het Rotterdams Dagblad in het AD.
Ik kan me wel herkennen in die raadsleden in Waddinxveen en Tilburg. Door als college veel informatie ‘vertrouwelijk’ naar de raad te sturen, ontneem je die raad de mogelijkheid goed te controleren en het college op de inhoud aan te spreken. Maximale transparantie zou het uitgangspunt moeten zijn. Als dat af en toe leidt tot wat commotie, dan is dat jammer. Zonder dat zou politiek ook erg saai zijn.
De laatste tijd is er nogal wat te doen over vertrouwelijkheid. In Waddinxveen klagen de oppositiepartijen dat het college te veel zaken het stempel ‘vertrouwelijk’ geeft. De raad kan daardoor geen goede besluiten nemen. En in Tilburg liet de ex-chauffeur van Pim Fortuyn, gemeenteraadslid Hans Smolders, vertrouwelijke informatie lekken omdat ook hij van mening is dat het college te veel onder de pet houdt. Met als gevolg dat de raad nu bijna helemaal geen informatie meer krijgt.
Ook in Ouderkerk worden raadsleden vertrouwelijk geïnformeerd. Te vaak, vind ik. Zo is een paar weken geleden in een besloten deel van de commissie VROM een bouwplan gepresenteerd. Het college denkt, op basis van wat commissieleden bij die gelegenheid hebben gezegd, met het plan op de ingeslagen weg door te kunnen gaan. Maar zo werkt het niet. Raadsleden die niet in VROM zitten, hebben het plan nooit gezien. Dan moet het college niet raar opkijken als de raad straks moeilijk gaat doen. Veel beter was het geweest het plan in een gewone openbare vergadering te presenteren.
Net als die schets van de toekomst van het dorp Gouderak, die onlangs in een besloten deel van – alweer – die commissie VROM werd gepresenteerd. Het gekke was, dat daar de leden van de Stuurgroep Dorpsvisie Gouderak wél bij aanwezig mochten zijn. Zij hebben niet, zoals raadsleden, een soort van geheimhoudingsplicht, dus het zou mij niet verbazen als dat ‘vertrouwelijke’ plan in Gouderak al lang en breed op straat ligt.
Ik zal het ze niet kwalijk nemen.
Anderhalf jaar geleden deed de gemeenteraad onderzoek naar de gang van zaken rond de ‘Drie Locaties’ in Ouderkerk aan den IJssel. In het eindrapport staat de zin: ‘Het informeren en horen van de commissie VROM is niet hetzelfde als het informeren of horen van de gemeenteraad. De commissie is geen democratisch gekozen afvaardiging van de bevolking.’ Ook toen al was het college van mening dat de raad geïnformeerd was, op basis van bijvoorbeeld een presentatie in een besloten commissievergadering. Die fout dreigt het college nu weer te begaan.
Op mijn bureau liggen nog een paar rapporten waar het stempel ‘vertrouwelijk’ op staat. Iemand zei eens: als je wilt dat iets uitlekt, moet je er ‘geheim’ op zetten. Jammer dat er in Ouderkerk geen cultuur van lekken bestaat, en dat de professionele journalistiek zich nagenoeg geheel uit de Krimpenerwaard heeft teruggetrokken sinds het opgaan van de Goudsche Courant en het Rotterdams Dagblad in het AD.
Ik kan me wel herkennen in die raadsleden in Waddinxveen en Tilburg. Door als college veel informatie ‘vertrouwelijk’ naar de raad te sturen, ontneem je die raad de mogelijkheid goed te controleren en het college op de inhoud aan te spreken. Maximale transparantie zou het uitgangspunt moeten zijn. Als dat af en toe leidt tot wat commotie, dan is dat jammer. Zonder dat zou politiek ook erg saai zijn.
18.4.07
Zellingwijk
Vorige week gingen de hekken van de hermetisch afgesloten Zellingwijk voor mij even open.
Een journaliste van het AD had gevraagd of ik geïnterviewd wilde worden op de plek waar ik ben opgegroeid. ‘Doet het je wat?’ vroeg ze, terwijl we over de asfaltvlakte wandelden waar ik ooit voetbalde, met de slee speelde, vuurtjes stookte en mijn doodgereden poezen begroef – in de tuin, naast de ouderlijke woning aan de Havenstraat 16.
Had ze die vraag tien, vijftien jaar geleden gesteld, dan had ik wellicht meer emoties gevoeld. Maar ik ben inmiddels zo gewend aan het troosteloze beeld, dat ik misschien tot haar spijt de vraag ontkennend moest beantwoorden. De emoties die er ooit waren, zijn door de tijd gesmoord. De Zellingwijk, míjn Zellingwijk, bestaat niet meer. Die is al lang dood en begraven – letterlijk, onder het asfalt.
Natuurlijk heb ik mijn herinneringen. Goede en slechte, plezierige en verdrietige – maar die verschillen niet van die van een ander die terugkeert naar de plek waar hij of zij is opgegroeid. En hoeveel van mijn leeftijdgenoten zullen, als zij teruggaan naar de plek van hun jeugd, een onveranderde omgeving aantreffen? Niet veel, denk ik.
De manier waarop de bewoners van de Zellingwijk destijds moesten vertrekken, was dramatisch, dat wel. Mijn ouders hadden jaren gespaard voor ze het huis van hun dromen konden kopen. En als je vervolgens na twintig jaar wordt gedwongen te verhuizen, alles wat je hebt opgebouwd achter te laten, dan is dat heel, heel hard.
Of mijn ervaringen met de Zellingwijk ook hebben bijgedragen aan de beslissing om politiek actief te worden, wilde ze weten. Dáár kon ik wel volmondig ‘ja’ op antwoorden. De geschiedenis van de Zellingwijk is natuurlijk één grote aanklacht tegen de overheid, een toonbeeld van falend beleid. Daarvan was al sprake eind jaren vijftig, begin zestig van de vorige eeuw, toen de overheid signalen dat er dingen gebeurden die het daglicht niet konden verdragen, stelselmatig negeerde. Daarvan is ook sprake sinds de gedwongen ontruiming, begin jaren tachtig, doordat beloftes over termijnen van sanering en herinrichting nooit zijn nagekomen en steeds worden doorgeschoven.
Helaas heb ik daar als gemeenteraadslid niets tegen kunnen doen, maar ik heb wel geleerd hoe ingrijpend het handelen of het niet-handelen van een overheid kan zijn voor mensen die van diezelfde overheid afhankelijk zijn. Bij het nemen van besluiten in de gemeenteraad probeer ik de impact op langere termijn altijd voor ogen te houden.
Wat vind je eigenlijk van Gouderak als dorp? was een andere vraag.
Tja.
Moest ik een sociaal wenselijk en chauvinistisch antwoord geven, dat het natuurlijk het mooiste dorp van de Krimpenerwaard is, een parel aan de IJssel? Of moest ik eerlijk zijn en tot mijn spijt bekennen, dat ik Gouderak eigenlijk het lelijke eendje van polder vind?
Ik koos voor het laatste. En dat komt door die Zellingwijk. Niet alleen is het een aanfluiting voor wie vanuit Gouda het dorp binnen komt, en is het doodzonde dat de historische panden aan de noordkant van de Dorpsstraat gesloopt moesten worden - de ontruiming heeft er ook voor gezorgd dat er in hoog tempo elders in het dorp woningen moesten worden gebouwd, waardoor er nauwelijks groen of speelruimte is overgebleven.
Een boeiend dorp is het zeker. Maar mooi? Nee.
Een nieuwe Zellingwijk kan dat beeld doen kantelen. Maar dan wel een Zellingwijk met veel groen, en veel speelruimte. Waar kinderen kunnen voetballen, met de slee spelen en – vooruit, waarom niet – vuurtje kunnen stoken? Waar huizen tuinen hebben die groot genoeg zijn om de dode poes te begraven.
Omdat de kinderen van nu evenveel recht hebben op ruimte als ik had, 35 jaar geleden. Maar dan wel schóne ruimte. Een verantwoordelijkheid van de overheid.
Krijgt die toch nog de kans de fouten uit het verleden een beetje goed te maken.
Jammer dat het voor de meesten van de oorspronkelijke bewoners van de Zellingwijk veel te laat komt. Ze zijn inmiddels overleden of te oud om nog gebruik te kunnen maken van het beloofde recht op terugkeer.
Beloof nooit iets wat je niet waar kunt maken. Da’s ook een les die ik heb geleerd. Geen onbelangrijke voor een raadslid.
Een journaliste van het AD had gevraagd of ik geïnterviewd wilde worden op de plek waar ik ben opgegroeid. ‘Doet het je wat?’ vroeg ze, terwijl we over de asfaltvlakte wandelden waar ik ooit voetbalde, met de slee speelde, vuurtjes stookte en mijn doodgereden poezen begroef – in de tuin, naast de ouderlijke woning aan de Havenstraat 16.
Had ze die vraag tien, vijftien jaar geleden gesteld, dan had ik wellicht meer emoties gevoeld. Maar ik ben inmiddels zo gewend aan het troosteloze beeld, dat ik misschien tot haar spijt de vraag ontkennend moest beantwoorden. De emoties die er ooit waren, zijn door de tijd gesmoord. De Zellingwijk, míjn Zellingwijk, bestaat niet meer. Die is al lang dood en begraven – letterlijk, onder het asfalt.
Natuurlijk heb ik mijn herinneringen. Goede en slechte, plezierige en verdrietige – maar die verschillen niet van die van een ander die terugkeert naar de plek waar hij of zij is opgegroeid. En hoeveel van mijn leeftijdgenoten zullen, als zij teruggaan naar de plek van hun jeugd, een onveranderde omgeving aantreffen? Niet veel, denk ik.
De manier waarop de bewoners van de Zellingwijk destijds moesten vertrekken, was dramatisch, dat wel. Mijn ouders hadden jaren gespaard voor ze het huis van hun dromen konden kopen. En als je vervolgens na twintig jaar wordt gedwongen te verhuizen, alles wat je hebt opgebouwd achter te laten, dan is dat heel, heel hard.
Of mijn ervaringen met de Zellingwijk ook hebben bijgedragen aan de beslissing om politiek actief te worden, wilde ze weten. Dáár kon ik wel volmondig ‘ja’ op antwoorden. De geschiedenis van de Zellingwijk is natuurlijk één grote aanklacht tegen de overheid, een toonbeeld van falend beleid. Daarvan was al sprake eind jaren vijftig, begin zestig van de vorige eeuw, toen de overheid signalen dat er dingen gebeurden die het daglicht niet konden verdragen, stelselmatig negeerde. Daarvan is ook sprake sinds de gedwongen ontruiming, begin jaren tachtig, doordat beloftes over termijnen van sanering en herinrichting nooit zijn nagekomen en steeds worden doorgeschoven.
Helaas heb ik daar als gemeenteraadslid niets tegen kunnen doen, maar ik heb wel geleerd hoe ingrijpend het handelen of het niet-handelen van een overheid kan zijn voor mensen die van diezelfde overheid afhankelijk zijn. Bij het nemen van besluiten in de gemeenteraad probeer ik de impact op langere termijn altijd voor ogen te houden.
Wat vind je eigenlijk van Gouderak als dorp? was een andere vraag.
Tja.
Moest ik een sociaal wenselijk en chauvinistisch antwoord geven, dat het natuurlijk het mooiste dorp van de Krimpenerwaard is, een parel aan de IJssel? Of moest ik eerlijk zijn en tot mijn spijt bekennen, dat ik Gouderak eigenlijk het lelijke eendje van polder vind?
Ik koos voor het laatste. En dat komt door die Zellingwijk. Niet alleen is het een aanfluiting voor wie vanuit Gouda het dorp binnen komt, en is het doodzonde dat de historische panden aan de noordkant van de Dorpsstraat gesloopt moesten worden - de ontruiming heeft er ook voor gezorgd dat er in hoog tempo elders in het dorp woningen moesten worden gebouwd, waardoor er nauwelijks groen of speelruimte is overgebleven.
Een boeiend dorp is het zeker. Maar mooi? Nee.
Een nieuwe Zellingwijk kan dat beeld doen kantelen. Maar dan wel een Zellingwijk met veel groen, en veel speelruimte. Waar kinderen kunnen voetballen, met de slee spelen en – vooruit, waarom niet – vuurtje kunnen stoken? Waar huizen tuinen hebben die groot genoeg zijn om de dode poes te begraven.
Omdat de kinderen van nu evenveel recht hebben op ruimte als ik had, 35 jaar geleden. Maar dan wel schóne ruimte. Een verantwoordelijkheid van de overheid.
Krijgt die toch nog de kans de fouten uit het verleden een beetje goed te maken.
Jammer dat het voor de meesten van de oorspronkelijke bewoners van de Zellingwijk veel te laat komt. Ze zijn inmiddels overleden of te oud om nog gebruik te kunnen maken van het beloofde recht op terugkeer.
Beloof nooit iets wat je niet waar kunt maken. Da’s ook een les die ik heb geleerd. Geen onbelangrijke voor een raadslid.
10.4.07
Homo's
Homo’s houden van het koningshuis, las ik vorige week in een krant.
Is dat zo? Hebben homo’s een soort monarchie-gen waardoor ze allemaal van Oranje houden? Zijn er geen republikeinse homo’s, die het koningshuis een anti-democratisch en geldverslindend instituut vinden? Vast wel.
Maar goed, het koningshuis houdt ook van homo’s. Niet voor niets zette de koningin een jaar of zeven geleden haar handtekening onder een wet die het huwelijk voor iedereen open stelde, ook voor homo’s. Nederland liep weer eens voorop in de wereld, en terecht.
Jammer dat er nu een regeerakkoord ligt, waarin ruimte wordt geboden aan ambtenaren met ‘gewetensbezwaren’ om geen homo’s te hoeven trouwen. Ambtenaren moeten gewoon de wet uitvoeren, dat is hun werk. En als die wet ze niet bevalt, dan moeten ze geen ambtenaar van de burgerlijke stand worden.
Dat is precies wat gemeenteraden van inmiddels al zo’n 60 gemeenten willen bereiken. Dat ambtenaren niet discrimineren, dat voor de wet iedereen gelijk is en dus door de overheid en haar dienaren ook gelijk moeten worden behandeld.
Was die ene zin niet in het regeerakkoord opgenomen, dan hadden gemeenten zich niet gedwongen gevoeld dit foutje te repareren. Mensen vragen mij wel eens waar ik me druk om maak, homo’s kunnen toch gewoon trouwen in Ouderkerk? Inderdaad, en dat moet vooral ook zo blijven. Juist om te voorkomen dat er in de toekomst een situatie ontstaat dat ze dat niet meer kunnen. En het gaat het om een van de belangrijkste principes van onze rechtsstaat, namelijk dat iedereen voor de overheid gelijk is. Daar mogen we ons best druk om maken, zeker als lid van een gemeenteraad.
Is dat zo? Hebben homo’s een soort monarchie-gen waardoor ze allemaal van Oranje houden? Zijn er geen republikeinse homo’s, die het koningshuis een anti-democratisch en geldverslindend instituut vinden? Vast wel.
Maar goed, het koningshuis houdt ook van homo’s. Niet voor niets zette de koningin een jaar of zeven geleden haar handtekening onder een wet die het huwelijk voor iedereen open stelde, ook voor homo’s. Nederland liep weer eens voorop in de wereld, en terecht.
Jammer dat er nu een regeerakkoord ligt, waarin ruimte wordt geboden aan ambtenaren met ‘gewetensbezwaren’ om geen homo’s te hoeven trouwen. Ambtenaren moeten gewoon de wet uitvoeren, dat is hun werk. En als die wet ze niet bevalt, dan moeten ze geen ambtenaar van de burgerlijke stand worden.
Dat is precies wat gemeenteraden van inmiddels al zo’n 60 gemeenten willen bereiken. Dat ambtenaren niet discrimineren, dat voor de wet iedereen gelijk is en dus door de overheid en haar dienaren ook gelijk moeten worden behandeld.
Was die ene zin niet in het regeerakkoord opgenomen, dan hadden gemeenten zich niet gedwongen gevoeld dit foutje te repareren. Mensen vragen mij wel eens waar ik me druk om maak, homo’s kunnen toch gewoon trouwen in Ouderkerk? Inderdaad, en dat moet vooral ook zo blijven. Juist om te voorkomen dat er in de toekomst een situatie ontstaat dat ze dat niet meer kunnen. En het gaat het om een van de belangrijkste principes van onze rechtsstaat, namelijk dat iedereen voor de overheid gelijk is. Daar mogen we ons best druk om maken, zeker als lid van een gemeenteraad.
9.3.07
Wizard of Bos?
Natuurlijk baal ik ook van de verkiezingsuitslag. Nou viel het verlies voor de PvdA in Ouderkerk nog mee, in vergelijking met de rest van de Krimpenerwaard, maar toch. Tegelijkertijd moet ik wel lachen om die steeds enger wordende Mark Rutte van de VVD, die op hoge toon roept dat het toch wel erg is dat de nieuwe regeringscoalitie een klap om de horen heeft gekregen. Een afstraffing van het kabinetsbeleid, noemde hij het. Hoezo? Het kabinet zit er nog maar net en heeft nog niets kunnen laten zien, hoe kan dat dan nu al afgestraft worden? Rutte had wel anders gepiept als Wilders ook aan de Statenverkiezingen had meegedaan, dan was daar vast en zeker de helft van zijn aanhang naartoe gegaan. De strijd op rechts wordt steeds onfrisser. Het gemak waarmee Rutte zich de islamofobie van Wilders eigenmaakt, moet toch veel fatsoenlijke VVD’ers (ze zijn er, ik ken ze!) kromme tenen bezorgen?
Maar dat terzijde.
Ik baal nog het meest van het feit, dat in mijn eigen Gouderak de PvdA meer heeft verloren dan in de andere kernen. Tegelijkertijd zie ik dat de SP daar ongeveer evenveel wint als de PvdA verliest, dus dat lijken communicerende vaten. Dan blijven de stemmen in ieder geval in de linkerhoek. Dat is ook goed voor het provinciaal beleid, want net als de PvdA staat de SP voor een Groen Hart dat ook groen moet blijven.
Overigens verbaast het mij, dat de SP algemeen wordt bejubeld als de grote winnaar. Zeker, ten opzichte van de Statenverkiezingen van vier jaar geleden maakt de SP een reuzensprong, landelijk van 5,6 naar 14,8 procent. Proficiat Jan! Maar veel interessanter vind ik de vergelijking met vier maanden geleden, toen we een nieuwe Tweede Kamer kozen. Ten opzichte van díe verkiezingen namelijk verloor de Wizard of Oss bijna twee procent. In sommige provincies nog veel meer: Groningen -3,3, Friesland -7,5, Drenthe -3,6. Alleen in Noord-Brabant is sprake van een kleine winst. Gek dat niemand dat opvalt. De SP is over haar hoogtepunt heen. Het zal zeker ook met de lage opkomst te maken hebben, maar de magie lijkt uitgewerkt.
Toch, eerlijk is eerlijk, de PvdA moet dankzij de opkomst van de SP iedere keer weer strijd leveren om de linkse stemmers voor zich te winnen. Ook bij een volgende verkiezing staan zij weer voor de vraag: de Wizard of Bos? Wellicht stroomt het water in de communicerende vaten dan weer de andere kant op.
Maar dat terzijde.
Ik baal nog het meest van het feit, dat in mijn eigen Gouderak de PvdA meer heeft verloren dan in de andere kernen. Tegelijkertijd zie ik dat de SP daar ongeveer evenveel wint als de PvdA verliest, dus dat lijken communicerende vaten. Dan blijven de stemmen in ieder geval in de linkerhoek. Dat is ook goed voor het provinciaal beleid, want net als de PvdA staat de SP voor een Groen Hart dat ook groen moet blijven.
Overigens verbaast het mij, dat de SP algemeen wordt bejubeld als de grote winnaar. Zeker, ten opzichte van de Statenverkiezingen van vier jaar geleden maakt de SP een reuzensprong, landelijk van 5,6 naar 14,8 procent. Proficiat Jan! Maar veel interessanter vind ik de vergelijking met vier maanden geleden, toen we een nieuwe Tweede Kamer kozen. Ten opzichte van díe verkiezingen namelijk verloor de Wizard of Oss bijna twee procent. In sommige provincies nog veel meer: Groningen -3,3, Friesland -7,5, Drenthe -3,6. Alleen in Noord-Brabant is sprake van een kleine winst. Gek dat niemand dat opvalt. De SP is over haar hoogtepunt heen. Het zal zeker ook met de lage opkomst te maken hebben, maar de magie lijkt uitgewerkt.
Toch, eerlijk is eerlijk, de PvdA moet dankzij de opkomst van de SP iedere keer weer strijd leveren om de linkse stemmers voor zich te winnen. Ook bij een volgende verkiezing staan zij weer voor de vraag: de Wizard of Bos? Wellicht stroomt het water in de communicerende vaten dan weer de andere kant op.
2.3.07
Provincie
Nog een paar dagen en we mogen weer naar de stembus.
Het is natuurlijk toeval dat de Provinciale Staten zich precies een week vóór de Statenverkiezingen uitspraken over de toekomst van de Krimpenerwaard, maar het plaatste de provincie wel even in de schijnwerpers. De Staten spraken over het Veenweidepact en over het bedrijventerrein Veerstalblok. Nou ja, eigenlijk stond de startnotitie voor de partiële herziening van het streekplan Zuid-Holland Oost op de agenda, maar daar hoorde je niemand over. Nee, het bedrijventerrein, daar had iedereen de mond van vol.
En het ís natuurlijk ook een belangrijk onderwerp. Terecht dat het CDA er eerder deze week een avond aan wijdde. Niet om zijn standpunt toe te lichten, maar om zich te laten voeden door bewoners en maatschappelijke organisaties om op basis daarvan een eigen mening te vormen.
Het CDA had echt z’n best gedaan om een evenwichtig geluid te organiseren, maar toch werd er die avond een scheef beeld van de werkelijkheid gecreëerd. Wie niet beter wist, zou, als hij of zij daar aanwezig was geweest, de indruk hebben gekregen dat het voortbestaan van het dorp Gouderak afhangt van het al dan niet doorgaan van het bedrijventerrein Veerstalblok. Alsof, als dat terrein er niet komt, direct alle economische activiteit uit het dorp zal verdwijnen. Dat is natuurlijk niet zo.
Ik hoop oprecht dat het CDA door dit onrealistische rampspoedscenario heen kan prikken, al heb ik mijn twijfels. Tijdens een vergadering van de gemeenteraad heeft CDA-fractievoorzitter Hans Verkerk eens gezegd dat het Veenweidepact in zijn huidige vorm dramatisch zal uitpakken voor Gouderak, omdat alle boeren moeten verdwijnen en daarmee de leefbaarheid van het dorp in het geding komt. Ook dat verhaal is onzinnig, althans het is niet de hele waarheid. Nog niet eens de halve. Misschien dat Hans inmiddels ook wel weet dat de zaken niet zo zwart-wit zijn, maar het voorbeeld geeft aan dat het CDA ontvankelijk is voor eendimensionale voorstellingen van zaken. De samenleving zit toch echt een stuk ingewikkelder in elkaar.
Goed.
Morgen, zaterdag, met de PvdA van de K5-gemeenten op pad om in alle kernen van de Krimpenerwaard aandacht te vragen voor de Statenverkiezingen van 7 maart. Over die verkiezingen nog een korte opmerking. Tussen alle namen van de kandidaten zag ik ook die van twee Ouderkerkse raadsleden, Floor Brouwer van de ChristenUnie en Leo Barth van de SGP. Ze zullen niet gekozen worden – tenminste, dat mag ik hopen, anders worden de verhoudingen in de Staten wel erg overhoop gegooid – maar stél dat ze er wel in komen: zouden ze dan hun lidmaatschap van de gemeenteraad opgeven? Wettelijk mag een raadslid ook een Statenlid zijn, maar ik vind het uitermate ongewenst. Je bent in de raad gekozen om het belang van je gemeente te behartigen, je wordt in de Staten gekozen om het belang van de provincie te dienen. En die twee belangen kunnen strijdig zijn.
Daarom vind ik het ook zo raar, dat de lokale partijen meedoen aan de Statenverkiezingen. Per definitie horen lokale partijen alleen actief te zijn in de eigen gemeente, anders zouden ze niet zo heten. En hoe kunnen ze nou gezamenlijk optrekken? Wat heeft Pieter Heerens uit Schoonhoven gemeen met Rien Olijve uit Rozenburg? En lijsttrekker Jan van Ingen uit Gouda, toch een gemeente met stedelijke allure en grootstedelijke problemen, met Ineke Korbijn-Schop uit het rustieke Klaaswaal? Delen zij een ideologie? Als ik op de website www.lokaalzuidholland.nl kijk, lees ik standpunten die ik ook bij andere partijen aantref. Een partij die bestaat uit lokale partijen zou maar één doelstelling moeten hebben: de provincie afschaffen, alle macht weer bij de eigen gemeente leggen. Maar dat lees ik nergens. Ik begrijp het niet.
En wat nou het ergste is: Lokaal Zuid-Holland gaat veel stemmen krijgen. En die gaan dus verloren voor de partijen die wél opkomen voor een bovenlokaal, provinciaal belang. Het is democratie, ik weet het. Maar zelfs democratie is niet perfect.
Het is natuurlijk toeval dat de Provinciale Staten zich precies een week vóór de Statenverkiezingen uitspraken over de toekomst van de Krimpenerwaard, maar het plaatste de provincie wel even in de schijnwerpers. De Staten spraken over het Veenweidepact en over het bedrijventerrein Veerstalblok. Nou ja, eigenlijk stond de startnotitie voor de partiële herziening van het streekplan Zuid-Holland Oost op de agenda, maar daar hoorde je niemand over. Nee, het bedrijventerrein, daar had iedereen de mond van vol.
En het ís natuurlijk ook een belangrijk onderwerp. Terecht dat het CDA er eerder deze week een avond aan wijdde. Niet om zijn standpunt toe te lichten, maar om zich te laten voeden door bewoners en maatschappelijke organisaties om op basis daarvan een eigen mening te vormen.
Het CDA had echt z’n best gedaan om een evenwichtig geluid te organiseren, maar toch werd er die avond een scheef beeld van de werkelijkheid gecreëerd. Wie niet beter wist, zou, als hij of zij daar aanwezig was geweest, de indruk hebben gekregen dat het voortbestaan van het dorp Gouderak afhangt van het al dan niet doorgaan van het bedrijventerrein Veerstalblok. Alsof, als dat terrein er niet komt, direct alle economische activiteit uit het dorp zal verdwijnen. Dat is natuurlijk niet zo.
Ik hoop oprecht dat het CDA door dit onrealistische rampspoedscenario heen kan prikken, al heb ik mijn twijfels. Tijdens een vergadering van de gemeenteraad heeft CDA-fractievoorzitter Hans Verkerk eens gezegd dat het Veenweidepact in zijn huidige vorm dramatisch zal uitpakken voor Gouderak, omdat alle boeren moeten verdwijnen en daarmee de leefbaarheid van het dorp in het geding komt. Ook dat verhaal is onzinnig, althans het is niet de hele waarheid. Nog niet eens de halve. Misschien dat Hans inmiddels ook wel weet dat de zaken niet zo zwart-wit zijn, maar het voorbeeld geeft aan dat het CDA ontvankelijk is voor eendimensionale voorstellingen van zaken. De samenleving zit toch echt een stuk ingewikkelder in elkaar.
Goed.
Morgen, zaterdag, met de PvdA van de K5-gemeenten op pad om in alle kernen van de Krimpenerwaard aandacht te vragen voor de Statenverkiezingen van 7 maart. Over die verkiezingen nog een korte opmerking. Tussen alle namen van de kandidaten zag ik ook die van twee Ouderkerkse raadsleden, Floor Brouwer van de ChristenUnie en Leo Barth van de SGP. Ze zullen niet gekozen worden – tenminste, dat mag ik hopen, anders worden de verhoudingen in de Staten wel erg overhoop gegooid – maar stél dat ze er wel in komen: zouden ze dan hun lidmaatschap van de gemeenteraad opgeven? Wettelijk mag een raadslid ook een Statenlid zijn, maar ik vind het uitermate ongewenst. Je bent in de raad gekozen om het belang van je gemeente te behartigen, je wordt in de Staten gekozen om het belang van de provincie te dienen. En die twee belangen kunnen strijdig zijn.
Daarom vind ik het ook zo raar, dat de lokale partijen meedoen aan de Statenverkiezingen. Per definitie horen lokale partijen alleen actief te zijn in de eigen gemeente, anders zouden ze niet zo heten. En hoe kunnen ze nou gezamenlijk optrekken? Wat heeft Pieter Heerens uit Schoonhoven gemeen met Rien Olijve uit Rozenburg? En lijsttrekker Jan van Ingen uit Gouda, toch een gemeente met stedelijke allure en grootstedelijke problemen, met Ineke Korbijn-Schop uit het rustieke Klaaswaal? Delen zij een ideologie? Als ik op de website www.lokaalzuidholland.nl kijk, lees ik standpunten die ik ook bij andere partijen aantref. Een partij die bestaat uit lokale partijen zou maar één doelstelling moeten hebben: de provincie afschaffen, alle macht weer bij de eigen gemeente leggen. Maar dat lees ik nergens. Ik begrijp het niet.
En wat nou het ergste is: Lokaal Zuid-Holland gaat veel stemmen krijgen. En die gaan dus verloren voor de partijen die wél opkomen voor een bovenlokaal, provinciaal belang. Het is democratie, ik weet het. Maar zelfs democratie is niet perfect.
25.2.07
Kerk en staat
De president van Turkije blijft weg bij een concert dat koningin Beatrix, bij hem op bezoek, hem aanbiedt. De reden: een van de genodigden draagt een hoofddoekje, en bij Turkse wet is bepaald dat de president niet aanwezig mag zijn bij publieke bijeenkomsten waar mensen zich kleden volgens de regels die hun godsdienst voorschrijft. Want de president hoort boven alle partijen te staan, het is een neutrale functie, de personificatie van de overheid, de staat. En kerk en staat zijn strikt gescheiden in Turkije.
Goed beginsel, goed signaal van de president. En Beatrix schijnt er alle begrip voor te hebben.
Ook in Nederland zijn kerk en staat gescheiden.
Maar niet altijd en overal.
In veel gemeenteraden niet. Als je de Turkse lijn zou doortrekken, zouden burgemeesters ook niet aanwezig mogen zijn bij openbare bijeenkomsten waar mensen openlijk hun geloof belijden. Want ook burgemeesters staan boven de partijen, zijn neutraal, verpersoonlijken de overheid. De praktijk is anders. In Ouderkerk opent de burgemeester de raadsvergadering en verzoekt vervolgens Floor Brouwer, voorman van de ChristenUnie, het ambtsgebed voor te lezen waarmee de zegen van boven wordt gevraagd voor de beslissingen die de raad gaat nemen.
Toeval of niet, het ambtsgebed lijkt ineens weer een item te zijn. Het Reformatorisch Dagblad maakt een rondgang langs gemeenten om te inventariseren waar een ambtsgebed wordt uitgesproken aan het begin van een raadsvergadering. Vorige week werd ik gebeld door Het Kontakt dat ook bezig is met een artikel over ambtsgebeden in de regio, en gisteren stond er een artikel over hetzelfde onderwerp in het AD/Groene Hart.
De scheiding van kerk en staat is een goed beginsel. Daarom hoort een ambtsgebed niet thuis in een vergadering van een gemeenteraad. Ik weet dat veel mensen die lidmaat zijn van een kerk, het met mij eens zijn. Het heeft ook te maken met respect, respect voor mensen die niet gelovig zijn en dus ook niet geconfronteerd willen worden met een gebed.
In Schoonhoven hebben ze het goed opgelost, blijkt uit het AD-artikel. De SGP en de ChristenUnie komen daar vóór de vergadering bijeen voor een schriftlezing en een gebed. De vergadering zelf begint met een moment stilte dat iedereen op haar of zijn eigen wijze kan invullen. Een voorbeeld voor Ouderkerk, wat mij betreft. Maar ook andere varianten zijn denkbaar.
Koningin Beatrix is belijdend christen. Maar zij is niet boos op de Turkse president omdat hij haar cadeautje weigert in ontvangst te nemen. Ook dat heeft te maken met respect.
Ben benieuwd of Willem-Alexander en Máxima, als zij straks bij hun inhuldiging als koning en koningin de eed op de Grondwet moeten afleggen, zullen afwijken van de traditie om dat in de Nieuwe Kerk te doen. Dat hoort natuurlijk in de Ridderzaal te gebeuren.
Scheiding van kerk en staat, we kunnen nog veel van de Turken leren.
Goed beginsel, goed signaal van de president. En Beatrix schijnt er alle begrip voor te hebben.
Ook in Nederland zijn kerk en staat gescheiden.
Maar niet altijd en overal.
In veel gemeenteraden niet. Als je de Turkse lijn zou doortrekken, zouden burgemeesters ook niet aanwezig mogen zijn bij openbare bijeenkomsten waar mensen openlijk hun geloof belijden. Want ook burgemeesters staan boven de partijen, zijn neutraal, verpersoonlijken de overheid. De praktijk is anders. In Ouderkerk opent de burgemeester de raadsvergadering en verzoekt vervolgens Floor Brouwer, voorman van de ChristenUnie, het ambtsgebed voor te lezen waarmee de zegen van boven wordt gevraagd voor de beslissingen die de raad gaat nemen.
Toeval of niet, het ambtsgebed lijkt ineens weer een item te zijn. Het Reformatorisch Dagblad maakt een rondgang langs gemeenten om te inventariseren waar een ambtsgebed wordt uitgesproken aan het begin van een raadsvergadering. Vorige week werd ik gebeld door Het Kontakt dat ook bezig is met een artikel over ambtsgebeden in de regio, en gisteren stond er een artikel over hetzelfde onderwerp in het AD/Groene Hart.
De scheiding van kerk en staat is een goed beginsel. Daarom hoort een ambtsgebed niet thuis in een vergadering van een gemeenteraad. Ik weet dat veel mensen die lidmaat zijn van een kerk, het met mij eens zijn. Het heeft ook te maken met respect, respect voor mensen die niet gelovig zijn en dus ook niet geconfronteerd willen worden met een gebed.
In Schoonhoven hebben ze het goed opgelost, blijkt uit het AD-artikel. De SGP en de ChristenUnie komen daar vóór de vergadering bijeen voor een schriftlezing en een gebed. De vergadering zelf begint met een moment stilte dat iedereen op haar of zijn eigen wijze kan invullen. Een voorbeeld voor Ouderkerk, wat mij betreft. Maar ook andere varianten zijn denkbaar.
Koningin Beatrix is belijdend christen. Maar zij is niet boos op de Turkse president omdat hij haar cadeautje weigert in ontvangst te nemen. Ook dat heeft te maken met respect.
Ben benieuwd of Willem-Alexander en Máxima, als zij straks bij hun inhuldiging als koning en koningin de eed op de Grondwet moeten afleggen, zullen afwijken van de traditie om dat in de Nieuwe Kerk te doen. Dat hoort natuurlijk in de Ridderzaal te gebeuren.
Scheiding van kerk en staat, we kunnen nog veel van de Turken leren.
13.2.07
Club
Ik kan m’n telefoon wel uitzetten. Wouter heeft zijn ministersploeg rond, hij had mij niet nodig. Jammer, over vier jaar beter.
Geintje. Het is wel een eigenzinnige club, dat PvdA-smaldeel in het kabinet. Bos zelf natuurlijk, die er nooit had mogen zitten maar dat terzijde. Ronald Plasterk, eigenzinnig wetenschapper en provocerend columnist. Hopelijk kan hij de oude sociaal-democratische verleiding weerstaan om het onderwijs voor de zoveelste keer op de schop te nemen. Guusje ter Horst natuurlijk, ook niet bepaald uitblinkend in diplomatie maar wel met een sterke eigen wil en niet iemand die zich gemakkelijk omver laat blazen. Een van mijn favorieten. Jacqueline Cramer, hoogleraar duurzaam ondernemen en milieuadviseur, met wortels in het bedrijfsleven (Philips, Akzo Nobel, commissaris bij Shell) – ooit actievoerder tegen kerncentrales, dat kunnen nog leuke discussies worden. En Ahmed Aboutaleb natuurlijk, geen minister maar staatssecretaris van sociale zaken en daarmee verantwoordelijk voor de bestrijding van de armoede.
Allemaal leuke, originele en autonome denkers. Over Bert Koenders heb ik mijn twijfels. Als ik hem zie denk ik altijd: het slimste jongetje van de klas die altijd klaar staat met zijn mening, maar ik zou hem mijn portemonnee niet toevertrouwen. Ik weet ook niet of hij dezelfde passie voor ontwikkelingssamenwerking kan opbrengen als zijn voorganger Jan Pronk. Voordeel van de twijfel. Dat geef ik ook Ella Vogelaar. Ze heeft een mooi cv (Unilever, nóg een uit het bedrijfsleven) en mensen die haar kennen spreken vol lof over haar, maar ik heb nog geen duidelijk beeld van haar.
Maar al met al: een goede club. Dat mag ook wel voor de nodige balans in het kabinet, want wees eerlijk: Maxime Verhagen (hij heeft volgens mij al zijn levenservaring opgedaan op de vierkante kilometer die Binnenhof heet, en die moet dan dat hele grote buitenland gaan doen?), Camiel Eurlings en Gerda (‘Ik kan een tractor besturen, dus ik kan ook minister van landbouw worden’ Verburg – dat zijn toch geen mensen van wie je zegt: daar stáát iemand? Om van de premier nog maar te zwijgen.
Nee, het elan en de visie zullen van de PvdA moeten komen.
Als het partijcongres dit allemaal goedkeurt natuurlijk. Zaterdag mag ik namens Ouderkerk naar Zwolle, om ja of nee tegen deze ministers te zeggen. ’t Zal wel ja worden.
Ook voor Klaas de Vries, die moet natuurlijk hoog op de kandidatenlijst voor de Eerste Kamer komen. Al was het alleen maar om de arrogantie van de partij om iemand van zijn kaliber op een onverkiesbare plaats te durven zetten, af te straffen.
Geintje. Het is wel een eigenzinnige club, dat PvdA-smaldeel in het kabinet. Bos zelf natuurlijk, die er nooit had mogen zitten maar dat terzijde. Ronald Plasterk, eigenzinnig wetenschapper en provocerend columnist. Hopelijk kan hij de oude sociaal-democratische verleiding weerstaan om het onderwijs voor de zoveelste keer op de schop te nemen. Guusje ter Horst natuurlijk, ook niet bepaald uitblinkend in diplomatie maar wel met een sterke eigen wil en niet iemand die zich gemakkelijk omver laat blazen. Een van mijn favorieten. Jacqueline Cramer, hoogleraar duurzaam ondernemen en milieuadviseur, met wortels in het bedrijfsleven (Philips, Akzo Nobel, commissaris bij Shell) – ooit actievoerder tegen kerncentrales, dat kunnen nog leuke discussies worden. En Ahmed Aboutaleb natuurlijk, geen minister maar staatssecretaris van sociale zaken en daarmee verantwoordelijk voor de bestrijding van de armoede.
Allemaal leuke, originele en autonome denkers. Over Bert Koenders heb ik mijn twijfels. Als ik hem zie denk ik altijd: het slimste jongetje van de klas die altijd klaar staat met zijn mening, maar ik zou hem mijn portemonnee niet toevertrouwen. Ik weet ook niet of hij dezelfde passie voor ontwikkelingssamenwerking kan opbrengen als zijn voorganger Jan Pronk. Voordeel van de twijfel. Dat geef ik ook Ella Vogelaar. Ze heeft een mooi cv (Unilever, nóg een uit het bedrijfsleven) en mensen die haar kennen spreken vol lof over haar, maar ik heb nog geen duidelijk beeld van haar.
Maar al met al: een goede club. Dat mag ook wel voor de nodige balans in het kabinet, want wees eerlijk: Maxime Verhagen (hij heeft volgens mij al zijn levenservaring opgedaan op de vierkante kilometer die Binnenhof heet, en die moet dan dat hele grote buitenland gaan doen?), Camiel Eurlings en Gerda (‘Ik kan een tractor besturen, dus ik kan ook minister van landbouw worden’ Verburg – dat zijn toch geen mensen van wie je zegt: daar stáát iemand? Om van de premier nog maar te zwijgen.
Nee, het elan en de visie zullen van de PvdA moeten komen.
Als het partijcongres dit allemaal goedkeurt natuurlijk. Zaterdag mag ik namens Ouderkerk naar Zwolle, om ja of nee tegen deze ministers te zeggen. ’t Zal wel ja worden.
Ook voor Klaas de Vries, die moet natuurlijk hoog op de kandidatenlijst voor de Eerste Kamer komen. Al was het alleen maar om de arrogantie van de partij om iemand van zijn kaliber op een onverkiesbare plaats te durven zetten, af te straffen.
6.2.07
Deuk
Zag zojuist op Teletekst dat Wouter Bos toetreedt tot het kabinet. Waar is de man die tijdens de campagne bij hoog en laag bezwoer dat hij nooit zou toe treden in een kabinet onder Balkenende? Een zuiver voorbeeld van kiezersbedrog en een forse deuk in zijn geloofwaardigheid. Jammer!
4.2.07
IJspret
De school van mijn dochter organiseert een paar keer per winter uitstapjes naar de ijsbaan in Zoetermeer. Ouders mogen dan voor het vervoer zorgen en vrijdagmiddag was het mijn beurt. Telkens als ik een ijsbaan zie, verbaas ik me over de aantrekkingskracht ervan. Eigenlijk is het een zinloze bezigheid. Je rijdt met tientallen, misschien wel een paar honderd mensen tegelijk je rondjes – altijd rechtsom, je komt steeds weer op hetzelfde punt uit en uiteindelijk stap je van het ijs op dezelfde plek waar je erop bent gekomen. En toch houdt het zijn aantrekkingskracht – ook zonder gure wind, tintelende tenen, warme chocolademelk en feestelijke muziek - zeg maar de franje die van schaatsen ijspret maken.
In Zoetermeer kun je schaatsen, maar het is geen ijspret. Toch is het verslavend, want mijn dochter kijkt nu alweer uit naar een volgende keer.
Het doet me denken aan de werkconferenties van de gemeenteraad.
Op 10 oktober hadden we zo’n conferentie, om te bespreken hoe we als raad aan de slag zouden gaan met de aanbevelingen uit het burgertevredenheidsonderzoek 2004, het rapport van de onderzoekscommissie ‘Drie Locaties’ en de quickscan van het dualisme. Ik had er mijn twijfels over, want ik loop al een tijdje mee in de gemeenteraad en heb al veel van dit soort praatsessies meegemaakt. Ze eindigen steevast in mooie voornemens dat we het als raad nu toch echt anders moeten gaan doen, maar een paar weken later zijn we die al weer vergeten en vallen we terug in het oude patroon.
Dat gebeurde ook na de werkconferentie van 10 oktober.
In maart hebben we een vervolgconferentie. Ik vrees voor de uitkomst, maar misschien gaat het nu anders. Mijn fractiegenoot Ralph Brieskorn heeft de anderen uitgedaagd. Ik citeer uit zijn e-mail: ‘Ik blijf het gevoel houden dat we elkaar erg bezig houden op deze conferenties en de wezenlijke zaken waar het om draait niet bespreken. Het gaat over het verbeteren van procedures, werkvormen, manieren van communiceren, maar het gaat niet over hoe de raad als geheel en onderling functioneert of beter kan functioneren. Zelf heb ik behoefte om dit onderwerp aan de orde te stellen. Dus hoe kunnen we beter discussiëren, beter naar elkaar luisteren en niet alleen zoeken naar verschillen, maar ook overeenkomsten. En sommige zaken spelen niet alleen op inhoudelijk, maar juist ook op persoonlijk vlak. Laten we daar ook open over zijn. Volgens mij hebben we daar meer aan. Dit vraagt wel durf. Wie gaat deze uitdaging aan?’
Drie mensen hebben tot nu toe op deze oproep gereageerd. Zullen we er dan nu toch echt in gaan slagen stappen vooruit te maken? Of stappen we weer op de ijsbaan, draaien een paar rondjes en stappen we er op hetzelfde punt weer af?
Soms is er lef voor nodig om tegen de stroom in te schaatsen. Of gewoon dwars over te steken. Het leidt misschien tot botsingen, gemopper en chaos, maar het kan wel heel verhelderend werken. Laten we het maar proberen.
Kan er dan wel chocolademelk en erwtensoep geserveerd worden tijdens de conferentie?
In Zoetermeer kun je schaatsen, maar het is geen ijspret. Toch is het verslavend, want mijn dochter kijkt nu alweer uit naar een volgende keer.
Het doet me denken aan de werkconferenties van de gemeenteraad.
Op 10 oktober hadden we zo’n conferentie, om te bespreken hoe we als raad aan de slag zouden gaan met de aanbevelingen uit het burgertevredenheidsonderzoek 2004, het rapport van de onderzoekscommissie ‘Drie Locaties’ en de quickscan van het dualisme. Ik had er mijn twijfels over, want ik loop al een tijdje mee in de gemeenteraad en heb al veel van dit soort praatsessies meegemaakt. Ze eindigen steevast in mooie voornemens dat we het als raad nu toch echt anders moeten gaan doen, maar een paar weken later zijn we die al weer vergeten en vallen we terug in het oude patroon.
Dat gebeurde ook na de werkconferentie van 10 oktober.
In maart hebben we een vervolgconferentie. Ik vrees voor de uitkomst, maar misschien gaat het nu anders. Mijn fractiegenoot Ralph Brieskorn heeft de anderen uitgedaagd. Ik citeer uit zijn e-mail: ‘Ik blijf het gevoel houden dat we elkaar erg bezig houden op deze conferenties en de wezenlijke zaken waar het om draait niet bespreken. Het gaat over het verbeteren van procedures, werkvormen, manieren van communiceren, maar het gaat niet over hoe de raad als geheel en onderling functioneert of beter kan functioneren. Zelf heb ik behoefte om dit onderwerp aan de orde te stellen. Dus hoe kunnen we beter discussiëren, beter naar elkaar luisteren en niet alleen zoeken naar verschillen, maar ook overeenkomsten. En sommige zaken spelen niet alleen op inhoudelijk, maar juist ook op persoonlijk vlak. Laten we daar ook open over zijn. Volgens mij hebben we daar meer aan. Dit vraagt wel durf. Wie gaat deze uitdaging aan?’
Drie mensen hebben tot nu toe op deze oproep gereageerd. Zullen we er dan nu toch echt in gaan slagen stappen vooruit te maken? Of stappen we weer op de ijsbaan, draaien een paar rondjes en stappen we er op hetzelfde punt weer af?
Soms is er lef voor nodig om tegen de stroom in te schaatsen. Of gewoon dwars over te steken. Het leidt misschien tot botsingen, gemopper en chaos, maar het kan wel heel verhelderend werken. Laten we het maar proberen.
Kan er dan wel chocolademelk en erwtensoep geserveerd worden tijdens de conferentie?
1.2.07
Klimaat
Open brief aan het college van B en W van Ouderkerk
I need to wake up, zingt Melissa Etheridge bij de aftiteling van Al Gore’s klimaatdocumentaire An Inconvenient Truth.
Ik zag de film gisteravond in het Filmhuis in Gouda. De film had al zoveel media-aandacht gekregen dat de inhoud mij niet meer kon verrassen. Toch ben ik blij dat ik gegaan ben. De film zien is veel indrukwekkender dan erover lezen. De dramatische veranderingen in het klimaat en de gevolgen ervan voor onze wereld zitten zogezegd weer goed ‘tussen de oren’.
Dat ik de film bezocht in dezelfde week dat het International Panel on Climate Change van de Verenigde Naties het eerste deel van zijn klimaatrapportage presenteert, is toeval. Het rapport is aanleiding voor een internationale actie om vanavond, de avond voor de presentatie, om vijf voor acht de verlichting uit te doen. Het ministerie van VROM en vermoedelijk veel andere overheidsinstanties doen aan deze actie, Alliance pour la planète, mee. De overheid heeft een voorbeeldfunctie en, vind ik, de morele plicht de aandacht op deze ernstige situatie te vestigen. Ook de lokale overheid.
Vanavond is er in het gemeentehuis van Ouderkerk een gemeenteraadsvergadering. Bij uitstek een gelegenheid om als gemeente een signaal af te geven. Het zou goed zijn als Ouderkerk meedoet aan de actie en om 19.55 uur de lichten in het gemeentehuis voor vijf minuten dooft. Ik verzoek het college de actie op deze manier te ondersteunen.
We moeten allemaal wakker geschud worden. U kunt daar aan meewerken. Alvast bedankt.
Met vriendelijke groet,
Leo Mudde
P.S. Ik stuur deze open brief ter informatie naar mijn collega-fractievoorzitters met het verzoek, mijn oproep te ondersteunen.
I need to wake up, zingt Melissa Etheridge bij de aftiteling van Al Gore’s klimaatdocumentaire An Inconvenient Truth.
Ik zag de film gisteravond in het Filmhuis in Gouda. De film had al zoveel media-aandacht gekregen dat de inhoud mij niet meer kon verrassen. Toch ben ik blij dat ik gegaan ben. De film zien is veel indrukwekkender dan erover lezen. De dramatische veranderingen in het klimaat en de gevolgen ervan voor onze wereld zitten zogezegd weer goed ‘tussen de oren’.
Dat ik de film bezocht in dezelfde week dat het International Panel on Climate Change van de Verenigde Naties het eerste deel van zijn klimaatrapportage presenteert, is toeval. Het rapport is aanleiding voor een internationale actie om vanavond, de avond voor de presentatie, om vijf voor acht de verlichting uit te doen. Het ministerie van VROM en vermoedelijk veel andere overheidsinstanties doen aan deze actie, Alliance pour la planète, mee. De overheid heeft een voorbeeldfunctie en, vind ik, de morele plicht de aandacht op deze ernstige situatie te vestigen. Ook de lokale overheid.
Vanavond is er in het gemeentehuis van Ouderkerk een gemeenteraadsvergadering. Bij uitstek een gelegenheid om als gemeente een signaal af te geven. Het zou goed zijn als Ouderkerk meedoet aan de actie en om 19.55 uur de lichten in het gemeentehuis voor vijf minuten dooft. Ik verzoek het college de actie op deze manier te ondersteunen.
We moeten allemaal wakker geschud worden. U kunt daar aan meewerken. Alvast bedankt.
Met vriendelijke groet,
Leo Mudde
P.S. Ik stuur deze open brief ter informatie naar mijn collega-fractievoorzitters met het verzoek, mijn oproep te ondersteunen.
30.1.07
Kater
Ik had gehoopt op een feestje met een goede afloop, maar bleef uiteindelijk zitten met een kater.
Het dagelijks bestuur van de KrimpenerwaardRaad was zo verstandig geweest om de raad in zijn eerste vergadering één kandidaat voor het voorzitterschap voor te dragen. Eén kandidaat, die door niemand kon worden verdacht van een dubbele agenda en geen politiek verleden had. Een neutrale figuur dus, precies wat de Krimpenerwaard die politiek nog altijd behoorlijk verscheurd is, nodig heeft. Dus geen wethouder, want wethouders zijn te politiek. Geen burgemeester Veerhoek van Nederlek ook, of diens collega Van Erk van Bergambacht. Zij mogen, terecht of onterecht, nog hopen dat zij straks in de race zijn voor het burgemeesterschap van de nieuwe gemeente Krimpenerwaard. Alleen al dat feit maakt dat het niet voor de hand lag, hen te benoemen. Al was het maar om elke schijn van belangenverstrengeling te vermijden.
Geen De Cloe van Schoonhoven, hoezeer ik het mijn partijgenoot ook gun. Maar als er één bestuurder in dit gebied rondloopt met een uitgesproken voorkeur voor gemeentelijke herindeling, dan is hij het wel. Niet bepaald de persoon die gemakkelijk het vertrouwen wint van de partijen die nog altijd mordicus tégen herindeling zijn.
Blijven over: Evenhuis van Vlist en Van de Wouw van Ouderkerk.
Het had mij niet uitgemaakt wie van de twee het was geworden. Ik kon me in ieder geval zeer vinden in de voordracht van Van de Wouw, een man die ik heb leren kennen als een rustig en kundig voorzitter die moeiteloos boven de partijen kan staan.
En dan schuiven drie raadsleden uit Nederlek alsnog Van Erk naar voren als kandidaat. Niet slim, voorzichtig gezegd, want het zette de deur open naar verdeeldheid in een bestuur dat juist schreeuwt om eenheid. Dan wordt er gestemd en wint Van Erk het, met 8 stemmen verschil. Stemverhouding: 38 tegen 30 – bijna evenveel dus, funest voor de harmonieuze verhoudingen.
Van mij mag Arie van Erk de baas van de Krimpenerwaard worden. Ik mag hem, heb vertrouwen in hem en acht hem hoog als burgemeester. Dus als we straks een burgemeester mogen kiezen en hij doet mee, dan is de kans groot dat hij mijn stem krijgt.
Maar nu nog even niet.
Er is natuurlijk gelobbyd, ook door mij. Zo zag ik ook een e-mail van een raadslid uit Bergambacht, die zijn collega-raadsleden opriep toch vooral op Van Erk te stemmen. Want dat was ‘in het belang van Bergambacht en van Arie’. Het stond er echt! Hoezo, algemeen belang?
Zo lang er bestuurders zijn die zo redeneren, is de vrijwillige samenwerking tussen de vijf gemeenten gedoemd te mislukken. Geeft niet, dan komt die nieuwe gemeente weer dichterbij. In het belang van Arie?
Het dagelijks bestuur van de KrimpenerwaardRaad was zo verstandig geweest om de raad in zijn eerste vergadering één kandidaat voor het voorzitterschap voor te dragen. Eén kandidaat, die door niemand kon worden verdacht van een dubbele agenda en geen politiek verleden had. Een neutrale figuur dus, precies wat de Krimpenerwaard die politiek nog altijd behoorlijk verscheurd is, nodig heeft. Dus geen wethouder, want wethouders zijn te politiek. Geen burgemeester Veerhoek van Nederlek ook, of diens collega Van Erk van Bergambacht. Zij mogen, terecht of onterecht, nog hopen dat zij straks in de race zijn voor het burgemeesterschap van de nieuwe gemeente Krimpenerwaard. Alleen al dat feit maakt dat het niet voor de hand lag, hen te benoemen. Al was het maar om elke schijn van belangenverstrengeling te vermijden.
Geen De Cloe van Schoonhoven, hoezeer ik het mijn partijgenoot ook gun. Maar als er één bestuurder in dit gebied rondloopt met een uitgesproken voorkeur voor gemeentelijke herindeling, dan is hij het wel. Niet bepaald de persoon die gemakkelijk het vertrouwen wint van de partijen die nog altijd mordicus tégen herindeling zijn.
Blijven over: Evenhuis van Vlist en Van de Wouw van Ouderkerk.
Het had mij niet uitgemaakt wie van de twee het was geworden. Ik kon me in ieder geval zeer vinden in de voordracht van Van de Wouw, een man die ik heb leren kennen als een rustig en kundig voorzitter die moeiteloos boven de partijen kan staan.
En dan schuiven drie raadsleden uit Nederlek alsnog Van Erk naar voren als kandidaat. Niet slim, voorzichtig gezegd, want het zette de deur open naar verdeeldheid in een bestuur dat juist schreeuwt om eenheid. Dan wordt er gestemd en wint Van Erk het, met 8 stemmen verschil. Stemverhouding: 38 tegen 30 – bijna evenveel dus, funest voor de harmonieuze verhoudingen.
Van mij mag Arie van Erk de baas van de Krimpenerwaard worden. Ik mag hem, heb vertrouwen in hem en acht hem hoog als burgemeester. Dus als we straks een burgemeester mogen kiezen en hij doet mee, dan is de kans groot dat hij mijn stem krijgt.
Maar nu nog even niet.
Er is natuurlijk gelobbyd, ook door mij. Zo zag ik ook een e-mail van een raadslid uit Bergambacht, die zijn collega-raadsleden opriep toch vooral op Van Erk te stemmen. Want dat was ‘in het belang van Bergambacht en van Arie’. Het stond er echt! Hoezo, algemeen belang?
Zo lang er bestuurders zijn die zo redeneren, is de vrijwillige samenwerking tussen de vijf gemeenten gedoemd te mislukken. Geeft niet, dan komt die nieuwe gemeente weer dichterbij. In het belang van Arie?
26.1.07
Ségolène
Vrouwen rukken op in de politiek.
Vandaag zag ik bij de Bruna de Nieuwe Revu liggen. Op de cover, bijna levensgroot, Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren. Ze zit nog maar net in de Kamer, maar ze heeft voor het dierenwelzijn al meer voor elkaar gekregen dan alle andere partijen bij elkaar in de afgelopen twintig jaar. Balkenende, Bos en Rouvoet hebben het dierenwelzijn tot onderdeel van de formatiebesprekingen verheven, landbouwminister Veerman en zijn topambtenaren zijn ook in actie gekomen en zijn, zeggen ze zelf in de Volkskrant, ‘als hazewindhonden’ aan de slag gegaan met maatregelen om Thieme de wind uit de zeilen te nemen. Met ingang van volgend jaar mogen staarten van schapen niet meer worden ingekort. Het onderwerp staat, kortom, op de agenda.
Goed van Marianne.
Er zijn meer vrouwen die aan de weg timmeren.
Angela Merkel, de bondskanselier van Duitsland, bijvoorbeeld. Persoonlijk zie ik liever Thieme dan Merkel, maar ze schijnt het erg goed te doen en internationaal flink wat gezag te hebben. Meer dan onze premier in ieder geval. Nou is Nederland geen Duitsland, maar toch.
In de VS doet Hillary Clinton van zich spreken. Zij kon weleens de eerste vrouwelijke president van Amerika worden.
En dichter bij huis, in Frankrijk, doet Ségolène Royal een gooi naar het presidentschap.
Ségolène Royal – alleen met zo'n naam al verdien je te winnen.
Haar website heet Désirs d’avenir. Verlangens van de toekomst – maar dat klinkt in het Nederlands een stuk minder.
Ik val doorgaans als een blok voor Franssprekende vrouwen. Toen ik bij een groot Amerikaans bedrijf met vestigingen in heel Europa werkte, belde regelmatig een collega uit Lyon. ‘Bonjour Léo, c’est Véronique.’ Dan brak de zon door.
Stel dat Clinton en Royal winnen, wordt de wereld dan beter? De VS zouden zich zeker terugtrekken uit zinloze oorlogen en misschien gaan ze ook eindelijk iets aan het milieu doen. De Clintons en de Gores kennen elkaar goed en ik denk dat Hillary de film An Inconvenient Truth van Al Gore zeker gezien heeft. En Frankrijk met een vrouwelijke president? Ze is links, maar het verschil met rechts is in Frankrijk niet zo groot. Nationalisme, daar gaat het daar vooral om. Maar toch, Ségolène schrijft op haar website dat zij Frankrijk bij de hand wil nemen naar een beter milieu: ‘Je veux engager la France dans la voie de l’excellence environnementale.’
Mooi.
Dus ja, ik denk dat de wereld beter wordt als vrouwen aan de macht komen. Althans, deze vrouwen. Niet van het soort Margaret Thatcher natuurlijk.
Ach, Ségolène Royal. Ze ligt onder vuur, ze heeft een paar grote blunders gemaakt en het is nog maar de vraag of ze dat goed kan maken voor de verkiezingen. Ik duim voor haar, ze is tenslotte een partijgenoot, maar ik vrees het ergste. Als ze verliest, zal ze een verlangen voor de toekomst blijven. Als een mooie Franse wijn: een ontkurkte fles is een ervaring, maar een ongeopende fles is een verlangen. En verlangens zijn vaak mooier dan ervaringen.
Vandaag zag ik bij de Bruna de Nieuwe Revu liggen. Op de cover, bijna levensgroot, Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren. Ze zit nog maar net in de Kamer, maar ze heeft voor het dierenwelzijn al meer voor elkaar gekregen dan alle andere partijen bij elkaar in de afgelopen twintig jaar. Balkenende, Bos en Rouvoet hebben het dierenwelzijn tot onderdeel van de formatiebesprekingen verheven, landbouwminister Veerman en zijn topambtenaren zijn ook in actie gekomen en zijn, zeggen ze zelf in de Volkskrant, ‘als hazewindhonden’ aan de slag gegaan met maatregelen om Thieme de wind uit de zeilen te nemen. Met ingang van volgend jaar mogen staarten van schapen niet meer worden ingekort. Het onderwerp staat, kortom, op de agenda.
Goed van Marianne.
Er zijn meer vrouwen die aan de weg timmeren.
Angela Merkel, de bondskanselier van Duitsland, bijvoorbeeld. Persoonlijk zie ik liever Thieme dan Merkel, maar ze schijnt het erg goed te doen en internationaal flink wat gezag te hebben. Meer dan onze premier in ieder geval. Nou is Nederland geen Duitsland, maar toch.
In de VS doet Hillary Clinton van zich spreken. Zij kon weleens de eerste vrouwelijke president van Amerika worden.
En dichter bij huis, in Frankrijk, doet Ségolène Royal een gooi naar het presidentschap.
Ségolène Royal – alleen met zo'n naam al verdien je te winnen.
Haar website heet Désirs d’avenir. Verlangens van de toekomst – maar dat klinkt in het Nederlands een stuk minder.
Ik val doorgaans als een blok voor Franssprekende vrouwen. Toen ik bij een groot Amerikaans bedrijf met vestigingen in heel Europa werkte, belde regelmatig een collega uit Lyon. ‘Bonjour Léo, c’est Véronique.’ Dan brak de zon door.
Stel dat Clinton en Royal winnen, wordt de wereld dan beter? De VS zouden zich zeker terugtrekken uit zinloze oorlogen en misschien gaan ze ook eindelijk iets aan het milieu doen. De Clintons en de Gores kennen elkaar goed en ik denk dat Hillary de film An Inconvenient Truth van Al Gore zeker gezien heeft. En Frankrijk met een vrouwelijke president? Ze is links, maar het verschil met rechts is in Frankrijk niet zo groot. Nationalisme, daar gaat het daar vooral om. Maar toch, Ségolène schrijft op haar website dat zij Frankrijk bij de hand wil nemen naar een beter milieu: ‘Je veux engager la France dans la voie de l’excellence environnementale.’
Mooi.
Dus ja, ik denk dat de wereld beter wordt als vrouwen aan de macht komen. Althans, deze vrouwen. Niet van het soort Margaret Thatcher natuurlijk.
Ach, Ségolène Royal. Ze ligt onder vuur, ze heeft een paar grote blunders gemaakt en het is nog maar de vraag of ze dat goed kan maken voor de verkiezingen. Ik duim voor haar, ze is tenslotte een partijgenoot, maar ik vrees het ergste. Als ze verliest, zal ze een verlangen voor de toekomst blijven. Als een mooie Franse wijn: een ontkurkte fles is een ervaring, maar een ongeopende fles is een verlangen. En verlangens zijn vaak mooier dan ervaringen.
14.1.07
Krokodillentranen
Het lijkt veel langer, maar het is nog maar een jaar geleden dat we druk bezig waren met de voorbereiding op de openbare verhoren in het onderzoek ‘De Drie Locaties’ – zeg maar de ‘parlementaire enquête’ van de gemeenteraad. Het was een heftige periode voor ons clubje van vier: stapels documenten doorworstelen, voorgesprekken voeren met ambtenaren en direct betrokkenen, mensen onder ede verhoren, conceptteksten van het eindrapport bespreken, bijstellen, opnieuw bespreken en ten slotte de presentatie van het eindverslag aan de raad. Ik ben nog steeds trots op ons eindresultaat. We kwamen met duidelijke conclusies en aanbevelingen die de raad en het college omarmden. Ook het nieuwe college dat na de gemeenteraadsverkiezingen aantrad, heeft ze overgenomen. Het rapport, zei iedereen, mocht niet in de vergetelheid van een bureaula verdwijnen. Het moest ergens toe leiden.
Is dat ook gebeurd? Misschien is het nog te vroeg om daar een definitief oordeel over te geven maar ik ben geneigd om te zeggen: ja, we zijn op de goede weg. Het nieuwe college doet oprecht z’n best te voldoen aan zijn actieve informatieplicht. Zodra zich zaken aandienen waarvan in redelijkheid mag worden verwacht dat de gemeenteraad die wil kennen of behoort te kennen, stuurt of mailt het college dit rond. Ook probeert het werk te maken van de opdracht van de raad, om inwoners in een vroeg stadium bij plannen te betrekken. De burgemeester zei hier in zijn nieuwjaarstoespraak nog het nodige over. Het lijkt dus de goede kant op te gaan.
Daarom ben ik zo verbaasd over de nieuwe acties tegen het Veenweidepact. Vorige week werd in Gouderak een avond gehouden tegen het pact. En gisteren belde iemand aan voor een handtekeningenactie, ‘omdat "ze" alle Gouderakse boeren willen uitkopen’.
Nou, dat is wel een erg korte en ongenuanceerde samenvatting van het pact.
Het is ieders goed recht om ergens tegen te zijn en acties te voeren, maar dan vraag ik me toch af: waarom pas nu? Waarom heb ik als raadslid niets gehoord van de vereniging DWLK (de organisatie achter de avond in het Dorphuis) toen de besluitvorming in de gemeenteraad nog moest plaatsvinden? Waarom zijn er geen handtekeningen ingezameld tijdens de voorlichtingsavonden in Bergambacht, Berkenwoude en Gouderak? Als je als actiegroep iets voor elkaar wilt krijgen, dan moet je je lobby natuurlijk wel tijdig inzetten – en op de juiste plek, dus niet alleen bij de partijen die toch al moeite hadden met het pact maar juist bij partijen die je over de streep wilde trekken. Of de PvdA zich had laten overtuigen weet ik niet, maar het is niet eens geprobéérd. En nu, nu de besluitvorming in alle gemeenteraden heeft plaatsgevonden, worden dikke krokodillentranen geplengd en wordt de suggestie gewekt, dat we weer heel erg fout bezig zijn geweest.
Ja, zegt DWLK, maar het is nog maar een advies, dus we kunnen de uitkomst nog beïnvloeden. Klopt, het is inderdaad een advies – maar wel één dat door alle gemeenten is ondertekend en dat nu bij de provincie ligt. Ik betwijfel of Gedeputeerde Staten onder de indruk zijn van een protestavond in Gouderak waar enkele tientallen mensen aanwezig waren en een dubieuze, want met verkeerde of halve informatie begeleide handtekeningenactie.
Waar ik nu zo bang voor ben, is dat straks de gemeente weer de schuld krijgt dat ze niet naar haar inwoners heeft geluisterd. Dat er wordt gezegd: zie je wel, de gemeente Ouderkerk heeft niets geleerd van fouten in het verleden. Maar juist in dit dossier is de gemeente uiterst zorgvuldig geweest. Met informatieverstrekking, met mogelijkheden tot inspraak. Dat de uitkomst niet iedereen goed uitkomt, is iets anders. Maar het democratisch proces is wel verlopen zoals het hoort. Anders dan destijds bij De Drie Locaties.
Het is wel sneu voor die mensen die nu huis-aan-huis handtekeningen hebben ingezameld. Ze zijn een paar maanden te laat begonnen. Jammer, want ik heb grote sympathie voor mensen die zich actief voor een zaak inzetten. Of ik het er nou mee eens ben of niet.
Is dat ook gebeurd? Misschien is het nog te vroeg om daar een definitief oordeel over te geven maar ik ben geneigd om te zeggen: ja, we zijn op de goede weg. Het nieuwe college doet oprecht z’n best te voldoen aan zijn actieve informatieplicht. Zodra zich zaken aandienen waarvan in redelijkheid mag worden verwacht dat de gemeenteraad die wil kennen of behoort te kennen, stuurt of mailt het college dit rond. Ook probeert het werk te maken van de opdracht van de raad, om inwoners in een vroeg stadium bij plannen te betrekken. De burgemeester zei hier in zijn nieuwjaarstoespraak nog het nodige over. Het lijkt dus de goede kant op te gaan.
Daarom ben ik zo verbaasd over de nieuwe acties tegen het Veenweidepact. Vorige week werd in Gouderak een avond gehouden tegen het pact. En gisteren belde iemand aan voor een handtekeningenactie, ‘omdat "ze" alle Gouderakse boeren willen uitkopen’.
Nou, dat is wel een erg korte en ongenuanceerde samenvatting van het pact.
Het is ieders goed recht om ergens tegen te zijn en acties te voeren, maar dan vraag ik me toch af: waarom pas nu? Waarom heb ik als raadslid niets gehoord van de vereniging DWLK (de organisatie achter de avond in het Dorphuis) toen de besluitvorming in de gemeenteraad nog moest plaatsvinden? Waarom zijn er geen handtekeningen ingezameld tijdens de voorlichtingsavonden in Bergambacht, Berkenwoude en Gouderak? Als je als actiegroep iets voor elkaar wilt krijgen, dan moet je je lobby natuurlijk wel tijdig inzetten – en op de juiste plek, dus niet alleen bij de partijen die toch al moeite hadden met het pact maar juist bij partijen die je over de streep wilde trekken. Of de PvdA zich had laten overtuigen weet ik niet, maar het is niet eens geprobéérd. En nu, nu de besluitvorming in alle gemeenteraden heeft plaatsgevonden, worden dikke krokodillentranen geplengd en wordt de suggestie gewekt, dat we weer heel erg fout bezig zijn geweest.
Ja, zegt DWLK, maar het is nog maar een advies, dus we kunnen de uitkomst nog beïnvloeden. Klopt, het is inderdaad een advies – maar wel één dat door alle gemeenten is ondertekend en dat nu bij de provincie ligt. Ik betwijfel of Gedeputeerde Staten onder de indruk zijn van een protestavond in Gouderak waar enkele tientallen mensen aanwezig waren en een dubieuze, want met verkeerde of halve informatie begeleide handtekeningenactie.
Waar ik nu zo bang voor ben, is dat straks de gemeente weer de schuld krijgt dat ze niet naar haar inwoners heeft geluisterd. Dat er wordt gezegd: zie je wel, de gemeente Ouderkerk heeft niets geleerd van fouten in het verleden. Maar juist in dit dossier is de gemeente uiterst zorgvuldig geweest. Met informatieverstrekking, met mogelijkheden tot inspraak. Dat de uitkomst niet iedereen goed uitkomt, is iets anders. Maar het democratisch proces is wel verlopen zoals het hoort. Anders dan destijds bij De Drie Locaties.
Het is wel sneu voor die mensen die nu huis-aan-huis handtekeningen hebben ingezameld. Ze zijn een paar maanden te laat begonnen. Jammer, want ik heb grote sympathie voor mensen die zich actief voor een zaak inzetten. Of ik het er nou mee eens ben of niet.
Abonneren op:
Posts (Atom)