30.9.04

Dodenweg

Nog even terugkomend op de ontwikkelingen rond de Zuidwestelijke Randweg en de gevolgen van een keuze voor variant 3. Gisteravond nog eens goed naar de milieueffectrapportage gekeken en hoe langer ik erover nadenk, hoe groter de verontwaardiging. Het is ongelooflijk maar het staat er écht, op pagina 95, onder ‘Effectbeschrijving alternatief 3’ (dat is, voor alle duidelijkheid, het tracé via het Sluiseiland waarvan de hele politiek behalve de PvdA Ouderkerk en GroenLinks Gouda zo’n fervent voorstander zijn): als voor dit tracé wordt gekozen, neemt het aantal gewonden en doden (‘letselgevallen’, staat er eufemistisch) op het stuk dijk ten westen van de weg toe (dat is tussen dorp Gouderak en het punt waar de ZWR de rivier oversteekt). Want de weg heeft een aanzuigende werking waardoor het aantal auto’s dat van Ouderkerk en Gouderak richting Gouda (en terug) gaat, toeneemt tot 15.300 per etmaal. Vijftienduizenddriehonderd, over die smalle dijk waar zich nu al dagelijks vele bijna-ongelukken voordoen! Wat nu dreigt te gebeuren is, dat Ouderkerk miljoenen euro’s gaat betalen voor een weg waarvan het Ouderkerks belang sowieso al discutabel is, en daar een dodenweg voor terugkrijgt. Dat is de omgekeerde wereld: als je betaalt, zou de situatie voor je eigen bevolking juist veiliger moeten worden. Hoe gaan de andere partijen, die dit traject zo graag willen, dat uitleggen aan hun kiezers? Ik zal vast een suggestie aandragen: beding in ieder geval dat over de hele lengte van de dijk tussen Gouderak en de ZWR een fietspad wordt aangelegd. Dat kan heel gemakkelijk op de plaatsen waar nu bedrijven zijn gevestigd. Het is vooral het bedrijfsleven dat is gebaat bij de ZWR – dan moeten ze in ruil daarvoor ook maar een paar meter grond afstaan voor een fietspad. En waar geen bedrijven zitten moet de dijk maar verbreed worden, op kosten van de provincie bijvoorbeeld. Als het verkeer in Gouda door de ZWR veiliger wordt, dan mogen wij op z’n minst voor die miljoenen toch hetzelfde in Ouderkerk verlangen?

29.9.04

Moegestreden

Gisteren al vernam ik het via de e-mail, vandaag stond het ook in de regionale kranten. De Werkgroep Gouda-Krimpenerwaard staakt haar jarenlange strijd voor een milieuvriendelijke variant van de Zuidwestelijke Randweg (tracé 5) en gaat nu ‘meedenken’ met de gemeenten Gouda en Ouderkerk over de dijkvariant (tracé 3). Ik zal er geen doekjes om winden: het is een gevoelige slag voor de PvdA Ouderkerk. Heel lang zijn we schouder aan schouder opgetrokken om te voorkomen dat het unieke natuurgebied de Veerstalblokboezem onherstelbare schade zou oplopen als gevolg van de randweg. De Werkgroep bouwde in die tijd een indrukwekkende hoeveelheid kennis en kunde op en deelde die graag met ons. Het waren belangrijke bouwstenen voor onze politieke lijn, evenals de informatie die wij kregen van organisaties als Milieudefensie en het Zuid-Hollands Landschap. Jammer dat de politiek de argumenten vóór de milieuvriendelijke variant heeft genegeerd. Als straks ook het Zuid-Hollands Landschap moegestreden is en niet langer gefrustreerd wil worden door de politiek, die in Ouderkerk althans weigert een serieus debat over de milieu- en natuuraspecten aan te gaan, dan komt hier de PvdA alleen te staan en moeten ook wij ons gaan bezinnen op de vraag: heeft het zin aan een dood paard te blijven trekken? Of moeten wij ook, net als de Werkgroep, accepteren dat voor de beste variant kennelijk geen politiek draagvlak bestaat en dan maar inzetten op verbeteringen van het dijktracé? We zullen ons daar snel op moeten beraden. Vooralsnog leidt ook de aanvullende MER-rapportage nog wel tot de nodige vragen waarop een antwoord moet komen. Een daarvan wil ik wel vast stellen aan mijn collega-raadsleden: als het klopt dat, als gevolg van de brug ter hoogte van het Sluiseiland, het aantal auto’s tussen dorp Gouderak en die nieuwe brug bijna verdrievoudigt, hoe denken we dan de veiligheid van de fietsende schooljeugd ook op dat deel van de dijk nog te kunnen waarborgen?

23.9.04

Verdienen

Zaterdag kwam de PvdA-fractie eindelijk weer eens toe aan wat ik de belangrijkste taak van gemeenteraadsleden vind: praten met, en natuurlijk luisteren naar de inwoners van de gemeente. De aanleiding was de braderie in Gouderak, maar het zou natuurlijk veel vaker moeten gebeuren, ook op ‘gewone’ dagen. Alleen: die volle agenda’s hè.
Een steeds terugkerende ergernis is het fenomeen, dat ambtenaren of collegeleden op het gemeentehuis denken te kunnen beslissen over de agenda’s van de raadsleden – daarbij nauwelijks rekening houdend met het feit dat veel raadsleden ook gewoon werken. Pas nog, de afscheidsvergadering van burgemeester Hermans. Die werd op vrijdagmiddag gehouden, met als gevolg dat twee mensen van de PvdA-fractie er niet bij konden zijn. En vorige week moesten van de raadsleden foto’s worden gemaakt, voorafgaand aan de raadsvergadering. Of we maar om zeven uur konden komen, in plaats van acht uur. Nee dus, want als ik thuiskom wil ik ook nog even eten en met vrouw en kinderen praten over hun belevenissen van die dag. Quality time heet dat, maar daar heb je als raadslid heel weinig van. En deze week kreeg ik een telefoontje van het gemeentehuis of ik voor een kennismakingspraatje met de nieuwe burgemeester langs wilde komen. Niet ’s avonds natuurlijk, stel je voor, maar overdag. Voor één keer heb ik een uitzondering gemaakt, maar hierbij waarschuw ik burgemeester Oosters vast dat het geen gewoonte moet worden.
Het klinkt allemaal nogal klagerig, maar wanneer je al jaren achtereen wordt geacht op te draven wanneer anderen dat nodig vinden, begint dit onderdeel van het raadswerk je behoorlijk tegen te staan. Als we er nou nog voor betaald kregen…
Praten over je eigen portemonnee is gênant, dat hoort niet, het heeft al gauw iets hebberigs. Toch doe ik het nu, zodat voor iedereen duidelijk is wat wij in Ouderkerk ongeveer ‘verdienen’. Per jaar ontvangen wij 2814 euro, plus een kleine 500 euro onkostenvergoeding. Trek daar fiscale inhoudingen, de bijdrage aan de landelijke PvdA en aan de plaatselijke afdeling van af en je houdt net genoeg over om je benzine te betalen. Ik heb eens uitgerekend dat Gouderakse raadsleden (vanwege het gependel naar en van het gemeentehuis) jaarlijks zo’n kleine duizend kilometer voor de gemeente afleggen. Daar gáát de onkostenvergoeding. En waar andere gemeenten nog wel eens pc’s, mobiele telefoons en vergaderruimte beschikbaar stellen aan fracties, is daarvan in Ouderkerk geen sprake. Ook dat moet uit eigen zak worden betaald, evenals de vrije dagen die we moeten opnemen in verband met raadsverplichtingen.
Pleit ik nu voor meer geld? Absoluut niet, maar wel voor een beetje meer begrip voor de praktijk van een gemiddeld raadslid. Minder ‘verplichtingen’ voor de gemeente zou al een stuk helpen, waardoor er meer tijd beschikbaar komt voor het contact met de bevolking die wij worden geacht te vertegenwoordigen. Commissie- en raadsvergaderingen moeten gewoon doorgaan, maar fotosessies, afspraken met de burgemeester, onderonsjes tussen fractievoorzitters, ad-hoc werkgroepen en interne discussies over het eigen functioneren moeten de uitzondering zijn, niet de regel. En laten we nou ook eens het geld dat het Rijk beschikbaar heeft gesteld om van het lokaal bestuur een actieve democratie te maken, gebruiken. Daarvan ligt in Ouderkerk inmiddels al 30.000 euro op de plank, ongebruikt. Laten we daar eindelijk eens iets mee gaan dóen, bijeenkomsten organiseren, pamfletten drukken, folders of krantjes maken, anything. Als we de mensen om wie het gaat maar bereiken, want daar slagen we tot nu toe absoluut onvoldoende in.

15.9.04

Het H-woord

Als ik mijn ex-collega Hans van Raalte van de Goudsche Courant moet geloven, hoeft Ouderkerk niet blij te zijn met waarnemend burgemeester Hans Oosters, omdat hij deze gemeente ‘er wel eventjes bij doet’. Natuurlijk hebben we het daar met Oosters over gehad, vorige week toen we als fractievoorzitters met hem spraken. Lukt dat je wel, twee gemeenten? Het burgemeesterschap is immers geen lullig baantje, je moet er wel wat voor doen.
Liever had ik ook een volwaardige burgemeester gehad, maar erg logisch was dat niet geweest in dit stadium. Laten we wel wezen: als straks uit de bestuurskrachtmetingen van de vijf Krimpenerwaardgemeenten en uit de evaluatie van de K5-samenwerking blijkt, dat de gemeenten niet in staat zijn hun taken goed uit te voeren, dan moet je toch de mogelijkheid van een herindeling onder ogen durven zien. Er komt een moment dat het H-woord uit de taboesfeer moet worden getrokken. En wat heeft het dan voor zin om voor die paar jaar hier een nieuwe burgemeester te benoemen? Blijkt echter dat de gemeenten heel goed functioneren, dan kunnen we alsnog de vacature openstellen.
Zaterdag is er braderie in Gouderak en de PvdA zal daar peilen of de inwoners van het dorp zich eerder inwoner van de Krimpenerwaard of inwoner van Ouderkerk voelen. Ik durf de uitslag al te voorspellen: natuurlijk voelen zij zich allemaal in de eerste plaats Gouderakker, maar daarna toch vooral Krimpenerwaarder en dan pas, op grote afstand, Ouderkerker. Ook daar hoeven we geen doekjes om te winden. Bijna twintig jaar na de herindeling van de Krimpenerwaard voelt bijna geen enkele Gouderakker zich Ouderkerker – zoals geen Ammerstollenaar zich inwoner van Bergambacht zal voelen, en geen Stolwijker zich Vlistenaar noemt. Maar ze hebben wel allemaal iets gemeen: de Krimpenerwaard. En dus is één gemeente niet eens zo’n gekke gedachte.
Of, en dat is misschien voor de Krimpenerwaard wel de beste oplossing: maak de herindeling van 1985 ongedaan en laat weer elf gekozen gemeente- of dorpsraden (what’s in a name?) bepalen wat goed is voor hun dorp. Want mensen moeten hun volksvertegenwoordigers wel kennen en kunnen aanspreken. Voeg daarnaast alle ambtenaren samen in één grote, deskundige organisatie die de gemeenteraden adviseert en ondersteunt. Als we de voordelen van een grote gemeente kunnen combineren met een grotere betrokkenheid van de inwoners van het gebied bij hun bestuur, dan kunnen we een grote slag maken.

13.9.04

Welkom

Het is dus uiteindelijk niet Dick de Cloe geworden, maar een andere PvdA’er die de komende maanden, anderhalf jaar misschien wel, het Ouderkerkse roer in handen krijgt: Hans Oosters, de burgemeester van Bergambacht die Ouderkerk ‘er bij’ gaat doen. Vorige week hadden de Ouderkerkse fractievoorzitters in Bergambacht, na afloop van de afscheidreceptie van Jon Hermans, een indringend gesprek met (toen nog) de kandidaat-waarnemer. Over zijn persoon bestond geen discussie, links en rechts waren het erover eens dat Oosters een goed bestuurder is die ook – héél belangrijk – voor de burgers gemakkelijk aanspreekbaar is. Meer twijfel was er over de vraag: hoe vertellen we het de burger? Hoe kunnen wij politici met droge ogen uitleggen dat de benoeming van de burgemeester van Bergambacht in buurgemeente Ouderkerk, niets heeft te maken met een toekomstige herindeling?
Tja… Los van de vraag of een herindeling gewenst is of ongewenst (ik neig naar het eerste, maar binnen de fractie zijn de meningen daarover nog verdeeld), we moeten sowieso afwachten wat al die onderzoeken naar de bestaande samenwerking en de bestuurskracht opleveren. Als die aantonen dat het geheel van de Krimpenerwaard meer is dan de som van de vijf afzonderlijke gemeenten, dan moeten we ook het perspectief van een herindeling onder ogen durven zien. Maar als blijkt dat Ouderkerk heel goed in staat is z’n eigen boontjes te doppen, ja dan komt de vacature voor een volwaardige burgemeester voor Ouderkerk weer in beeld. Tot die tijd moeten we het doen met Hans Oosters. Dat klinkt somber, zo is het niet bedoeld. Ik heb er alle vertrouwen in. Hans, welkom in Ouderkerk!

6.9.04

Dokter

Waarin een klein dorp groot kan zijn.
Vrijdagavond had ik het gevoel, in een boek van Toon Kortooms verzeild te zijn geraakt. In onder meer Help, de dokter verzuipt! schetste hij de lotgevallen van een huisarts in De Peel die één was met zijn dorp, gek met de gekken. Een prachtige zedenschets van het pure dorpsleven, met de dokter als spil.
Hans Bouman is 25 jaar huisarts in Gouderak en dat heeft hij geweten. Nietsvermoedend was hij met een smoes naar het Dorpshuis gelokt waar tout Gouderak hem kwam bedanken voor een kwart eeuw plaatselijke gezondheidszorg. Voor de dokter hoefde het allemaal niet zo, zo’n eerbetoon, maar als Gouderakkers eenmaal iets in hun hoofd hebben dan laten zij dat er niet gemakkelijk uitpraten. Dus gevierd moest het worden, het jubileum, met veel hapjes en drankjes en tot laat in de avond.
Waar kom je het nog tegen, dat een huisarts zó verweven is met zijn dorp als in Gouderak? En als het al elders gebeurt, zouden ze daar dan ook zo gek zijn om gemiddeld 7,50 euro (meer dan 15 gulden!) per huishouden te geven voor een cadeau? Wat was ik vrijdagavond trots op dit dorp, waar normaal doen de norm is maar waar ze niet te beroerd zijn om hun dorpsgenoten die dat verdienen, in de schijnwerpers te zetten. Hetzelfde zou gebeurd zijn met de dorpsagent – als die nog bestond. Maar ik moest vorige week in de krant lezen dat de ‘Ouderkerkse’ wijkagent afscheid had genomen. Als raadslid kwam ik Cor Loosschilder regelmatig tegen en ik kreeg bewondering voor de manier waarop hij invulling gaf aan zijn beroep. Maar ik heb hem nooit als ‘mijn’ wijkagent gezien, zoals ik wel Hans Bouman ‘mijn’ dokter noem. Daarvoor kwam ik hem veel te weinig op straat tegen. Daar kon Cor niks aan doen, dat ligt aan de organisatie van de politie.
Hopelijk gaat de gezondheidszorg niet de politiezorg achterna en blijft onze dokter nog lang voor ons behouden. En gelukkig is Gouderak, ook als onderdeel van een groter Ouderkerk, altijd Gouderak gebleven. Dat zie ik ieder jaar op Koninginnedag, dat zag ik vrijdagavond in het Dorpshuis. Dat geeft hoop voor de toekomst. Bestuurders kunnen een dorp herindelen, veranderen kunnen ze het niet. Een gemeenschap wordt door haar eigen leden gemaakt, niet door de politiek.

3.9.04

Persoonlijk

U had mijn oordeel over de nieuwe raadzaal nog tegoed. Welnu, na twee commissievergaderingen moet ik zeggen: het valt wel mee. Toegegeven, het is krap en de stoelen passen net of net niet onder de tafel, maar ze zijn een stuk gerieflijker dan die er eerst stonden. Door de bank genomen ziet de zaal er veel representatiever uit. En de airco doet het ook, dat is een échte verbetering!
Gisteren het verwijt gekregen dat de stukjes die ik hier schrijf te veel op de persoon gericht zouden zijn. Dat begrijp ik niet zo goed. Als ik al kritiek heb op collega-bestuurders, dan richt die zich vooral op hun beleid en op de manier waarop ze dat beleid presenteren. Dat mag toch, in de politiek, zeker als je lid bent van een oppositiepartij? Politiek bedrijven met open vizier, noem ik dat maar. Daarbij mogen best namen worden genoemd, als je daar niet tegen kunt moet je niet in de politiek gaan. Maar ik wil hier ook best gezegd hebben, dat ik niets persoonlijks heb tegen Jon Hermans, Leo Barth en Gerda van Adrichem. Als ze iets goeds doen, vermeld ik dat óók – als daar aanleiding voor is. Het zou echter raar zijn als de fractievoorzitter van de enige oppositiepartij niet kritisch meer zou zijn over dit college en over de andere partijen. Als dat punt bereikt is, kunnen wij ook wel in de coalitie aanschuiven.
Nog even terugblikken op de commissie Welzijn en Onderwijs van afgelopen maandag. Was blij met de opstelling van het college, dat het vasthoudt aan het raadsbesluit van 24 juni dat er in Gouderak een multifunctioneel gebouw moet komen waarin in ieder geval de beide basisscholen, de peuterspeelzaal en de bibliotheek een plek krijgen. Minder enthousiast was ik over de mededeling, dat er weer een duurbetaald onderzoek wordt verricht naar de mogelijkheden om te beknibbelen op zo’n gebouw. Dat onderzoek is al gedaan door de werkgroep die de raad zelf had ingesteld en is dus overbodig, lijkt mij. Over een tijdje beginnen de besprekingen over de mogelijke ‘ombuigingen’ – een verhullende term voor bezuinigingen. Ik weet al een goede post: de externe adviesbureaus. Ooit hebben we ambtenaren uitgevonden om het college te adviseren. Dat moeten ze dan ook vooral gaan doen, daar zouden we externe adviseurs niet voor nodig moeten hebben.