Ik had het natuurlijk veel eerder moeten doen, bij het archief van de gemeente het verslag opvragen van de gemeenteraadsvergadering van 19 september 1994. De extra, in grote haast bijeengeroepen vergadering waarin over het veelbesproken convenant met Gouda over de Zuidwestelijke Randweg moest worden besloten. Met als enige voorbereiding een besloten vergadering van de commissie VROM, vijf dagen eerder – waarvan, opmerkelijk, in het gemeentearchief géén verslag van terug te vinden is.
Nu weet ik wat ik twee weken terug, toen we in de raad over het bedrijventerrein Veerstalblok spraken, niet (meer) wist. Dat het convenant helemaal geen Afspraak met een grote A was, zoals CDA, SGP, VVD en ChristenUnie tot vervelens toe herhaalden. Het was een Intentieverklaring, niets meer en niets minder. Dat kon de ChristenUnie niet weten, want de conceptie van die partij had in 1994 nog niet eens plaatsgevonden. Maar de andere wel. En de PvdA ook.
Laat ik even afdalen in de geschiedenis. Niet om achteraf mijn gelijk te halen – ik hoor Arie Burger zijn pen al weer slijpen – maar omdat ik het belangrijk vind om toch nog de status van het convenant aan de vergetelheid te ontrukken.
Uit de notulen:
De heer Van Dam (PvdA): ‘Het is een goede zaak om het woord convenant nog eens nader te preciseren; uit het begeleidend schrijven van het college blijkt duidelijk, dat beide partijen de intentie hebben om er met elkaar uit te komen. Met andere woorden, we spreken over een stuk wat een aanzet is tot iets of niets. Terecht merkt u (het college, lm) dat een en ander voorlopig is vastgesteld.’
Iets verderop: ‘Schoorvoetend hebben wij ingestemd met het convenant, misschien juist wel omdat we spreken over een convenant en niet meer dan dat.’
De heer Van Erk (CDA): ‘De raad neemt een inspanningsverplichting op zich en geen resultaatverplichting. Wij behouden ons het recht voor om af te haken als ondanks alle inspanningen ons geen acceptabel plan wordt voorgelegd.’
De heer Timmermans (VVD): ‘Ik krijg de indruk dat de aanwezigen op de tribune het idee hebben dat er vanavond van alles en nog wat besloten wordt. Niets is minder waar. Het gaat alleen om het uitspreken van een intentieverklaring.’
En wat zegt de verantwoordelijk wethouder, de heer P. Stam van de SGP? ‘Het voorliggende convenant moet als niet meer en niet minder worden beschouwd als een intentieverklaring.’
En ten slotte de voorzitter, burgemeester Bakkers. Hij ‘beklemtoont nogmaals dat het er vanavond om gaat een intentieverklaring af te geven.’
Vervolgens wordt besloten conform het voorstel van het college. Hoe het daarna ging, weten we.
Een intentieverklaring is volgens Van Dale een ‘verklaring waarin afspraken omtrent een later te sluiten overeenkomst worden vastgelegd.’ Die overeenkomst, die is er bij mijn weten nooit gekomen. (Of die moet ook in beslotenheid zijn getekend, je weet het nooit in toenmalig Ouderkerk.) En als er geen overeenkomst is, is er ook niets om je aan gebonden te voelen.
Soms is het goed om even uit te zoeken waar we precies in de gemeenteraad over praten. In dit geval had het in ieder geval een ander licht op het onderwerp geworpen. Dan hadden de partijen die het convenant nu presenteerden als een keiharde overeenkomst, twee weken geleden in ieder geval meer moeite moeten doen om uit te leggen waarom ze niet van de tekst konden of wilden afwijken.
Overigens heb ik niet de illusie dat de uitkomst dan een andere zou zijn geweest. Daarvoor waren de stellingen al te zeer betrokken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten