Het plan om een stuk van speeltuin Het Klaverweitje in Gouderak te gebruiken voor een trapveldje voor de oudere jeugd, is niet bij iedereen goed gevallen. Dat blijkt een reportage die RTV West deze week uitzond. Buurtbewoners reageerden woedend. Rondslingerende condooms, knetterende scooters, drinkgelagen, kapotte bierflesjes, onze kinderen zijn niet veilig meer – dat soort argumenten. Angst voor wat kán gebeuren. Maar angst is een slechte raadgever.
Het waren, als ik de beelden mag geloven, vooral ouders van kleinere kinderen. Dezelfde ouders die over vijf of tien jaar bij de gemeente op de stoep staan omdat er voor hun kinderen, dan een jaar of vijftien oud, geen fatsoenlijk trapveldje in het dorp is?
Waarom zijn kinderen zodra ze pubers zijn geworden, ineens de paria’s van de samenleving? Omdat er een paar tussen zitten die het verknallen voor de rest, moet dan de hele jeugd daar de dupe van worden? Ik begrijp het niet. Jongeren hebben evenveel recht op ruimte als kleinere kinderen, en als ouderen. Recht op ruimte in het dorp, niet ver daar buiten. Wat nu dreigt te gebeuren is een letterlijke marginalisering van onze eigen jeugd.
Ik heb begrip voor de onrust. Maar het vertrekpunt van de discussie moet zijn dat jongeren evenveel rechten hebben als anderen én dat de goeden niet mogen lijden onder de kwaden. Als we het dáár over eens zijn, moeten we praten over de voorwaarden waaronder we de jeugd hun eigen plek geven.
De speeltuin is een goede plek. Zeker als we de buurtbewoners erbij betrekken. Bijvoorbeeld door een paar mensen te vragen of zij ’s avonds de kooi (want een trapveldje moet een hoog hekwerk krijgen) willen afsluiten. Zij moeten er natuurlijk van verzekerd kunnen zijn dat de overheid, gemeente of politie, direct handelend optreedt als het onverhoopt toch uit de hand loopt. En is het nou echt zó veel gevraagd van de buurt om jongeren die voor overlast zorgen, aan te spreken op hun gedrag? De sociale controle en de tolerantie van Gouderak zijn bijna spreekwoordelijk. Het wil er bij mij niet in dat Gouderak een groot aantal van de leden van de eigen gemeenschap het recht op een plek in die gemeenschap ontzegt. Als dat wel gebeurt, schaam ik me voor mijn eigen dorp. Dat is dan niet langer het Gouderak waar ik me thuis voel.
1 opmerking:
Geachte Heer Mudde
Met verbazing heb ik U stukje gelezen
Het komt er op neer dat wij tegen een trapveldje zijn en tegen de jeugd maar wij zijn alleen tegen de lokatie
Ook schijft U dat er allen maar ouders waren van kleine kinderen dat is niet zo er waren genoeg bewoners van om de speeltuin en de gemiddelde leeftijd hiervan is zeventig jaar
Hoe kunt U nu schrijven dat er moet samen gewerkt worden met de jongere
Heeft U al eens een jongere van een bepaalde groep aangesproken op zijn of haar gedrag?
Nou ik wel en U wilt niet lezen wat er dan tegen je wordt gezegt
Nu ben ik nog niet zo oud als de meeste mensen hier in de buurt
Udoet net of er in Gouderak niks aan de hand is maar U moet eens vragen waarom oudere mensen op vrijdagavond niet naar het winkelcentrum gaan
Er is hier in de buurt al genoeg overlast geweest en we zijn nu blij dat het een beetje rustig is
Oook vind ik dat de speeltiun (ook al heb ik zelf geen kleine kinderen )moet blijven waar hij voor gemaakt is DUS VOOR KLEINE KINDEREN
Met vriendelijke groet
Een reactie posten