Het was onvermijdelijk. De provincie heeft zich vandaag nadrukkelijk naar voren geschoven als regisseur van het proces dat uiteindelijk moet leiden tot één gemeente Krimpenerwaard. Niet op verzoek van Ouderkerk, zoals Gedeputeerde Staten stellen. Als ze dat werkelijk denken, hebben ze de motie van Ouderkerk niet goed gelezen. Maar afgezien daarvan: het is goed dat de provincie het proces overneemt, want de kans dat de K5-gemeenten zelf tot een gedeeld inzicht komen is verwaarloosbaar klein. Dat moeten we onszelf verwijten.
De inkt van het provinciale persbericht was nog niet droog of een journalist belde mij. ‘Gefeliciteerd’, riep hij vrolijk. Alsof ik de kogel hoogstpersoonlijk door de kerk heb geschoten. Alsof ik blij zou zijn met de komst van de externe adviescommissie. In tegendeel, van enig triomfalisme is geen sprake.
Ik ben niet ‘blij’ dat de herindeling een stap dichterbij is gekomen - eerder bedroefd. Voor een volksvertegenwoordiger is het toch wezensvreemd om te pleiten voor het opheffen van je eigen gemeente, zeker als je hier bent opgegroeid. Het is bestuurlijk masochisme, het doet pijn. Daarom hecht ik ook zo aan de komst van dorpsraden die ook werkelijk iets te zéggen krijgen, die een bestuur worden waarin de bewoners van de dorpen in de Krimpenerwaard zich kunnen herkennen.
Maar ik wilde die herindeling toch? Jazeker, maar die wens was er niet eerder dan na een heftige strijd tussen het hoofd en het hart. Waarin uiteindelijk het verstand zegevierde. Dat is ook goed. Emotie mag best in de politiek, móet zelfs, maar uiteindelijk gaat het erom dat een verstandige beslissing wordt genomen. En gelet op de immense vraagstukken waarvoor gemeenten in het algemeen en die in ons gebied in het bijzonder de komende tijd worden gesteld, is er geen ander toekomstperspectief dan dat van een sterke, grote gemeente met een gemeentebestuur dat rechtstreeks door de inwoners van dit gebied wordt gekozen - anders dan die halfslachtige en ondoorzichtige Krimpenerwaardraad met z'n getrapte verkiezingen. (Goed trouwens dat de adviescommissie ook die raad tegen het licht gaat houden, maar dat terzijde.)
Dus blij? Nee. Opgelucht, dat wel. Omdat er nu een stukje meer duidelijkheid komt over onze toekomst. Het laatste woord is nog lang niet gesproken. Er zal, net als op Goeree-Overflakkee, in de verschillende gemeenten verontwaardigd gesist worden: waar bemoeit die provincie zich mee? En er zal vast wel iemand om een referendum gaan vragen, of met een enquête willen aantonen dat er geen draagvlak is voor een herindeling. Soit. Feit is dat we met z’n allen in een trein zitten die de afgelopen jaren langzaam op stoom is gekomen en inmiddels op volle snelheid door de polder raast. Dan kun je nog zo hard mopperen dat ’ie te hard rijdt, dat de machinist een roekeloze gek is – er uit springen kan niet meer. En ervoor gaan liggen, dat schreef ik op deze plek al eerder, is helemaal niet verstandig. Dat betekent hooguit een vervelende vertraging. Dat eindstation, dat bereiken we toch wel.
En graag met z'n vijven, zonder Krimpen aan den IJssel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten