8.1.06

Dierenambulance

Als ik de dierenambulance zie rijden, zeg ik altijd gekscherend: ‘Die is weer onderweg naar een eend met een verstuikte enkel.’
De dierenambulance is voor mij een van de uitwassen van de moderne tijd, een serie verschijnselen waarin ook het organiseren van stille tochten voor door zinloos geweld omgekomen honden past. Begrijp me goed: ik ben dol op dieren. Ik geniet van de vogels in mijn achtertuin en kan geen poes passeren zonder het beest een aai te geven. Als kind hadden wij altijd katten in huis. Twee daarvan zijn dood gereden op de dijk - maar toen was er geen dierenambulance die de lijkjes kwam ophalen. Het beeld van mijn vader, die met een doos thuis kwam met daarin het stoffelijk overschot van Gompie, raak ik nooit meer kwijt. We hebben hem in de tuin begraven, zonder hulp van vrijwilligers van de dierenambulance en we kregen ook geen psychologische nazorg.
Ik heb wel eens gevloekt op de Tiendeweg, toen ik aan het eind van een lange werkdag naar huis fietste en mijn weg versperd zag door de dierenambulance. Een tractor, vooruit, die hoort in de polder. Vertraging door een kudde koeien die worden verkampt? Het is niet prettig, maar ook dat mag je daar verwachten. Maar een obstakel als de dierenambulance, waardoor ik werd gedwongen over de modderige slootkant te lopen (mét een fiets aan de hand) – daar kon ik op dat moment geen begrip voor opbrengen. Of de noodsituatie een schaap in de sloot betrof, een niezende zwaan of een eend die het slachtoffer was geworden van een groepsverkrachting door een stel hitsige woerden – ik weet het niet en ik wil het niet weten ook.
Dit is een kleine persoonlijke ergernis waarmee ik absoluut niet het werk van de dierenambulance en haar vrijwilligers op de hak wil nemen. Natuurlijk zijn er gevallen denkbaar waarin de inzet van deze voorziening nuttig is. Als ik een hond langs de dijk zie kreperen, zou ik ook de dierenambulance bellen.
Hoe kom ik op dit onderwerp? In een besluitenlijst van het college las ik, dat B en W welwillend staan tegenover het verzoek van de dierenambulance om een financiële bijdrage van de gemeente. Daar wil ik toch wel een paar vraagtekens bij zetten. Tik op Google de woorden subsidie en dierenambulance in, en dan blijkt dat bijna geen enkele dierenambulance in Nederland subsidie van de overheid krijgt. De dierenambulances worden betaald door sponsors, leden, giften en de opbrengsten van collectes – en zo hoort het ook. Subsidies van de gemeente zijn bedoeld voor organisaties die een algemeen maatschappelijk belang dienen en je kunt je afvragen of dat ook geldt voor de dierenambulance. Slechts een enkele dierenambulance krijgt geld van een gemeente, maar daar staat tegenover dat zij een gemeentelijke taak overneemt, zoals het ophalen van kadavers. Als we dit soort activiteiten outsourcen, dan vind ik dat prima. En dan maakt het mij niet uit of dat gebeurt door een destructiebedrijf of de dierenambulance. Maar extra gemeenschapsgeld uitgeven om een kat uit de boom te laten halen, dat gaat mij te ver.