23.1.06

Kerktoren

Een tijdje geleden werd mijn aandacht getrokken door een paar krantenberichten over de gemeente Buren, in Gelderland. Buren betaalt al sinds 1798 het onderhoud van de kerktorens. Dat is een uitvloeisel van een wet van Napoleon, die vond dat kerktorens een militaire functie hadden (uitkijkpost) en bij calamiteiten ook door de burgerlijke overheid moesten worden gebruikt (als alarmklok, maar ook als schuilplaats bij hoog water). Dus was het logisch dat de gemeente voor het onderhoud van die torens opdraaide. Nu was een wakkere ambtenaar erachter gekomen, dat die wet van Napoleon een paar jaar later, in 1830, alweer was teruggedraaid en dat de gemeente sinds die tijd ten onrechte voor de kerktorens betaalt. En dat wil de gemeente niet meer, begrijpelijk.
Ook in Ouderkerk aan den IJssel staat het onderhoud van de kerktoren op de gemeentelijke begroting. Geen wonder, dat mijn interesse door deze berichtgeving uit het Gelderse werd gewekt. Ik heb al eerder bepleit dat het niet meer van deze tijd is dat een overheid opdraait voor het onderhoud van een kerkgebouw. Zou ook Ouderkerk bijna twee eeuwen hebben zitten slapen?
Navraag bij het Kadaster lijkt dit te bevestigen. In het Kadastraal bericht eigendom, dat ik via internet heb opgevraagd, staat het duidelijk: het object Kalverstraat 1 is eigendom van de Hervormde Gemeente te Ouderkerk aan den IJssel. Om zekerheid te krijgen belde ik toch maar even met de Rotterdamse vestiging van het Kadaster. ‘Als u het echt zeker wilt weten, moet u de eigendomsakte raadplegen’, vertelde de man van het Kadaster.
Die eigendomakte heb ik via de gemeente opgevraagd. Van de secretaris kreeg ik prompt een envelop retour met daarin een kopie van een contract van 9 november 1798 (het jaar klopt met Napoleon!), waarin inderdaad staat dat de afscheiding der kerk van den toorn behoord te geschieden. Dat is nog niet alles. In de envelop zit ook een kopie van de ‘onderhandse verklaring van verjaring’, een notarieel document uit maart 1998, waarin de toenmalige burgemeester Theo Bakkers en de heren Jan Piet Baas en Nico Holdermans van het College van Kerkvoogden verklaren dat de gemeente ‘door verjaring eigenaar is geworden van een perceel grond met de daarop staande kerktoren’. Een ‘onafgebroken bezit van meer dan tien jaren’ had tot de verjaring geleid.
Zaak gesloten? Nou nee. Want de gemeente wás toch al eigenaar, waarom moest dit dan in 1998 alsnog worden vastgelegd? En ik heb nu wel kopieën gekregen van interessante documenten, maar nog altijd niet de eigendomsakte van het Kadaster waar ik om had gevraagd. Wordt dus nog vervolgd.
De kerktoren is belangrijk voor het dorp. Maar ik blijf van mening, dat de overheid niet hoort te betalen voor een kerktoren. We hebben niet voor niets een scheiding tussen kerk en staat.

8.1.06

Dierenambulance

Als ik de dierenambulance zie rijden, zeg ik altijd gekscherend: ‘Die is weer onderweg naar een eend met een verstuikte enkel.’
De dierenambulance is voor mij een van de uitwassen van de moderne tijd, een serie verschijnselen waarin ook het organiseren van stille tochten voor door zinloos geweld omgekomen honden past. Begrijp me goed: ik ben dol op dieren. Ik geniet van de vogels in mijn achtertuin en kan geen poes passeren zonder het beest een aai te geven. Als kind hadden wij altijd katten in huis. Twee daarvan zijn dood gereden op de dijk - maar toen was er geen dierenambulance die de lijkjes kwam ophalen. Het beeld van mijn vader, die met een doos thuis kwam met daarin het stoffelijk overschot van Gompie, raak ik nooit meer kwijt. We hebben hem in de tuin begraven, zonder hulp van vrijwilligers van de dierenambulance en we kregen ook geen psychologische nazorg.
Ik heb wel eens gevloekt op de Tiendeweg, toen ik aan het eind van een lange werkdag naar huis fietste en mijn weg versperd zag door de dierenambulance. Een tractor, vooruit, die hoort in de polder. Vertraging door een kudde koeien die worden verkampt? Het is niet prettig, maar ook dat mag je daar verwachten. Maar een obstakel als de dierenambulance, waardoor ik werd gedwongen over de modderige slootkant te lopen (mét een fiets aan de hand) – daar kon ik op dat moment geen begrip voor opbrengen. Of de noodsituatie een schaap in de sloot betrof, een niezende zwaan of een eend die het slachtoffer was geworden van een groepsverkrachting door een stel hitsige woerden – ik weet het niet en ik wil het niet weten ook.
Dit is een kleine persoonlijke ergernis waarmee ik absoluut niet het werk van de dierenambulance en haar vrijwilligers op de hak wil nemen. Natuurlijk zijn er gevallen denkbaar waarin de inzet van deze voorziening nuttig is. Als ik een hond langs de dijk zie kreperen, zou ik ook de dierenambulance bellen.
Hoe kom ik op dit onderwerp? In een besluitenlijst van het college las ik, dat B en W welwillend staan tegenover het verzoek van de dierenambulance om een financiële bijdrage van de gemeente. Daar wil ik toch wel een paar vraagtekens bij zetten. Tik op Google de woorden subsidie en dierenambulance in, en dan blijkt dat bijna geen enkele dierenambulance in Nederland subsidie van de overheid krijgt. De dierenambulances worden betaald door sponsors, leden, giften en de opbrengsten van collectes – en zo hoort het ook. Subsidies van de gemeente zijn bedoeld voor organisaties die een algemeen maatschappelijk belang dienen en je kunt je afvragen of dat ook geldt voor de dierenambulance. Slechts een enkele dierenambulance krijgt geld van een gemeente, maar daar staat tegenover dat zij een gemeentelijke taak overneemt, zoals het ophalen van kadavers. Als we dit soort activiteiten outsourcen, dan vind ik dat prima. En dan maakt het mij niet uit of dat gebeurt door een destructiebedrijf of de dierenambulance. Maar extra gemeenschapsgeld uitgeven om een kat uit de boom te laten halen, dat gaat mij te ver.

2.1.06

Wouter

Ere wie ere toekomst: Ruud Koole en Wouter Bos hebben als partijvoorzitter en politiek leider de PvdA intern op orde gebracht. Het zurige sfeertje is verdwenen, er wordt intern volop gediscussieerd, de leden tellen weer mee. Het politbureau in de Amsterdamse grachtengordel heeft de ramen open gezet en luistert nu naar die duizenden PvdA’ers die niet in Amsterdam wonen of op het Binnenhof werken. Wouter kan zijn energie nu richten op het premierschap in 2007, waarvoor hij zich nadrukkelijk kandidaat heeft gesteld. En Ruud is weg, opgevolgd door Michiel van Hulten. Michiel is een uitgesproken voorstander van een linkse coalitie met GroenLinks en SP. Wouter niet. Dat gaat gedonder geven in de partij, de komende tijd. Want Wouter wil met het CDA verder, in 2007. Zei hij in de Telegraaf: “Je kijkt niet alleen met wie je het goed eens kan worden, je kijk ook naar een breed draagvlak. Bij moeilijke beslissingen is het belangrijk dat je zo veel mogelijk steun hebt in het parlement en in de samenleving. Dus samenwerking met grote partijen heeft dat voordeel boven samenwerking met kleine.”
Er dreigt dus een clash te ontstaan tussen Michiel en Wouter. En tussen Wouter en een heel groot deel van zijn eigen achterban, die wél met GroenLinks en SP wil proberen eindelijk eens een écht sociaal beleid van de grond te krijgen. Wouter heeft het afgelopen jaar getoond te kunnen luisteren naar zijn partijgenoten, ik hoop dat hij dat in 2006 ook doet. Hij zal de les van het referendum over de Europese Grondwet toch wel geleerd hebben? Wouter en zijn Kamerfractie waren vóór, de PvdA-achterban was tégen. Daar was Wouter achteraf verbaasd over, maar als hij zijn oor toen te luisteren had gelegd in zijn eigen partij had hij dit kunnen weten. Datzelfde geldt nu ook. Laat de leden zich maar uitspreken over de keuze CDA of SP/GroenLinks. Mijn mailbox stroom regelmatig vol met nieuwsbrieven van de partij, een kleine opiniepeiling kan daar best bij.
Trouwens, wat ziet Wouter eigenlijk in het CDA? Hij verwacht dat Balkenende niet terugkeert in de politiek, als hij de verkiezingen verliest. Maar met wie moet hij dan aan de slag? Maxime Verhagen? Gerda Verburg? Brrr…
In een interview zei burgemeester Guusje ter Horst van Nijmegen onlangs, dat politiek erotiseert. Samen moeilijke besluiten nemen, tot in de kleine uurtjes op elkaars lip zitten, drank na afloop, nog even napraten in de kroeg – het kan politici héél dicht bij elkaar brengen. Flirten met Verhagen en Verburg, dat zie ik Wouter nog niet doen. Maar een paar uur aan de bar hangen met Femke Halsema en Jan Marijnissen lijkt mij bepaald geen straf. En politiek moet toch ook leuk blijven?
Wouter moet nog maar eens goed gaan nadenken, het komend jaar. Ik las in zijn boek Dit land kan zoveel beter dat hij in 2002, toen hij zich kandidaat stelde voor het leiderschap van de PvdA, op de vraag waar het hem nu eigenlijk om gaat, antwoordde: ‘De boel bij elkaar houden’. Dat doe je niet door aan te schurken tegen dit CDA van Balkenende en Verhagen. Dat is vragen om problemen.