De LPF vindt dat de in Irak omgekomen militair moet worden onderscheiden met het Bronzen Kruis dan wel het Kruis van Verdienste. In het Reformatorisch Dagblad (ja, ook die lees ik wel eens) zegt Mat Herben: 'In een tijd dat Nederland aan de tv is gekluisterd voor de Olympische Spelen, zien we wie onze échte nationale helden zijn die als geen ander recht hebben op een medaille.' En de pizzabezorger die op een drukke kruising wordt doodgereden dan? Of de kraandrijver die omkomt bij een ongeluk? De visser die overboord slaat en verdrinkt? De verpleegkundige die besmet raakt met HIV en later sterft? Leraren, burgemeesters, wegwerkers, glazenwassers en boomchirurgen – ze kunnen worden neergeschoten, bedreigd, overreden, of ze kunnen doodvallen. Welk beroep is zonder risico’s? Krijgen zij van Mat Herben ook een medaille als zij omkomen tijdens hun werk? Wat zijn de verdiensten van ‘onze jongens’ in Irak eigenlijk? Dat Nederland steeds vaker wordt genoemd als doelwit van terroristen? Vanmorgen schreef de historicus Thomas von der Dunk in de Volkskrant dat onze ministers nog zullen berouwen dat zij niet, zoals Chirac en Schröder, eenduidig ‘nee’ hebben durven zeggen tegen het onbezonnen avontuur van de VS in Irak: ‘Anders dan straks het Nederlandse volk Balkenende, zullen het Franse en Duitse volk hun regeringsleiders eeuwig dankbaar zijn.’ Laten wij voorlopig de Nederlandse sporters in Athene maar dankbaar zijn voor de vele mooie momenten die deze helden ons bezorgen. Vanavond de halve finales van de 100 meter vrije slag. Ik zal weer voor de buis zitten, en tijdens de journaals wegzappen naar de BBC omdat ik niets wil missen. Even geen Irak voor mij. En ook geen Ouderkerk overigens – mijn eerste vergadering is pas na de sluitingsceremonie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten