De namencarrousel begint te draaien. Vandaag gebeld door de Goudsche Courant met de vraag: ‘Wat denk je, zou X (noemt naam) een goede zijn voor Ouderkerk?’
Wat moet ik nou met zo’n vraag? Het hoort bij het ritueel van de pers om, wanneer ergens een burgemeester vertrekt, te gaan speculeren over zijn of haar opvolging. De vraag is, of je daar als raadslid in mee moet gaan. Eigenlijk vind ik van niet. De Commissaris van de Koningin, Jan Franssen, is aan zet, het is zijn verantwoordelijkheid om te voorzien in een burgemeester voor Ouderkerk. Aan de andere kant: als een journalist mij iets vraagt, dan vind ik ook dat ik moet reageren. Dus mijn antwoord was: ja, X zou een heel goede zijn. Hij is eerder waarnemer geweest in twee gemeenten, kent de problemen van dit gebied én hij is over een paar weken beschikbaar. Bovendien is X een van de uitvinders van het dualisme en weet hij als weinig anderen hoe college en raad zich in dat systeem behoren te gedragen. Daar hebben we in Ouderkerk wel behoefte aan. Dus als ik Franssen was, zei ik tegen de GC-journalist, zou ik niet lang hoeven na te denken over de waarneming in Ouderkerk.
Maar ik bén Franssen niet, en ik heb geen overzicht van alle rondlopende burgemeesters die ook in aanmerking komen voor een waarneming. Dus ik doe niet mee aan speculeren, behalve misschien aan de borreltafel. Ik zal dan ook niet als eerste namen gaan noemen. Maar reageren op een naam, dat is wat anders. Enfin, u leest het zelf maar in de Goudsche Courant.
Overigens blijf ik van mening dat er straks, na een periode van waarneming, wel een volwaardige burgemeester moet komen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten