De provincie Zuid-Holland publiceert, omdat ze dan tweehonderd jaar bestaat, in 2014 een boek met alle hoogte- en dieptepunten van twee eeuwen provinciale politiek. Een megaproject, volgens RTV West. Dat belooft wat. Het zal mij benieuwen welk deel het dikst wordt, dat van de hoogte- of van de dieptepunten. Ik wil de commissie geschiedschrijving die het boek gaat voorbereiden wel alvast een suggestie meegeven. In het hoofdstuk '2009' mag in ieder geval één dieptepunt niet ontbreken: de communicatie met de Krimpenerwaardgemeenten over hun toekomst. Geschiedenisboeken zijn nuttig om lessen voor de toekomst uit te trekken. Over vijf jaar kunnen we leren hoe overheden níet met elkaar om horen te gaan. Maar dat weten we nu al, daar hebben we geen geschiedenisboek voor nodig. De provincie kan, als ze dat wil, nog proberen de gemaakte fouten te repareren. Door fatsoenlijk te reageren op brieven van gemeenteraden, door te motiveren waarom ze tot bepaalde keuzes komt, door ondeugdelijke adviezen als die van de commissie-Leemhuis alsnog naar de prullenbak te verwijzen en het huiswerk over te doen. Maar dat zal wel te veel gezichtsverlies betekenen. Dan maar een dieptepuntje meer in een dik boek over tweehonderd jaar provinciepolitiek. Op het provinciehuis kunnen ze straks in ieder geval niet meer zeggen dat sie das nicht gewuβt haben. Ze zijn genoeg gewaarschuwd, de kritiek uit de Krimpenerwaard op het besluitvormingsproces is unaniem.
Dat is dan tegelijk ook ongeveer het enige waar we allemaal hetzelfde over denken. De eensgezindheid hier blijft ver te zoeken. Zo hoorde ik dat een al lang gepland overleg van de K5-colleges, dat vandaag had moeten plaatsvinden, op het laatste moment is afgeblazen. Een van de gemeenten had laten weten geen heil meer te zien in overleg, omdat dat toch niet tot gezamenlijke conclusies zou leiden.
Als er ooit iemand een boek gaat schrijven over de samenwerking in de Krimpenerwaard, dan staat nu al vast dat de dieptepunten veel talrijker zullen zijn dan de hoogtepunten.
Leo Mudde was tot 2010 gemeenteraadslid voor de PvdA in Ouderkerk. Nu is hij voorzitter van de afdeling PvdA Krimpenerwaard. Voor de PvdA Zuid-Holland staat hij op de kandidatenlijst voor de Provinciale Statenverkiezingen van 18 maart 2015. Hier geeft hij op persoonlijke titel commentaar op plaatselijke ontwikkelingen en reflecties op de landelijke politiek.
7.7.09
6.7.09
Doodnormaal
Mijn moeder (ze wordt over twee weken 84) leerde al zwemmen in de Hollandsche IJssel. Als jonge meid dook ze bij gemaal Verdoold, iets buiten het dorp, in de rivier. Die plek, waar het water uit de Krimpenerwaard in de IJssel wordt gespuwd, bestaat nog steeds. Best hoog om vanaf te springen, vind ik. Ze had lef, mijn moeder. Maar ja, iedereen deed het, het was doodnormaal.
Zelf leerde ik zwemmen in de Waal en toen ik het kunstje beheerste, kwam daar de Hollandsche IJssel als vanzelf bij. Ik woonde aan de Havenstraat in Gouderak en op warme zomerdagen lonkte de frisse rivier. Aan de overkant, het Oosteinde in Moordrecht, woonde een vriend en daar ging ik dan even op bezoek. Of hij zwom naar Gouderak. En als er geen schepen in de haven lagen, sprongen we ook van de steigers. Dat deed iedereen, dat was doodnormaal. Zoals nu ook nog van de steigers wordt gesprongen. Sommige dingen veranderen nooit en dat is goed.
Burgemeester en wethouders denken daar anders over. Zij kregen een paar telefoontjes over ‘gevaarlijke situaties’ en besloten dat er onverwijld een spring- en duikverbod moet komen. Dat is zelfs zó urgent dat de commissie die daarover gaat, is gepasseerd: het voorstel komt donderdag rechtstreeks in de gemeenteraad, die er uiteindelijk over moet beslissen. Wonderlijk hoe daadkrachtig de gemeente ineens blijkt te kunnen opereren.
Het zou mij verbazen als de raad hiermee instemt. Springen in de rivier hoort bij dorpen als Ouderkerk aan den IJssel en Gouderak, net als slootjespringen en vrijen in de polder. Dat is doodnormaal. Dat soort dingen maakt nou juist dat het zo leuk is om hier op te groeien. Ja, er zijn risico’s aan verbonden. Maar risico’s horen bij het leven en ermee leren omgaan is een belangrijk deel van de ontwikkeling van onze jonge dorpsgenoten.
Zelf leerde ik zwemmen in de Waal en toen ik het kunstje beheerste, kwam daar de Hollandsche IJssel als vanzelf bij. Ik woonde aan de Havenstraat in Gouderak en op warme zomerdagen lonkte de frisse rivier. Aan de overkant, het Oosteinde in Moordrecht, woonde een vriend en daar ging ik dan even op bezoek. Of hij zwom naar Gouderak. En als er geen schepen in de haven lagen, sprongen we ook van de steigers. Dat deed iedereen, dat was doodnormaal. Zoals nu ook nog van de steigers wordt gesprongen. Sommige dingen veranderen nooit en dat is goed.
Burgemeester en wethouders denken daar anders over. Zij kregen een paar telefoontjes over ‘gevaarlijke situaties’ en besloten dat er onverwijld een spring- en duikverbod moet komen. Dat is zelfs zó urgent dat de commissie die daarover gaat, is gepasseerd: het voorstel komt donderdag rechtstreeks in de gemeenteraad, die er uiteindelijk over moet beslissen. Wonderlijk hoe daadkrachtig de gemeente ineens blijkt te kunnen opereren.
Het zou mij verbazen als de raad hiermee instemt. Springen in de rivier hoort bij dorpen als Ouderkerk aan den IJssel en Gouderak, net als slootjespringen en vrijen in de polder. Dat is doodnormaal. Dat soort dingen maakt nou juist dat het zo leuk is om hier op te groeien. Ja, er zijn risico’s aan verbonden. Maar risico’s horen bij het leven en ermee leren omgaan is een belangrijk deel van de ontwikkeling van onze jonge dorpsgenoten.
Een leven zonder risico’s is saai. Een overheid moet niet alles wat leuk is, willen verbieden.
Abonneren op:
Posts (Atom)