9.3.08

Handdrukken

Er bestaat een leuke theorie dat de hele mensheid met elkaar is verbonden door maximaal zes handdrukken. Een mathematische kwestie: stel dat ik 300 mensen een hand heb gegeven, die op hun beurt ook 300 mensen een hand hebben gegeven, dan heb ik in twee handshakes al 90.000 mensen te pakken. Een mooie, solidaire gedachte, goed voor het internationale gemeenschapsgevoel. Met een wereldbevolking van zeven miljard zit je, volgens die redenering, slechts vier handdrukken bij George Bush vandaan.
'n Ongemakkelijk idee, dat laatste. Maar gelukkig ook van Nelson Mandela, om maar iemand anders te noemen. Of Fidel Castro.
Als ik die theorie op mezelf loslaat, kom ik een heel eind. Nu ben ik misschien geen goed voorbeeld, omdat ik door mijn werk met heel veel mensen in heel verschillende milieus in aanraking kom, maar iedereen die bijvoorbeeld de burgemeester van Ouderkerk een hand heeft gegeven zit via de Commissaris van de Koningin maar twee handjes bij de koningin vandaan. En dan gaat het vervolgens heel snel de wereld over.
De theorie klopt van geen kant, natuurlijk. Want ze gaat ervan uit dat iedereen er totaal verschillende netwerken op nahoudt, terwijl netwerken elkaar in hoge mate overlappen. En in het Amazonegebied leven prehistorische indianenstammen die nog nooit met blanken in aanraking zijn gekomen. En wat te denken van de ‘onaanraakbaren’, de paria’s in India die nooit iemand buiten hun eigen kaste een hand mogen geven?
Ik kom hier op door het bizarre debat binnen mijn partij over het hand geven in de Amsterdamse wijk Slotervaart. Wouter Bos vindt dat een hand geven de norm moet zijn in Nederland, Job Cohen vindt het niet zo erg wanneer islamitische straatcoaches vrouwen weigeren een hand te geven. Het is natuurlijk een discussie van niks, in ieder geval geen interne partijcrisis waard. Maar het tragische lot van de PvdA is helaas dat zij alles tot probleem weet te verheffen en daardoor weer een fijne reden heeft om elkaar de linkse kerk uit te vechten.
Overigens ben ik het met Cohen eens. Als zo’n straatcoach een vrouw vriendelijk groet door de hand op zijn moslimhart te leggen, vind ik dat van evenveel waarde als het geven van een hand. Het gaat om de norm, niet om de vorm, las ik in Trouw. En zo is het maar net.
Maar dat haalt wel die mooie theorie van de zes handdrukken onderuit. Als we gaan weigeren handen te geven, dan wordt het nooit wat met die virtuele menselijke keten die de hele wereldbevolking met elkaar verbindt. Weer iets om over door te somberen.

Geen opmerkingen: