Begraven worden in je eigen achtertuin, het mág.
De gemeente Berkelland kreeg onlangs het verzoek van een echtpaar dat in de eigen, bosachtige achtertuin wil worden begraven. Nog nooit hadden de Berkellandse bestuurders over deze optie nagedacht en ambtenaren doken in de wetboeken of deze wens kon worden vervuld. Ja, het mag, was de conclusie. Maar gemeenten mogen er wel voorwaarden aan verbinden. Dat deed Berkelland dan ook, want stel je voor dat straks iedereen in z’n achtertuin te ruste wil worden gelegd. Dus voert Berkelland nu een ontmoedigingsbeleid. Zo moet het grafterrein minimaal 200.000 vierkante meter groot zijn, een cultuurhistorische waarde hebben en buiten de bebouwde kom liggen. En de te begraven persoon moet een langdurige historische en emotionele binding met de grond hebben, en het terrein moet al generaties in het bezit van de familie zijn.
Heel wat boeren in de Krimpenerwaard voldoen probleemloos aan die voorwaarden – even afgezien van het feit dat de grondslag hier wel ietsje anders is dan in de Achterhoek, maar met een prehistorisch aandoende grafheuvel moet daar iets aan te doen zijn.
Het kan in ieder geval bijdragen aan een oplossing van het graventekort in Ouderkerk. Een stapje verder: waarom zouden boeren zelf geen graven mogen verkopen aan derden? Als we creatief willen nadenken over het hergebruik van agrarische bedrijven, dan is het niet eens zo gek om dit in overweging te nemen. De overheid stoot steeds meer taken af, waarom het monopolie op begraafplaatsen niet? Kerken hebben soms ook eigen grafvelden, dus boeren of boerenorganisaties kunnen die markt ook aanboren. Na het kamperen bij de boer, straks het begraven bij de boer.
De dodenbranche is trouwens springlevend. Vanaf vrijdag is het mogelijk je as te laten verstrooien of te begraven in een speciaal herinneringsbos in Soest. Je kunt er ook een boom planten. De boomwortels nemen de mineralen uit de as op, en zo komt as van de overledene terug in de natuur.
Mooie gedachte, the circle of life. Voor slechts 1600 euro, inclusief boom. Dus financieel nog aantrekkelijk ook.
Wat in Soest kan, moet in Ouderkerk ook kunnen. In overleg met het Zuid-Hollands Landschap kan de Stolwijkse Boezem bij Gouderak prachtig worden gebruikt als Herinneringsbos. De boezem is toch al open gesteld voor publiek en zo krijgen we gelijk die ‘natuurlijke begraafplaats’ die we allemaal zo graag willen. Een stevige grond is voor as niet nodig, en de natuur vaart er wel bij. Ik weet bijna zeker dat veel Gouderakkers, die volgens een hardnekkige mythe niet in Ouderkerk aan den IJssel begraven willen worden, van dit idee gecharmeerd zijn. Maar dan moeten ze wel voor crematie kiezen.
Donderdag 6 juli moet de gemeenteraad besluiten over de locatie voor een nieuwe begraafplaats. Wordt het Lageweg, of toch nog de Schanspolder – als Provinciale Staten een beetje willen meewerken? De discussie is lastig en wordt bepaald door emoties. Op dat congres in Maastricht waar ik het in mijn vorige blog over had, sprak de Vlaamse sociaal-democraat en oud-minister, nu burgemeester van Leuven, Louis Tobback. Hij zei, dat politici niet meer de moed hebben om vast te houden aan hun principes en hun partij- of verkiezingsprogramma’s. Dat zij te gemakkelijk toegeven aan de druk van actiegroepen en belangenorganisaties, uit angst de komende verkiezingen te verliezen. ‘Het is niet trendy, niet populair om vast te houden aan je uitgangspunten en daarom doen we het niet meer.’
Het doet me denken aan de uitspraak van de Amerikaanse predikant/schrijver James Freeman Clarke (1810-1888): ‘Een politicus denkt aan de volgende verkiezingen, een staatsman aan volgende generaties.’ Goed om dat in het achterhoofd te houden als we straks over de begraafplaats moeten beslissen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten