Vandaag verschijnen de laatste edities van de regiokranten Rijn en Gouwe en Goudsche Courant. Ze gaan op in regionale edities van het Algemeen Dagblad. Met het heengaan van de GC sterft er ook iets in mij.
In 1978 schreef ik voor deze krant mijn ervaringen op als wandelaar van de Nijmeegse Vierdaagse. Daarna werd ik freelancer en reisde de hele regio af om verslag te doen van gemeenteraadsvergaderingen, gouden huwelijken, en amateurtoneelvoorstellingen – ik herinner me als absoluut dieptepunt een hemeltergende musical in Hekendorp, een gênante vertoning waar met goed fatsoen geen behoorlijke recensie van was te maken.
Toen er een plaats op de redactie vrij kwam, werd ik daarvoor gevraagd en zo leerde ik het journalistieke vak: werkweken van 60 uur, om de vier weken weekenddienst, dagelijkse deadlines, met drie collega’s iedere dag twee pagina’s vullen. Het was een mooie tijd, een tijd ook waarin ik de Ouderkerkse politiek vanaf de perstribune volgde. Toen ik me later, toen ik niet meer bij de GC werkte, aanmeldde als lid van de PvdA in Ouderkerk reageerde men heel verbaasd: ze hadden aan mijn stukjes nooit gemerkt dat ik enige sympathie voor die partij had.
Als raadslid had ik tot vandaag nog steeds te maken met de journalisten van de GC. Politici en journalisten hebben elkaar nodig; de politicus kan niet zonder de krant om zijn verhaal aan een groot publiek te vertellen, de journalist is gebaat bij een goede relatie met de politicus om af en toe eens een tip of een primeur te krijgen – off the record natuurlijk.
Ik vind het jammer dat de GC en de Rijn en Gouwe na al die jaren verdwijnen, ondanks de belofte dat er méér aandacht voor de regio zal zijn in de nieuwe krant. Eerst zien, dan geloven. Dat de ene editie, Rotterdam Oost, straks over Ouderkerk aan den IJssel gaat schrijven en dat Gouderak in het verspreidingsgebied van de editie Groene Hart ligt, belooft al niet veel goeds.
In Rijn en Gouwe stond vanmorgen een foto van de nieuwe redactie van het AD Groene Hart. Ik herkende Luc van den Oever, die tot nu toe voor de GC over de Ouderkerkse politiek schreef. Hij draagt een T-shirt met duidelijk leesbaar de tekst ‘Het ergste moet nog komen’. Ik hoop dat het meevalt en wens de collega-journalisten van de nieuwe krant veel sterkte. En blijf alsjeblieft veel en kritisch schrijven over Ouderkerk. De pers is de waakhond van de democratie, en waakhonden moeten wij als politici koesteren.
Leo Mudde was tot 2010 gemeenteraadslid voor de PvdA in Ouderkerk. Nu is hij voorzitter van de afdeling PvdA Krimpenerwaard. Voor de PvdA Zuid-Holland staat hij op de kandidatenlijst voor de Provinciale Statenverkiezingen van 18 maart 2015. Hier geeft hij op persoonlijke titel commentaar op plaatselijke ontwikkelingen en reflecties op de landelijke politiek.
31.8.05
30.8.05
Jammer
Vanmiddag naar een bijzondere gemeenteraadsvergadering, waarin afscheid wordt genomen van burgemeester Hans Oosters. Het wordt een sobere bijeenkomst, vermoed ik, want hij is amper een jaar onze burgemeester geweest en dan past een groot feest op kosten van de gemeenschap niet. Bergambacht, Ammerstol en Berkenwoude pakken wel flink uit. Terecht, zij hebben een veel langere en intensere relatie met Oosters als burgemeester gehad.
Ik vind het jammer dat hij nu al vertrekt. Persoonlijk zag ik het wel zitten om met Hans Oosters de komende jaren door te gaan, tot die grote gemeente Krimpenerwaard een feit is. En dan had hij daar van mij ook burgemeester van mogen worden. Jammer, niet omdat het een partijgenoot is (best uniek trouwens, een PvdA’er aan het roer in Ouderkerk), maar omdat zijn stijl van besturen mij aansprak. Toegankelijk voor de inwoners, prettig in de omgang, met een groot relativeringsvermogen en een liefhebber van het politieke spel waar hij met veel humor over kan spreken.
Je weet wat je hebt, niet wat je krijgt.
De nieuwe burgemeester heet Thieu van de Wouw. De fractievoorzitters hebben al kennis met hem gemaakt, maar omdat ik toen met vakantie was, heeft Ralph Brieskorn mij bij die gelegenheid vervangen. Van de Wouw is dus nog een Grote Onbekende voor mij. Ben benieuwd. Maar straks eerst de afscheidsraad van Hans Oosters, en daarna de informele borrelbijeenkomst die vast heel plezierig wordt. Ik wens hem veel succes in zijn nieuwe functie bij het hoogheemraadschap. We komen elkaar vast nog wel eens tegen, is het niet in op een van de prachtige fietspaden in de polder dan wel op de een of andere partijbijeenkomst. Het is en blijft een kleine wereld, de Krimpenerwaard. Laat dat maar zo blijven ook.
Ik vind het jammer dat hij nu al vertrekt. Persoonlijk zag ik het wel zitten om met Hans Oosters de komende jaren door te gaan, tot die grote gemeente Krimpenerwaard een feit is. En dan had hij daar van mij ook burgemeester van mogen worden. Jammer, niet omdat het een partijgenoot is (best uniek trouwens, een PvdA’er aan het roer in Ouderkerk), maar omdat zijn stijl van besturen mij aansprak. Toegankelijk voor de inwoners, prettig in de omgang, met een groot relativeringsvermogen en een liefhebber van het politieke spel waar hij met veel humor over kan spreken.
Je weet wat je hebt, niet wat je krijgt.
De nieuwe burgemeester heet Thieu van de Wouw. De fractievoorzitters hebben al kennis met hem gemaakt, maar omdat ik toen met vakantie was, heeft Ralph Brieskorn mij bij die gelegenheid vervangen. Van de Wouw is dus nog een Grote Onbekende voor mij. Ben benieuwd. Maar straks eerst de afscheidsraad van Hans Oosters, en daarna de informele borrelbijeenkomst die vast heel plezierig wordt. Ik wens hem veel succes in zijn nieuwe functie bij het hoogheemraadschap. We komen elkaar vast nog wel eens tegen, is het niet in op een van de prachtige fietspaden in de polder dan wel op de een of andere partijbijeenkomst. Het is en blijft een kleine wereld, de Krimpenerwaard. Laat dat maar zo blijven ook.
25.8.05
Links
Ik behoor tot de linkervleugel van de PvdA. Als er in Ouderkerk een SP actief was geweest, dan was ik destijds waarschijnlijk dáár lid van geworden. Mijn leraar maatschappijleer was een langharig product van de jaren zestig, had als een van de weinige docenten openlijk lak aan autoriteit, liep als enige van de school op Jezussandalen en opende voor mij een nieuwe wereld. De docent aardrijkskunde was actief in de CPN en hem kwam ik nog wel eens tegen bij Stop de Neutronenbom demonstraties. Ik droeg een gebroken geweertje, flirtte beurtelings met CPN, PSP en PvdA maar werd uiteindelijk toch het meest geraakt door de passie van Joop den Uyl. Met het mooiste meisje uit 5HAVO verdiepte ik me in leven en werken van Lenin en op de universiteit las ik alles wat ik kon vinden van en over Marx en Engels. De Verelendungstheorie is gesneden koek en het gezegde dat godsdienst opium van het volk is, is voor mij nog even waar als toen Marx dat zo’n anderhalve eeuw geleden opschreef. Overigens las ik tot mijn vreugde deze week dat Marx nog altijd niet echt dood is, want het beste tijdschrift van de wereld, het Duitse Der Spiegel, kopt deze week: Ein Gespenst kehrt zurück – het spook van het communisme blijkt weer rond te waren – maar dit terzijde.
Als ‘links’ politicus worstel ik met vraagstukken die de kerk aangaan. En daar zijn er nogal wat van in Ouderkerk. Te beginnen met het ambtsgebed in de vergaderingen van de gemeenteraad, dat ik word gedwongen aan te horen, tot de strikte handhaving van de zondagsrust in Ouderkerk aan den IJssel en het feit dat we als burgerlijke overheid nog altijd opdraaien voor het onderhoud van de kerktoren in datzelfde dorp. En dan nu de scheuring in de kerk, die aan de basis ligt van een politieke bijna-crisis.
Lenin, herinner ik mij uit de tijd dat ik mijn aandacht moest verdelen tussen mijn co-auteur van het HAVO-werkstuk en het onderwerp zelf, was niet per se anti-kerk. Ik heb het nog even nagezocht, hij schreef: “Het moet een ieder volkomen vrijstaan onverschillig welke godsdienst aan te hangen of ook geen enkele godsdienst te erkennen, d.w.z. atheïst te zijn, wat elke socialist in de regel immers ook is.” Maar, voegde hij er in één adem aan toe, er moet wel een absolute scheiding tussen kerk en staat zijn. Overigens beschouwde hij de ‘druk van de kerk’ waaronder christenen gebukt gaan, ook als een product van de economische druk binnen de maatschappij. En uiteindelijk zal het proletariaat de economische slavernij afschaffen, en daarmee deze ‘ware bron van religieuze versuffing van de mens’ uit de weg ruimen.
Ik blijf duimen, maar zo ver is het in Ouderkerk nog niet.
Lenin indachtig wil ik daarom respectvol blijven naar de kerk toe. Ik ben in de loop der jaren ook wel zo ‘liberaal’ geworden dat ik mensen, organisaties, veel vrijheid gun – ook de kerk. Maar vrijheid heeft grenzen, en die zijn bereikt wanneer de vrijheid van anderen wordt aangetast. Dat dreigt nu in Ouderkerk aan den IJssel te gebeuren. Het staat de ene kerk vrij zich af te scheiden van de andere, ook als dat leidt tot een huisvestingsprobleem. Maar het gaat te ver om ervan uit te gaan, dat daarmee ook de weg open ligt voor welke oplossing voor dat probleem dan ook. De overheid behoort zich niet met de kerk te willen bemoeien, maar als de kerk een probleem veroorzaakt waardoor andere belangen in gevaar dreigen te komen, dan móet de overheid wel optreden. Misschien door te gaan bemiddelen tussen de twee ruziënde kerkpartijen, zodat dat bestaande gebouw gewoon door beide gebruikt kan blijven worden. Dan is een noodgebouw helemaal niet meer nodig.
Als ‘links’ politicus worstel ik met vraagstukken die de kerk aangaan. En daar zijn er nogal wat van in Ouderkerk. Te beginnen met het ambtsgebed in de vergaderingen van de gemeenteraad, dat ik word gedwongen aan te horen, tot de strikte handhaving van de zondagsrust in Ouderkerk aan den IJssel en het feit dat we als burgerlijke overheid nog altijd opdraaien voor het onderhoud van de kerktoren in datzelfde dorp. En dan nu de scheuring in de kerk, die aan de basis ligt van een politieke bijna-crisis.
Lenin, herinner ik mij uit de tijd dat ik mijn aandacht moest verdelen tussen mijn co-auteur van het HAVO-werkstuk en het onderwerp zelf, was niet per se anti-kerk. Ik heb het nog even nagezocht, hij schreef: “Het moet een ieder volkomen vrijstaan onverschillig welke godsdienst aan te hangen of ook geen enkele godsdienst te erkennen, d.w.z. atheïst te zijn, wat elke socialist in de regel immers ook is.” Maar, voegde hij er in één adem aan toe, er moet wel een absolute scheiding tussen kerk en staat zijn. Overigens beschouwde hij de ‘druk van de kerk’ waaronder christenen gebukt gaan, ook als een product van de economische druk binnen de maatschappij. En uiteindelijk zal het proletariaat de economische slavernij afschaffen, en daarmee deze ‘ware bron van religieuze versuffing van de mens’ uit de weg ruimen.
Ik blijf duimen, maar zo ver is het in Ouderkerk nog niet.
Lenin indachtig wil ik daarom respectvol blijven naar de kerk toe. Ik ben in de loop der jaren ook wel zo ‘liberaal’ geworden dat ik mensen, organisaties, veel vrijheid gun – ook de kerk. Maar vrijheid heeft grenzen, en die zijn bereikt wanneer de vrijheid van anderen wordt aangetast. Dat dreigt nu in Ouderkerk aan den IJssel te gebeuren. Het staat de ene kerk vrij zich af te scheiden van de andere, ook als dat leidt tot een huisvestingsprobleem. Maar het gaat te ver om ervan uit te gaan, dat daarmee ook de weg open ligt voor welke oplossing voor dat probleem dan ook. De overheid behoort zich niet met de kerk te willen bemoeien, maar als de kerk een probleem veroorzaakt waardoor andere belangen in gevaar dreigen te komen, dan móet de overheid wel optreden. Misschien door te gaan bemiddelen tussen de twee ruziënde kerkpartijen, zodat dat bestaande gebouw gewoon door beide gebruikt kan blijven worden. Dan is een noodgebouw helemaal niet meer nodig.
23.8.05
Kleine dingen
Als raadslid word je geacht je niet met de details te bemoeien. Dat is uitvoering van beleid en daarvoor is het college van burgemeester en wethouders verantwoordelijk. Maar raadsleden worden op straat wél aangesproken over kleine ergernissen en dan kun je niet zeggen: sorry, daarvoor moet u met de wethouder bellen. Dus moet je af en toe wel even op het detailniveau gaan zitten. En daar is ook niks mis mee, je bent volksvertegenwoordiger of niet.
Daarom vandaag drie kleine ergerissen per e-mail onder de aandacht van wethouder/partijgenoot Leen van Winden gebracht:
Beste Leen,
Graag even je aandacht (en bij voorkeur ook actie!) voor een paar onderwerpen die mij al langer irriteren.
1. Het bushokje in Gouderak. Vandaag weer ondervonden dat het met een combinatie van regen en wat wind absoluut geen beschutting biedt. Belangrijker is natuurlijk, dat het een aanfluiting is om dit bouwwerkje in deze staat te laten staan. Het bushokje werd in januari al vernield. In ongeveer april heb ik hierover contact gehad met de gemeente, en toen werd mij verteld dat er werd onderhandeld met de exploitant van het bushokje om het over te nemen zodat de gemeente daar een ander, hufterbestendig bouwwerkje voor in de plaats kon zetten. Sindsdien niets meer gehoord. Met de herfst voor de deur móet er echt iets gebeuren. Ook goed voor de geloofwaardigheid van de gemeente als beheerster van de openbare ruimte.
2. De scholen zijn weer begonnen. Maar waarom hangen de spandoeken met die tekst dit jaar niet in onze gemeente, zoals andere jaren? Juist in Ouderkerk met z’n gevaarlijke dijken met fietsende schooljeugd is het van belang dat automobilisten hierop worden geattendeerd. Kan dat nog op (zeer!) korte termijn worden geregeld?
3. Onlangs viel mij op dat er een nieuw straatnaambord aan de Snippejagerskade in Gouderak staat. Da’s mooi, maar jammer is dat de naam verkeerd is gespeld: Snipperjagerskade. Dat is slordig, zeker omdat het een historische naam betreft (zie deze kaart uit 1866: http://www.xs4all.nl/~nieko/hkgdr.htm). Weet niet wie hiervoor verantwoordelijk is, maar kan dat ook hersteld worden? Mijn waarneming betreft overigens alleen het bord aan het begin van de kade, bij de Groene Wetering. Ik weet niet of de bordjes verderop ook vervangen en/of fout gespeld zijn.
Alvast bedankt!
En nu maar afwachten...
P.S. Kreeg van VVD-collega-fractievoorzitter John Peters een reactie op mijn stukje ‘Verleidingen’. In mijn opsomming van Ouderkerkse bestuurders die ik niet verdenk van corruptie, ontbreken de wethouders. Freudiaans? denkt John. Wie weet, maar ik houd het erop dat ik ze gewoon vergeten ben.
Daarom vandaag drie kleine ergerissen per e-mail onder de aandacht van wethouder/partijgenoot Leen van Winden gebracht:
Beste Leen,
Graag even je aandacht (en bij voorkeur ook actie!) voor een paar onderwerpen die mij al langer irriteren.
1. Het bushokje in Gouderak. Vandaag weer ondervonden dat het met een combinatie van regen en wat wind absoluut geen beschutting biedt. Belangrijker is natuurlijk, dat het een aanfluiting is om dit bouwwerkje in deze staat te laten staan. Het bushokje werd in januari al vernield. In ongeveer april heb ik hierover contact gehad met de gemeente, en toen werd mij verteld dat er werd onderhandeld met de exploitant van het bushokje om het over te nemen zodat de gemeente daar een ander, hufterbestendig bouwwerkje voor in de plaats kon zetten. Sindsdien niets meer gehoord. Met de herfst voor de deur móet er echt iets gebeuren. Ook goed voor de geloofwaardigheid van de gemeente als beheerster van de openbare ruimte.
2. De scholen zijn weer begonnen. Maar waarom hangen de spandoeken met die tekst dit jaar niet in onze gemeente, zoals andere jaren? Juist in Ouderkerk met z’n gevaarlijke dijken met fietsende schooljeugd is het van belang dat automobilisten hierop worden geattendeerd. Kan dat nog op (zeer!) korte termijn worden geregeld?
3. Onlangs viel mij op dat er een nieuw straatnaambord aan de Snippejagerskade in Gouderak staat. Da’s mooi, maar jammer is dat de naam verkeerd is gespeld: Snipperjagerskade. Dat is slordig, zeker omdat het een historische naam betreft (zie deze kaart uit 1866: http://www.xs4all.nl/~nieko/hkgdr.htm). Weet niet wie hiervoor verantwoordelijk is, maar kan dat ook hersteld worden? Mijn waarneming betreft overigens alleen het bord aan het begin van de kade, bij de Groene Wetering. Ik weet niet of de bordjes verderop ook vervangen en/of fout gespeld zijn.
Alvast bedankt!
En nu maar afwachten...
P.S. Kreeg van VVD-collega-fractievoorzitter John Peters een reactie op mijn stukje ‘Verleidingen’. In mijn opsomming van Ouderkerkse bestuurders die ik niet verdenk van corruptie, ontbreken de wethouders. Freudiaans? denkt John. Wie weet, maar ik houd het erop dat ik ze gewoon vergeten ben.
16.8.05
Rechtsstaat
Er ligt al een tijdje een krantenknipsel uit Trouw op mijn bureau, een interview met VVD-Kamerlid Arno Visser. Hij reageert daarin op de uitspraak van de rechter, dat illegale kinderen recht hebben op bijstand, omdat Nederland volgens het Internationale verdrag voor de rechten van het kind een zorgplicht heeft voor alle kinderen onder zijn rechtsbevoegdheid, legale of illegale. Visser vindt het maar niks, dat de rechter toetst aan een internationaal verdrag. Bovendien heeft de rechter het verdrag niet goed begrepen, zegt hij. De Ghanese overheid heeft een zorgplicht voor de kinderen, niet de Nederlandse.
Visser is een literatuurwetenschapper, maar goed lezen kan hij niet.
En hij vindt het ook nog eens schandalig dat de rechter op de stoel van de bestuurder gaat zitten. De politiek moet corrigerend optreden als rechterlijke uitspraken consequenties voor het beleid hebben, vindt Visser. Reparatiewetgeving, noemt hij dat.
Ik erger me kapot aan dit soort populistische prietpraat. Het past een Kamerlid helemáál niet om de op de stoel van de rechter te gaan zitten. De onafhankelijke rechtspraak is ooit uitgevonden om erop toe te zien dat de wet goed wordt nageleefd, óók door de wetgever. Als we gaan doen wat Visser wil, dan kunnen we de rechter maar beter afschaffen omdat de wetgever (Visser en zijn collega’s in de Tweede en Eerste Kamer) dan altijd het laatste woord heeft, en daarmee de rechtsstaat ten grave dragen. De oprisping van Visser in Trouw staat symbool voor het veranderende maatschappelijke klimaat, waarin grondrechten steeds meer met voeten worden getreden of lacherig terzijde worden geschoven.
Dat is niet het klimaat waar ik me nog in thuis voel.
Visser is een literatuurwetenschapper, maar goed lezen kan hij niet.
En hij vindt het ook nog eens schandalig dat de rechter op de stoel van de bestuurder gaat zitten. De politiek moet corrigerend optreden als rechterlijke uitspraken consequenties voor het beleid hebben, vindt Visser. Reparatiewetgeving, noemt hij dat.
Ik erger me kapot aan dit soort populistische prietpraat. Het past een Kamerlid helemáál niet om de op de stoel van de rechter te gaan zitten. De onafhankelijke rechtspraak is ooit uitgevonden om erop toe te zien dat de wet goed wordt nageleefd, óók door de wetgever. Als we gaan doen wat Visser wil, dan kunnen we de rechter maar beter afschaffen omdat de wetgever (Visser en zijn collega’s in de Tweede en Eerste Kamer) dan altijd het laatste woord heeft, en daarmee de rechtsstaat ten grave dragen. De oprisping van Visser in Trouw staat symbool voor het veranderende maatschappelijke klimaat, waarin grondrechten steeds meer met voeten worden getreden of lacherig terzijde worden geschoven.
Dat is niet het klimaat waar ik me nog in thuis voel.
15.8.05
Verleidingen
‘Vijf procent van politici is corrupt’, kopte NRC zaterdag. Een misleidende kop, want het cijfer is een ‘subjectieve en intuïtieve’ schatting van ondervraagde topambtenaren. Het grappige is, dat zij denken dat het percentage corrupte ambtenaren veel lager is. Nou, dat weet ik nog niet zo zeker, maar goed…
Bij het woord corruptie denk ik al gauw aan smeergeld betalen aan een wethouder om iets voor elkaar te krijgen, of aan het aanbieden van een geheel verzorgde avond in een dure nachtclub, of aan eten op kosten van een aannemer in een gerenommeerd restaurant. Alles om in het gevlei te komen van de bestuurders van wie je als ondernemer afhankelijk bent om iets voor elkaar te krijgen.
Stel dat die vijf procent zou kloppen, één op de twintig dus. In de Ouderkerkse gemeenteraad zitten 13 raadsleden, twee wethouders en een burgemeester. Zestien in totaal: een kans van 80 procent dat ten minste één van hen corrupt is. De mannen van de SGP die tegenover mij zitten? Nee, te principieel. De CDA’ers daarnaast? Hun partijgenoten in Limburg misschien, maar niet Hans en Remko. De twee van de ChristenUnie ook niet, die zijn te netjes. Van de VVD’ers mag je een innige band met het bedrijfsleven verwachten, maar corrupt? De burgemeester is van de PvdA. Dat zegt niet alles, maar de kans dat hij kreukbaar is acht ik klein. Dat geldt ook voor mijn fractiegenoten.
Blijf ik zelf over. Ben ik corrupt? Latent misschien. Je wordt pas corrupt als zich de gelegenheid voordoet. Een beetje tot mijn spijt moet ik bekennen dat ik nooit een aanbod heb gehad om eens uitgebreid te gaan dineren op kosten van de plaatselijke aannemer. Een cadeaubon van Yab Yum heb ik ook nooit in de bus gevonden. Presentjes van het bedrijfsleven? Niet in het brave Ouderkerk. Dus ik kan met de hand op mijn hart verkondigen dat ik vooralsnog niet corrupt ben, al was het maar omdat ik niet word blootgesteld aan een verleiding.
Geen corruptie in Ouderkerk dus, maar toch moeten we als bestuurders hier ook blijven knokken voor een goede reputatie. Amsterdamse bonnetjesaffaires, raadsleden die zichzelf verrijken met geld dat voor de fractie was bedoeld, het straalt ook op ons af. Het raadslidmaatschap wordt synoniem aan een graaicultuur. Dat moeten we niet hebben.
Gelukkig zullen Amsterdamse toestanden zich in Ouderkerk niet voordoen. Want Ouderkerk is zo ongeveer de enige gemeente die het geld, dat eigenlijk is bestemd voor de fracties, in de algemene gemeentelijke kas stort. Zelfs die verleiding, die toch zo legaal als wat zou zijn, wordt mij niet gegund.
Bij het woord corruptie denk ik al gauw aan smeergeld betalen aan een wethouder om iets voor elkaar te krijgen, of aan het aanbieden van een geheel verzorgde avond in een dure nachtclub, of aan eten op kosten van een aannemer in een gerenommeerd restaurant. Alles om in het gevlei te komen van de bestuurders van wie je als ondernemer afhankelijk bent om iets voor elkaar te krijgen.
Stel dat die vijf procent zou kloppen, één op de twintig dus. In de Ouderkerkse gemeenteraad zitten 13 raadsleden, twee wethouders en een burgemeester. Zestien in totaal: een kans van 80 procent dat ten minste één van hen corrupt is. De mannen van de SGP die tegenover mij zitten? Nee, te principieel. De CDA’ers daarnaast? Hun partijgenoten in Limburg misschien, maar niet Hans en Remko. De twee van de ChristenUnie ook niet, die zijn te netjes. Van de VVD’ers mag je een innige band met het bedrijfsleven verwachten, maar corrupt? De burgemeester is van de PvdA. Dat zegt niet alles, maar de kans dat hij kreukbaar is acht ik klein. Dat geldt ook voor mijn fractiegenoten.
Blijf ik zelf over. Ben ik corrupt? Latent misschien. Je wordt pas corrupt als zich de gelegenheid voordoet. Een beetje tot mijn spijt moet ik bekennen dat ik nooit een aanbod heb gehad om eens uitgebreid te gaan dineren op kosten van de plaatselijke aannemer. Een cadeaubon van Yab Yum heb ik ook nooit in de bus gevonden. Presentjes van het bedrijfsleven? Niet in het brave Ouderkerk. Dus ik kan met de hand op mijn hart verkondigen dat ik vooralsnog niet corrupt ben, al was het maar omdat ik niet word blootgesteld aan een verleiding.
Geen corruptie in Ouderkerk dus, maar toch moeten we als bestuurders hier ook blijven knokken voor een goede reputatie. Amsterdamse bonnetjesaffaires, raadsleden die zichzelf verrijken met geld dat voor de fractie was bedoeld, het straalt ook op ons af. Het raadslidmaatschap wordt synoniem aan een graaicultuur. Dat moeten we niet hebben.
Gelukkig zullen Amsterdamse toestanden zich in Ouderkerk niet voordoen. Want Ouderkerk is zo ongeveer de enige gemeente die het geld, dat eigenlijk is bestemd voor de fracties, in de algemene gemeentelijke kas stort. Zelfs die verleiding, die toch zo legaal als wat zou zijn, wordt mij niet gegund.
Abonneren op:
Posts (Atom)