Twee berichten op teletekst over twee opmerkelijke besluiten van de Raad van State. De eerste zaak betrof de uitspraak, dat de gemeente ten onrechte een milieuvergunning heeft verleend voor het bouwen van een nieuw stadion voor ADO Den Haag. Reden: de gemeente heeft verzuimd uit te zoeken hoe groot de bestaande luchtvervuiling is en of de verontreiniging toeneemt door de komst van supporters. Ook is de gemeente niet goed omgegaan met de geluidsoverlast door de voetbalfans.
De tweede uitspraak is nog opmerkelijker. Ik citeer het teletekstbericht: ‘De Raad van State heeft de plannen voor een Tweede Maasvlakte bij de haven van Rotterdam gekraakt. De Raad zegt dat het kabinet te weinig rekening heeft gehouden met de natuur.’
Als ik dat lees denk ik: wie het voorkeurstracé van de Zuidwestelijke Randweg bij Gouda (ZWR) gaat aanvechten bij de Raad van State, heeft een goede kans van slagen. Hoe groot het belang van een project ook is (het economisch gewicht van een Tweede Maasvlakte valt moeilijk te overtreffen), het milieu weegt voor de Raad van State even hard mee. Twee zaken vielen mij in de uitspraak op. Eén: het kabinet had beloofd de natuur die door de aanleg van de Tweede Maasvlakte verloren gaat, te compenseren, maar de Raad van State vindt dat daarvoor onvoldoende garanties zijn. Datzelfde geldt volgens mij ook in de ZWR-discussie. En twee: het kabinet heeft niet goed onderzocht wat de gevolgen van een nog te ontwikkelen natuur- en recreatiegebied zijn voor de agrarische bedrijven in het gebied. Ook dat argument doet volgens mij opgeld in de ZWR-casus.
De vraag is nu: wie heeft nog de energie om naar de Raad van State te gaan, als de gemeenteraden van Gouda en Ouderkerk onverhoopt kiezen voor de Sluiseilandvariant in plaats van de milieuvriendelijke Weidebloemvariant? Niet de werkgroep Gouda-Krimpenerwaard, die heeft het hoofd al in de schoot gelegd. Het Zuid-Hollands Landschap dan, of de veldbiologen van de KNNV, of Milieudefensie? De Zuid-Hollandse Milieufederatie misschien? Wie het ook doet, men weet zich in ieder geval gesterkt door deze uitspraken van ’s lands hoogste bestuursrechter. Of komen de gemeenteraden nog tijdig tot inkeer en kiezen zij straks toch voor het milieu?
Leo Mudde was tot 2010 gemeenteraadslid voor de PvdA in Ouderkerk. Nu is hij voorzitter van de afdeling PvdA Krimpenerwaard. Voor de PvdA Zuid-Holland staat hij op de kandidatenlijst voor de Provinciale Statenverkiezingen van 18 maart 2015. Hier geeft hij op persoonlijke titel commentaar op plaatselijke ontwikkelingen en reflecties op de landelijke politiek.
27.1.05
26.1.05
Ethiek
Soms bekruipt mij het vervelende gevoel dat ik als raadslid niet weet wat er speelt in mijn eigen gemeente, dat het college de raad onvoldoende informeert. Dat ligt aan het college, want dat heeft een 'actieve informatieplicht', maar in de eerste plaats aan mijzelf. Dan moet ik er maar naar vragen. Wat ik dus ook doe.
Gisteren heb ik het college gevraagd mij alle voortgangsrapportages van het project Zellingwijk toe te sturen. Niet omdat ik zit te wachten op een nieuwe berg papier, wel omdat ik het project van zó groot belang vind dat ik in ieder geval de voortgang in grote lijnen moet kunnen volgen. Vorige week hoorde ik weer dingen over de Zellingwijk waarvan ik geen benul had, en degene die het mij vertelde was op zijn beurt verbijsterd dat ik als raadslid niet was geïnformeerd. Wie heeft het nou voor het zeggen in de gemeente, vroeg hij. De gemeenteraad toch zeker? Daar had ’ie natuurlijk groot gelijk in.
Ik ben niet de enige met vragen over de Zellingwijk. Een tijdje terug vroeg mijn collega-fractievoorzitter Floor Brouwer in een commissievergadering, wat er waar was van de geruchten in Gouderak dat het hele project zou worden afgeblazen. Geruchten? Ik had ze nog niet gehoord en ik loop toch vaker door Gouderak dan Floor – al was het maar omdat hij er niet woont. Floor wist desgevraagd ook niet meer van wie ze afkomstig waren. Dan zeg ik op mijn beurt: als je je vragen nergens op kunt baseren, stél ze dan niet, want zo creëer je nodeloos onrust. Voordat journalisten iets publiceren, moeten ze zeker weten dat de feiten kloppen. Er is zoiets als een journalistieke ethiek waarnaar zij moeten handelen. Het zou niet zo’n gek idee zijn als er voor raadsleden ook een soort ethische code zou worden ontwikkeld. Het verifiëren van geruchten alvorens ze in het openbaar nieuw voedsel te geven, hoort daar zeker in thuis.
Gisteren heb ik het college gevraagd mij alle voortgangsrapportages van het project Zellingwijk toe te sturen. Niet omdat ik zit te wachten op een nieuwe berg papier, wel omdat ik het project van zó groot belang vind dat ik in ieder geval de voortgang in grote lijnen moet kunnen volgen. Vorige week hoorde ik weer dingen over de Zellingwijk waarvan ik geen benul had, en degene die het mij vertelde was op zijn beurt verbijsterd dat ik als raadslid niet was geïnformeerd. Wie heeft het nou voor het zeggen in de gemeente, vroeg hij. De gemeenteraad toch zeker? Daar had ’ie natuurlijk groot gelijk in.
Ik ben niet de enige met vragen over de Zellingwijk. Een tijdje terug vroeg mijn collega-fractievoorzitter Floor Brouwer in een commissievergadering, wat er waar was van de geruchten in Gouderak dat het hele project zou worden afgeblazen. Geruchten? Ik had ze nog niet gehoord en ik loop toch vaker door Gouderak dan Floor – al was het maar omdat hij er niet woont. Floor wist desgevraagd ook niet meer van wie ze afkomstig waren. Dan zeg ik op mijn beurt: als je je vragen nergens op kunt baseren, stél ze dan niet, want zo creëer je nodeloos onrust. Voordat journalisten iets publiceren, moeten ze zeker weten dat de feiten kloppen. Er is zoiets als een journalistieke ethiek waarnaar zij moeten handelen. Het zou niet zo’n gek idee zijn als er voor raadsleden ook een soort ethische code zou worden ontwikkeld. Het verifiëren van geruchten alvorens ze in het openbaar nieuw voedsel te geven, hoort daar zeker in thuis.
20.1.05
Status Aparte
De burgemeester en de twee wethouders hebben een bezoek gebracht aan houthandel Heuvelman. Waarom de gemeente dat nou prominent op haar informatiepagina’s in De Postiljon zet, snap ik niet. Evenmin begrijp ik waarom de gemeentelijke website er vandaag mee opent. Praten met bedrijven hoort toch bij het dagelijks werk van een college, net als praten met individuele inwoners, vertegenwoordigers van verenigingen en welzijnsinstellingen en noem maar op. Dat hoeft toch niet in de krant?
Maar Heuvelman is een geval apart natuurlijk, met een Status Aparte in de gemeente. Het is de grootste werkgever van Ouderkerk en is hier al lang uit z’n jasje gegroeid. Het is ook een bedrijf dat veel energie steekt in het lobbyen, het bewerken van gemeentebestuurders. Zie het stuk in krant! Ik herinner me een bijeenkomst die Heuvelman ooit organiseerde voor raadsleden. Leerzaam en nuttig, zeker, maar waarom stond er voor iedereen na afloop nou een fraaie paraplu als cadeautje klaar? Als raadslid mag je dat natuurlijk nooit aannemen, het maakt niet uit of het een envelop met inhoud is, een bedrag dat je ineens terugvindt op je Zwitserse bankrekening, of een paraplu. Dat is een principekwestie.
Dat de geste werd gedaan door een bedrijf dat traditioneel balanceert op het randje van wat wettelijk mag, en soms daar overheen kukelt (zie de dam die niet mocht worden aangelegd, wat toch is gebeurd en waar de gemeente nooit om voor mij duistere redenen tegen is opgetreden), maakt dit soort activiteiten nog saillanter.
Heuvelman wil met het college praten en dat is heel begrijpelijk. Het werk aan het bestemmingsplan IJsseldijk Noord moet van de provincie immers helemaal worden overgedaan en Heuvelman heeft daar een nogal groot belang bij, zacht uitgedrukt. Maar waarom het héle college uitgenodigd, was de portefeuillehouder niet voldoende geweest? En had die betaalde ruimte in De Postiljon niet beter kunnen worden gebruikt, bijvoorbeeld door mensen die van een bijstandsuitkering moeten rondkomen te informeren over de mogelijkheid dat de gemeente kosten die moeten worden gemaakt voor een identiteitsbewijs, aan hen vergoedt?
Ik vraag me af, zou het college ook een paraplu hebben gekregen?
Maar Heuvelman is een geval apart natuurlijk, met een Status Aparte in de gemeente. Het is de grootste werkgever van Ouderkerk en is hier al lang uit z’n jasje gegroeid. Het is ook een bedrijf dat veel energie steekt in het lobbyen, het bewerken van gemeentebestuurders. Zie het stuk in krant! Ik herinner me een bijeenkomst die Heuvelman ooit organiseerde voor raadsleden. Leerzaam en nuttig, zeker, maar waarom stond er voor iedereen na afloop nou een fraaie paraplu als cadeautje klaar? Als raadslid mag je dat natuurlijk nooit aannemen, het maakt niet uit of het een envelop met inhoud is, een bedrag dat je ineens terugvindt op je Zwitserse bankrekening, of een paraplu. Dat is een principekwestie.
Dat de geste werd gedaan door een bedrijf dat traditioneel balanceert op het randje van wat wettelijk mag, en soms daar overheen kukelt (zie de dam die niet mocht worden aangelegd, wat toch is gebeurd en waar de gemeente nooit om voor mij duistere redenen tegen is opgetreden), maakt dit soort activiteiten nog saillanter.
Heuvelman wil met het college praten en dat is heel begrijpelijk. Het werk aan het bestemmingsplan IJsseldijk Noord moet van de provincie immers helemaal worden overgedaan en Heuvelman heeft daar een nogal groot belang bij, zacht uitgedrukt. Maar waarom het héle college uitgenodigd, was de portefeuillehouder niet voldoende geweest? En had die betaalde ruimte in De Postiljon niet beter kunnen worden gebruikt, bijvoorbeeld door mensen die van een bijstandsuitkering moeten rondkomen te informeren over de mogelijkheid dat de gemeente kosten die moeten worden gemaakt voor een identiteitsbewijs, aan hen vergoedt?
Ik vraag me af, zou het college ook een paraplu hebben gekregen?
14.1.05
Solidariteit
Ha, een reactie op mijn weblog over de ZWR in m'n mailbox. Van collega-blogger Jan Beugelaar, PvdA-raadslid in Schoonhoven. Eindelijk, schrijft hij, heeft hij mij eens betrapt op iets wat niet waar is. ‘Of tenminste niet helemaal waar, of volgens mij niet helemaal waar...’
Mijn stelling was dat de PvdA in de Krimpenerwaard sinds mei 1997 niets meer van zich heeft laten horen in de kwestie-Zuidwestelijke Randweg. Maar, schrijft Jan, dat klopt niet. Want: ‘Ik ben een van de bezwaarschriftindieners geweest tegen het voorgestelde tracé van de rondweg. En je weet ook dat er op het bord van de raadsleden ontzettend veel ligt. Maar ik weet zeker dat als de Ouderkerkse fractie ons vertelt hoe de vork echt in de steel zit en wat wij er als K5-fractie aan kunnen doen, dat we - Schoonhovense fractie - dan in actie komen. Niet de solidariteit heeft wat mij betreft een uiterste houdbaarheidsdatum, wel de beschikbare tijd van een raadslid.’
Dat laatste is zeker waar.
Hoewel het misschien te laat is (de ZWR-trein dendert door), zal ik na deze aansporing van Jan zeker proberen de PvdA-collega’s in de waard nog eens te overtuigen van de onzin van het tracé 3 en de voordelen van het tracé 5. En verder heeft Jan gewoon gelijk, ik doe de PvdA-raadsleden tekort. Ik ben eens in het archief gedoken (in het ZWR-dossier op www.ouderkerk.pvda.nl) en vond een krantenartikel uit Rijn en Gouwe van 4 april 2002. Daarin haalt de PvdA Ouderkerk (en ik herken mezelf in de woorden, dus ik zal het wel gezegd hebben) uit naar de dagelijks bestuurders van de PvdA in de Krimpenerwaard, de burgemeesters en de wethouders dus, die zich ineens met de ZWR-discussie gingen bemoeien. Ik zei toen: ‘Het is jammer dat de dagelijks bestuurders, de burgemeesters en wethouders van PvdA-huize in de Krimpenerwaard klaarblijkelijk niet willen handelen in de geest van hun partij en zich onvoldoende hard maken voor het behoud van de natuur- en milieuwaarden van de waard.’
En dat laatste geldt nog steeds. Want nooit hebben de burgemeesters en wethouders van mijn partij zich achter het meest milieuvriendelijke alternatief geschaard. Bert van ’t Laar (destijds burgemeester) en Ron van de Haterd uit Nederlek niet, Dorothé Wassenberg uit Schoonhoven niet, Hans Oosters van Bergambacht (en tegenwoordig ook Ouderkerk) niet en ook Bas Noorlander (wethouder in Vlist) heb ik nooit betrapt op een actieve lobby voor de Weidebloemvariant. Evenmin als Dick de Cloe, die als waarnemend burgemeester in Vlist én Schoonhoven iets had kunnen doen. Als dagelijks bestuurders hadden en hebben zij betere netwerken bij de provincie en in de Kamer dan de raadsleden, waarom hebben zij die nooit gebruikt?
Zodra zij de warmte van het bestuurlijk pluche hebben gevoeld, raken politici hun solidariteit kwijt. Jammer.
Mijn stelling was dat de PvdA in de Krimpenerwaard sinds mei 1997 niets meer van zich heeft laten horen in de kwestie-Zuidwestelijke Randweg. Maar, schrijft Jan, dat klopt niet. Want: ‘Ik ben een van de bezwaarschriftindieners geweest tegen het voorgestelde tracé van de rondweg. En je weet ook dat er op het bord van de raadsleden ontzettend veel ligt. Maar ik weet zeker dat als de Ouderkerkse fractie ons vertelt hoe de vork echt in de steel zit en wat wij er als K5-fractie aan kunnen doen, dat we - Schoonhovense fractie - dan in actie komen. Niet de solidariteit heeft wat mij betreft een uiterste houdbaarheidsdatum, wel de beschikbare tijd van een raadslid.’
Dat laatste is zeker waar.
Hoewel het misschien te laat is (de ZWR-trein dendert door), zal ik na deze aansporing van Jan zeker proberen de PvdA-collega’s in de waard nog eens te overtuigen van de onzin van het tracé 3 en de voordelen van het tracé 5. En verder heeft Jan gewoon gelijk, ik doe de PvdA-raadsleden tekort. Ik ben eens in het archief gedoken (in het ZWR-dossier op www.ouderkerk.pvda.nl) en vond een krantenartikel uit Rijn en Gouwe van 4 april 2002. Daarin haalt de PvdA Ouderkerk (en ik herken mezelf in de woorden, dus ik zal het wel gezegd hebben) uit naar de dagelijks bestuurders van de PvdA in de Krimpenerwaard, de burgemeesters en de wethouders dus, die zich ineens met de ZWR-discussie gingen bemoeien. Ik zei toen: ‘Het is jammer dat de dagelijks bestuurders, de burgemeesters en wethouders van PvdA-huize in de Krimpenerwaard klaarblijkelijk niet willen handelen in de geest van hun partij en zich onvoldoende hard maken voor het behoud van de natuur- en milieuwaarden van de waard.’
En dat laatste geldt nog steeds. Want nooit hebben de burgemeesters en wethouders van mijn partij zich achter het meest milieuvriendelijke alternatief geschaard. Bert van ’t Laar (destijds burgemeester) en Ron van de Haterd uit Nederlek niet, Dorothé Wassenberg uit Schoonhoven niet, Hans Oosters van Bergambacht (en tegenwoordig ook Ouderkerk) niet en ook Bas Noorlander (wethouder in Vlist) heb ik nooit betrapt op een actieve lobby voor de Weidebloemvariant. Evenmin als Dick de Cloe, die als waarnemend burgemeester in Vlist én Schoonhoven iets had kunnen doen. Als dagelijks bestuurders hadden en hebben zij betere netwerken bij de provincie en in de Kamer dan de raadsleden, waarom hebben zij die nooit gebruikt?
Zodra zij de warmte van het bestuurlijk pluche hebben gevoeld, raken politici hun solidariteit kwijt. Jammer.
8.1.05
Ouderkerkse enclave
De afgelopen tijd geen enkele behoefte gehad iets te schrijven voor het web. Wanneer een grote ramp de wereld treft, zit niemand te wachten op de stukjes van een eenvoudig raadslid uit Ouderkerk. Ik hoef niet zo nodig ook nog eens te vertellen hoe erg het allemaal is, zoals veel collega-bloggers wel doen. De beelden die we allemaal in onze huiskamers bezorgd kregen, zeiden en zeggen genoeg. Dan past het slechts te zwijgen, geld te storten op 555 en verder te leven met dat kloterige gevoel van machteloosheid.
Maar de wereld draait door – zij het iets sneller dan voorheen. En dus pak ik de draad weer op met de Zuidwestelijke Randweg. Nu die weg er toch lijkt te komen, richten de pijlen van veel organisaties zich op het bedrijventerrein dat in de ‘oksel’ van de weg zou moeten komen, naast de waterzuivering. Randweg en bedrijventerrein waren voor Ouderkerk altijd nauw met elkaar verbonden, ook voor mij. Geen bedrijventerrein voor Ouderkerkse bedrijven die moeten worden uitgeplaatst, dan ook geen randweg. Maar net als anderen ben ik geschrokken van de tekeningen waarop het bedrijventerrein is ingetekend. Negen hectare blijkt dan ineens verdomd veel. Het is dan ook niet vreemd dat verschillende organisaties zeggen, dat zo’n bedrijventerrein misschien nog wel schadelijker is voor de polder dan die hele rotweg. Zij stellen voor, de Ouderkerkse bedrijven te huisvesten in het nieuw aan te leggen Gouwepark, bij Waddinxveen. Dat lijkt mij een goed idee, mits daar een Ouderkerkse enclave van 9 hectare kan worden gerealiseerd. Want onze gemeente moet iets terugkrijgen voor het grote offer dat we hebben gebracht door die weg over ons grondgebied, door onze polder toe te staan. Dat ‘iets’ zijn de revenuen van een bedrijventerrein. De gemeente Gouda heeft een flinke vinger in de Gouweparkse pap. En Gouda is Ouderkerk nog heel wat verschuldigd, dus die afspraak moet te maken zijn.
Overigens vond ik bij het opruimen van mijn kantoor nog een krantenartikel uit mei 1997, waarin de PvdA Krimpenerwaard zich ferm uitsprak tegen een brugverbinding met het Sluiseiland. Woordvoerder was destijds Ron van de Haterd, voorzitter van de PvdA Nederlek. Ron is tegenwoordig wethouder in Nederlek, maar over de randweg en de gevolgen ervan voor natuur en landschap hoor ik hem nooit meer. Evenmin als de partijgenoten in Bergambacht, Vlist en Schoonhoven. Solidariteit heeft blijkbaar ook een uiterste houdbaarheidsdatum, zelfs bij de PvdA.
Maar de wereld draait door – zij het iets sneller dan voorheen. En dus pak ik de draad weer op met de Zuidwestelijke Randweg. Nu die weg er toch lijkt te komen, richten de pijlen van veel organisaties zich op het bedrijventerrein dat in de ‘oksel’ van de weg zou moeten komen, naast de waterzuivering. Randweg en bedrijventerrein waren voor Ouderkerk altijd nauw met elkaar verbonden, ook voor mij. Geen bedrijventerrein voor Ouderkerkse bedrijven die moeten worden uitgeplaatst, dan ook geen randweg. Maar net als anderen ben ik geschrokken van de tekeningen waarop het bedrijventerrein is ingetekend. Negen hectare blijkt dan ineens verdomd veel. Het is dan ook niet vreemd dat verschillende organisaties zeggen, dat zo’n bedrijventerrein misschien nog wel schadelijker is voor de polder dan die hele rotweg. Zij stellen voor, de Ouderkerkse bedrijven te huisvesten in het nieuw aan te leggen Gouwepark, bij Waddinxveen. Dat lijkt mij een goed idee, mits daar een Ouderkerkse enclave van 9 hectare kan worden gerealiseerd. Want onze gemeente moet iets terugkrijgen voor het grote offer dat we hebben gebracht door die weg over ons grondgebied, door onze polder toe te staan. Dat ‘iets’ zijn de revenuen van een bedrijventerrein. De gemeente Gouda heeft een flinke vinger in de Gouweparkse pap. En Gouda is Ouderkerk nog heel wat verschuldigd, dus die afspraak moet te maken zijn.
Overigens vond ik bij het opruimen van mijn kantoor nog een krantenartikel uit mei 1997, waarin de PvdA Krimpenerwaard zich ferm uitsprak tegen een brugverbinding met het Sluiseiland. Woordvoerder was destijds Ron van de Haterd, voorzitter van de PvdA Nederlek. Ron is tegenwoordig wethouder in Nederlek, maar over de randweg en de gevolgen ervan voor natuur en landschap hoor ik hem nooit meer. Evenmin als de partijgenoten in Bergambacht, Vlist en Schoonhoven. Solidariteit heeft blijkbaar ook een uiterste houdbaarheidsdatum, zelfs bij de PvdA.
Abonneren op:
Posts (Atom)