Deze week met de bewoners van ‘mijn’ wijk plezierig overleg gehad over de inrichting (en daarmee de leefhaarheid!) van de buurt. Rond de jaarwisseling wordt de wijk opgehoogd en dat is een goed moment om als bewoners eens na te denken over wat we nou precies willen, zodat we onze suggesties en ideeën bij de gemeente kunnen neerleggen. Ik zat daar niet als raadslid, maar als bewoner. Het maakte in dit geval niet uit, want ook als raadslid huldig ik het standpunt dat de gemeente moet luisteren naar de bewoners. Zij moeten immers in die omgeving wonen en dan is het niet meer dan logisch dat de gemeente daar rekening mee houdt.
Het was goed om te merken dat de bewoners (een opkomst van 20 procent, niet gek tijdens het EK voetbal…) behoorlijk op één lijn zitten: we willen een groene straat, waarin het autoverkeer ondergeschikt is aan voetgangers en fietsers. Een woonerf-status zou het mooiste zijn. Met wat creativiteit moet het ook mogelijk zijn het aantal parkeerplaatsen te vergroten en toch ook het groengehalte op te krikken. We gaan de suggesties nu opschrijven en aan de gemeente overhandigen. En dan hoop en verwacht ik dat Ouderkerk de klantgerichtheid, tegenwoordig de norm in het lokaal bestuur, hoog in het vaandel voert. Ik weet zeker dat, als de gemeente daarvoor de middelen beschikbaar stelt, de bewoners ook een stuk van het beheer van de straat op zich willen nemen. Eén bewoner kwam zelf al met de suggestie: ‘Laat de gemeente bij de entree van het dorp plantenbakken ophangen, dan verzorg ík de planten wel.’ Kijk, dát zijn de mensen die de gemeente in de armen moet sluiten. In Rotterdam worden zo hele wijken ‘opgezoomerd’. Dat moet in Ouderkerk toch ook kunnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten