31.10.05

Guerrillawiet

Sinds kort bekijk ik de polder met andere ogen. Meestal zie ik de weilanden vanaf de fiets, maar tegenwoordig loop ik hard. Althans, ik ben begonnen aan een stoutmoedige poging om mijn conditie op te krikken, in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen. Van hardlopen krijg je energie, zeggen ze. Dat heb je nodig om er weer vier jaar tegenaan te gaan. En het verzet de zinnen. Ik word tijdens het lopen niet afgeleid door telefoontjes, e-mails en andere prikkels en dan ga ik vanzelf over andere dingen nadenken. Over mezelf bijvoorbeeld. Van Kooten en De Bie zongen het ooit al: ‘Zoek jezelf, vind jezelf, wees en blijf alleen jezelf.’
Altijd goed om meer over jezelf te weten. Curro ergo sum. Ik loop, dus ik besta.
Zoals je op de langzame routes nationales in Frankrijk veel meer ziet van het land dan vanaf de snelle tolwegen naar het zuiden, zo vallen lopend meer zaken op dan fietsend. Om één voorbeeld te noemen: de maïs. Als ik de Snippejagerskade afloop kom ik, net voorbij de Tiendweg, langs een maïsveld. Dat was er vroeger niet. Als je loopt, merk je ook pas hoe groot zo’n perceel is. Het duurt best even voor je aan het eind bent. Daar staat dus veel maïs. En het is niet de enige plek in de Krimpenerwaard. De maïs rukt op. Willen we dat? Ik gun de boeren, die het niet makkelijk hebben, graag een alternatieve bron van inkomsten. Maar betekent dat ook, dat het weidse polderlandschap door de hoge maïs mag worden ontsierd? Het lijkt mij een schone taak voor de K5 om de maïsteelt te reguleren.
Op mijn bureau ligt nog een oud krantenknipsel uit Trouw. ‘De verborgen wereld van het maïsveld’, staat erboven. Het gaat over de opkomst van buitenwiet. Guerrillawiet wordt het ook wel genoemd, omdat het verborgen is tussen andere gewassen. Maïs dus, want maïs en wiet houden van elkaar. Bemesting en zuurgraad van beide planten liggen dicht bij elkaar, lees ik. En als je de wietplanten in één lijn met zet met de maïs, vallen ze niet op, ook niet vanuit de lucht.
Hoeveel guerrillawiet zou er in de Krimpenerwaard groeien? Laten we niet vergeten: vroeger werd er ook veel hennep verbouwd, toen voor de touwslagerijen. Een Fremdkörper is het dus niet.
Boeiende kwestie om tijdens het lopen over na te denken. Een probleem van buitenwiet is wel, dat het wordt ontdekt als de maïs net iets eerder wordt geoogst dan de wiet. Dan valt de camouflage weg. ‘Ach, dan zijn de koeien er goed mee’, zegt een wietplanter in het krantenartikel. Krijgen ze behalve snijmaïs ook hasjmaïs te eten. De komende tijd toch eens opletten of de koeien mij vrolijker dan anders nastaren…

22.10.05

Emotie

De dood maakt overuren in de PvdA. Twee iconen gestorven in twee dagen tijd. Is links leven ook gevaarlijk leven? Het lijkt erop.
Met André van der Louw en Karin Adelmund raakt de PvdA twee authentieke sociaal-democraten kwijt. Mensen die niets moesten hebben van academisch geëmmer over abstracte vraagstukken, maar het liefst met hun poten in de modder stonden, recht voor z’n raap zeiden waar het op stond en echt betrokken waren bij de mensen voor wie de partij zich traditioneel sterk maakt. Jan ‘in gelul kan je niet wonen’ Schaefer was ook zo iemand – en ook te jong gestorven, net als Karin Adelmund.
Ik heb Karin op partijcongressen in actie gezien en toen zij staatssecretaris van onderwijs was, heb ik haar geïnterviewd. Voor je naar een interview gaat, vorm je als journalist een beeld van je gesprekspartner. Meestal blijkt dat beeld te kloppen, soms niet. Nu kende ik Karin een beetje vanuit de partij, maar ik had haar nooit persoonlijk gesproken. Mijn beeld was vooral gevormd door haar optredens op tv, krantenartikelen en natuurlijk haar aanwezigheid op partijbijeenkomsten. Ik wist dat ze snel sprak, niet lang nadacht over antwoorden en zonder omhaal meestal tot de kern van een probleem zou komen. Tegen mijn gewoonte in had ik daarom een bandrecordertje meegenomen. Dat was geen overbodige luxe. Dankzij de geruststellende gedachte dat het bandje meeliep, kon ik mij meer op de staatssecretaris concentreren, op haar non-verbale gedrag, haar mimiek, haar ogen. Daaruit spraken strijdbaarheid, gedrevenheid, boosheid ook als het ging om zaken waarvan zij vond dat die niet deugden, die oprecht waren, zo authentiek als je tegenwoordig zelden meer ziet. Het is deze dagen vaker gezegd: als politiek emotie is, dan was Adelmund daarvan het levende bewijs.
De mensen die blijvend indruk op mij hebben gemaakt na een interview, zijn op de vingers van een hand te tellen. Karin Adelmund was er een van. Toen ik na het gesprek weer buiten stond en mijn pet van journalist verruilde voor die van PvdA’er, dacht ik: zó hoort politiek te worden bedreven. Met passie, met emotie. Maar het is helaas weinigen gegeven. En áls ze het kunnen, gaan ze te vroeg dood. Maar diezelfde passie zorgt er wel voor dat ze niet snel worden vergeten. De oneliner van Jan Schaefer is legendarisch geworden. De tranen die Karin Adelmund vergoot in de Tweede Kamer verdienen hetzelfde lot.
Om met mijn Schoonhovense partijgenoot Jan Beugelaar te spreken: dag mooi goed mens...

20.10.05

Voorzitter

Ruud Koole stapt op als partijvoorzitter en alle PvdA-leden hebben een stembiljet in de bus gekregen om zijn opvolger te kiezen. Een mailtje van een collega, óók lid van de partij, dwong mij ertoe mij even in de kandidaten te verdiepen. Want stemmen op een persoon doe je niet lichtvaardig, toch?
Zij schreef: Leo, geef 'ns PvdA-stemadvies voor het voorzitterschap... Annemarie Goedmakers? Anne Marie Hoogland? Michiel van Hulten? Hans Logtens? Nr 1 en 3 ken ik, die andere niet.
Ik heb haar het volgende geantwoord:
Annemarie Goedmakers lijkt me niet verkeerd, getuige dit interview uit NRC. Feministe en voorvechtster van duurzame energie, klinkt niet slecht. En vasthoudend, ook niet verkeerd. Nadeel: oud (57, sorry).
Anne Marie Hoogland: niet mijn keus, te ‘Amsterdams’. Ik heb een aangeboren antipathie tegen PvdA’ers die zich nooit buiten de grachtengordel laten zien. Ook de steunbetuigingen op haar website zijn bijna allemaal van Amsterdammers. Weet ze wel dat er ook zoiets als Gouderak bestaat? I doubt it!
Michiel van Hulten: hij krijgt mijn stem. Ik zag hem in een tv-debat waarin ze alle vier zaten en hij sprong er als de meest linkse uit, dat mag ik wel. Jong, energiek en slim (cum laude London School of Economics!) Veel ervaring met campagnevoeren. Hij heeft ook een leuke uitstraling. Is belangrijk, het moet niet alleen van Wouter komen!
Hans Logtens: geen inhoud, onbekend, geen uitstraling. Een geboren verliezer! In een interview met Rood
zegt hij ook helemaal niets.
Dus 1 of 3, toevallig de twee die jij al kent. En dan ga ik voor de jongste!
Hoop dat je er iets aan hebt!

Leo

19.10.05

Gezellig

Dit weekend was ik in Mechelen. Aan de Frederik de Merodestraat, een van de straten die uitkomen op de Grote Markt, is het kantoor van de plaatselijke SP.A gevestigd, de Vlaamse zusterpartij van de PvdA. Op de gevel staat met grote letters ‘Socialisme zal gezellig zijn of niet zijn!’ Dat de populaire Steve Stevaert die one-liner een paar jaar geleden had gelanceerd, was mij bekend. Ik wist niet, dat de SP.A er ook haar officiële wapenspreuk van had gemaakt. Hoe dan ook, het spreekt me wel aan.
In Mechelen kocht ik het dagblad De Morgen, omdat er een groot artikel in stond over de wijnbeurs die in Brussel werd gehouden. Dat artikel viel een beetje tegen, maar het werd ruimschoots gecompenseerd door een twee pagina’s groot interview met Freya Van den Bossche, de vrouw die als een komeet omhoog schiet in de Belgische politiek en sinds een paar dagen vice-premier is in de regering-Verhofstadt. Zij is niet alleen mooi, ze heeft ook het hart op de tong en stoort zich niet aan conventies in de politiek. De eerste keer dat ze naar een bijeenkomst van de Jongsocialisten ging was meteen de laatste keer. ‘Een uur zaten ze daar te emmeren over het bezit van productiemiddelen. We zijn toen maar snel een pint gaan pakken met een paar vrienden’.
Gezellig.
Ze zegt meer zinnige dingen. Zoals: ‘Dat je zoveel geduld moet hebben voor je iets gedaan krijgt, dat is het moeilijkste. Socialisten zijn van nature ongeduldig. De dag dat ik geduldig word, moet je mij maar vervangen door iemand anders.’ Een vrouw naar mijn hart. Ik zou best ook eens een pint met haar willen pakken. Gezellig.
Het interview was ook confronterend. Freya is de dochter van oud-minister Luc Van den Bossche. Zij groeide dus op in een politiek milieu en moest niets hebben van al die mannen in streepjespakken die bij haar thuis over politiek kwam praten. De politiek beheerste het leven in huize-Van den Bossche, haar vader was altijd aan het werk. ‘Ik begreep niet waarmee mijn vader zijn tijd zat te verdoen.’
Begrijpen míjn kinderen het wel? Een feit is dat ook bij mij thuis de politiek vaker dan gewenst de gesprekken beheerst. Feit is ook dat het mij niet altijd in dank wordt afgenomen als ik wéér een avond weg moet voor een vergadering. Gezellig? Niet bepaald. Ik had me dan ook rotsvast voorgenomen na deze raadsperiode te stoppen. Na twaalf jaar, met een pauze van vier jaar, vond ik het wel genoeg.
En tóch heb ik op het allerlaatste moment gezegd dat ik weer beschikbaar ben voor de kandidatenlijst. Waarom? Omdat de komende vier jaar belangrijk zijn voor de gemeente: de Zellingwijk, de Dorpsvisies, het multifunctioneel gebouw, de fusie van de K5-gemeenten – stuk voor stuk belangrijke dossiers die nu moeten worden uitgevoerd. Daar wil ik me voor inzetten. En omdat, laat ik daar ook eerlijk over zijn, er weinig andere kandidaten zijn die bereid zijn zich voor de gemeenteraad vrij te maken.
Gelukkig hebben de Vlamingen mij geleerd dat socialisme, dat politiek ook gezellig kan zijn. Nee, gezellig móet zijn. En als de politiek weer gezellig wordt, werkt dat thuis ook door. Hoop ik. Misschien dat mijn kinderen later begrijpen waarom ik toch in 2006 weer kandidaat was voor de raad. Misschien zelfs dat zij, net als Freya Van den Bossche, later zelf ook ‘iets’ in de politiek gaan doen. Freya heeft niet de ambitie in de schoenen van haar vader te staan. Haar ‘politieke vader’ heet Frank Beke, zegt zij in De Morgen. Beke is de burgemeester van Gent, de stad waar zij vijf jaar geleden als wethouder onderwijs haar eerste stappen in de politiek zette. Maar, voegt ze er aan toe: ‘Mijn pa heeft mij wel met de fiets leren rijden. Dat is ook belangrijk hoor.’
Gelukkig heb ik mijn kinderen ook leren fietsen, jaren geleden. Nu zitten ze alweer op de middelbare school en moeten ze andere dingen leren. Daar hebben ze hun vader niet altijd bij nodig. Maar áls ze hem nodig hebben, moet hij er wel voor hen zíjn en dan moet de politiek maar even wachten. Dat moet kunnen, als je de politiek kunt relativeren zoals de Vlamingen dat doen. Politiek moet ook leuk zijn, anders houd je het niet vol. En als het niet leuk is, loop je weg en ga je iets anders doen. Een pint pakken met je zoon bijvoorbeeld, of naar een concert met je dochter. Gezellig.